- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
De volgende tekst is door mij in iets andere vorm al twee keer eerder (maart 2000 en december 2004) aan de Volkskrant gezonden. Hij is beide keren niet geplaatst, maar heeft mijns inziens nog niets aan betekenis ingeboet, integendeel zelfs, zou ik durven beweren. Nu er weer een gerelateerd artikel in de Volkskrant staat, probeer ik het wederom. Over een dag of wat weten we of ze het dit keer wel durfden/wilden plaatsen.
Op de Economie-pagina ( pag. 8 ) van vrijdag 26 augustus vertellen een aantal jongeren hun ervaringen met de arbeidsmarkt. De Marokkaanse Nederlander Said Zaryouh zegt over sollicitatiebrieven o.a. ‘Ik ga geen Hollandse naam invullen. Dat vind ik toch een beetje raar.’ Begrijpelijk, want wij Nederlanders doen tot nu toe niet enthousiast over naamsveranderingen. Maar nu we van de Amerikanen de naturalisatie-ceremonie overnemen, zouden we ook eindelijk eens serieus moeten gaan kijken of we een ander belangrijk principe van hen kunnen overnemen: het aannemen van een andere voor- en/of achternaam.
Ik stel voor dat de overheid het mensen gaat toestaan een werknaam te kiezen die afwijkt van hun originele naam, als er maar sprake is van een originele naam die ‘onnederlands’ is. In het register van de Burgerlijke Stand zou de overheid dan een extra gegeven moeten gaan opnemen. Diegenen die in aanmerking voor zo’n keuze komen krijgen het recht een werknaam (betreffende de voor- en/of achternaam) te kiezen die goed uitspreekbaar alsmede goed schrijfbaar is in de Nederlandse taal. Daarbij hoeven we ons echt niet te beperken tot namen waar persé iets van ‘dam’ of ‘stra’ in zit. Uiteraard blijft de originele naam genoteerd staan bij de Burgerlijke Stand. Aan die originele naam zouden we dan kunnen refereren als ‘de naam van origine’. Aan de werknaam refereren we dan niet als ‘de werknaam’, maar gewoon als ‘de naam’. Bedrijven, instellingen, belastingdienst, etcetera noteren in hun archieven gewoon ‘de naam’ en houden zich verre van ‘de naam van origine’, ze vragen er niet eens naar. En de eigenaar van de naam van origine mag deze gewoon blijven gebruiken in informele contacten, bijvoorbeeld in contacten met soortgenoten uit de eigen groep.
Mij lijkt het dat menig allochtone Nederlander met zo’n recht blij zal zijn. Een werknaam kan het allochtonen een stuk gemakkelijker maken de werkplek te veroveren die geambieerd wordt. Ook wordt het voor de collega’s een stuk gemakkelijker. “Piet, geef die brief eens even” gaat toch soepeler dan “Dezjoereeff, geef die brief eens even”. Tegelijkertijd maakt het behoud van de naam van origine het de allochtonen een stuk gemakkelijker binding te houden met hun erfgoed, tot in vele generaties die nog komen gaan.
Muhammad Yahya
(‘werknaam’ van Hendrik Jan Bakker)
Verward door je ondertekening, heb ik even gegoogled en vond je uitleg op de weblog van Anja Meulenbelt. Naar ik nu meen te begrijpen is je originele naam Hendrik Jan Bakker, ben je bekeerd tot de islam en is Muhammad Yahya op zijn tijd, maar niet noodzakelijkerwijs, je werknaam. Grappig.
😉
Ik denk dat voor menig personeelsfunctionaris de goede bedoeling van naamsverandering een positieve rol zal spelen. Als de sollicitant ook tijdens het gesprek blijk geeft graag te willen integreren, dan zijn de kansen m.i. misschien wel groter dan die voor een autochtoon.