Feiten en waarheid

“Wij vinden het ongemakkelijk en ongewenst om voor te schrijven wat u als ‘de waarheid’ moet zien”, schrijft Pieter Klok in ‘De week van de hoofdredacteur’ over de relatie tussen feiten en waarheid (14/9, p. 23). Toch doet de krant dat voortdurend, elke dag weer. Hinderlijkste voorbeeld vind ik het extreemrechts noemen van een persoon, groep of partij, vaak met een bijvoeglijk naamwoord, zoals in ‘de extreemrechtse AfD’. Er wordt waarschijnlijk gedacht dat daarmee een onbetwist feit wordt benoemd. Het gaat echter te vaak over de interpretatie van zekere onderliggende feiten – of zelfs van enkele incidenten – waarbij die interpretatie zelf wordt verheven tot ‘de waarheid’. De beste manier om dit te voorkomen lijkt mij het woord overal te schrappen, of alleen te gebruiken als het écht onbetwist is.


Reactie Pieter Klok:

Geachte heer Van Lenth,
Zeer bedankt voor uw reactie. Het is een terecht punt dat u maakt. Door een partij extreem-rechts te noemen wordt de ruimte voor eigen interpretatie beperkt. De AfD is echter door de Duitse veiligheidsdienst officieel tot extreem-rechts bestempeld. Dat feit kunnen we ook niet ontkennen. 
Hartelijke groeten,
Pieter Klok


Mijn reactie:

Geachte heer Klok,
De AfD gebruikte ik als voorbeeldje. Het gaat mij inderdaad om het algemene principe.
Verder, dan zou er eigenlijk moeten worden geschreven iets als ‘de door de Duitse geheime dienst extreemrechts genoemde AfD…’. Het gaat mij meer om ‘onbetwistbaar’.
Welgemeende groet,
Peter van Lenth

Peter van Lenth
Laatste berichten van Peter van Lenth (alles zien)