- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
In de Islam is het verboden om Mohammed en Allah af te beelden. Waarom toch zouden moslims zich geschoffeerd voelen als niet-moslims wel zulke afbeeldingen maken? In het Judaïsme (het Joodse geloof) speelt iets vergelijkbaars. Daar mogen ze het woord God volgens sommige stromingen niet schrijven, dus zie je vaak G-d of iets dergelijks geschreven. Maar zij gaan niet zover het anderen te willen verbieden.
Momenteel is er een controverse over een cartoon in een Deense krant. Er is al een boycot van Deense producten in de Arabische wereld gaande en ook zijn er al bedreigingen geuit. Maar het verdiept en verbreedt zich, want de Franse krant France Soir heeft uit solidariteit een pagina vol van zulke cartoons afgedrukt. De eigenaar van die krant heeft vervolgens, deze week, de hoofdredacteur de zak gegeven. Saillant detail: De eigenaar is een Egyptenaar! De voltallige redactie staat pal achter de hoofdredacteur.
Ik vraag me af of moslims weleens lachen om cartoons. Of vergaat hen het lachen zodra er een afbeelding van Mohammed of Allah in voorkomt.
In ons eigen land heeft Geert Wilders uit solidariteit de Deense cartoon op zijn website geplaatst. Moet dat hier ook maar gaan gebeuren? Al was het alleen maar om weer eens een keertje flink te kunnen lachen.
http://www.zombietime.com/mohammed_image_archive/
http://www.tomgrossmedia.com/ArabCartoons.htm
Ik spreek nu even vanuit het moslim standpunt van de zelfmoordenaars.
Die offeren zich op voor hun overtuiging van het geloof en in de hemel waar ze dan volgens hun komen, staan de heilige maagden hen op te wachten, die hebben ze dan echt verdiend volgens hen.
Geloof het of niet, maar daar hebben ze blind vertrouwen in. 8)
Ik zet mijn bril er maar even bij op dan zie ik wat minder. Al dat hemellicht is zo fel! 😉
Een martelaar verdient de hemel en heilige maagden.
Althans zo is hun redenatie.
Je hebt gelijk, afgezien dan van twee punten: 1) Ze lachen heus weleens hoor. Maar je kan je met recht afvragen of hun humor wel de onze is, en andersom. 2) Het is ‘gotspe’ en niet ‘chotspe’. Ik dacht, ik schrijf het maar effe, want het gaat hier om het behoud van een stukje jiddische taal, hè. 🙂
Ja maar ik heb zojuist begrepen dat de maagden in de hemel op zijn. 🙂
Dat is dus dikke pech voor ze, doen ze het allemaal voor niets. Hebben die sukkels zelf niet eens door dat de maagden op zijn, zouden ze dat van mohammed niet ingefluisterd hebben gekregen? 😉
De wereld zou een waar paradijs kunnen zijn. Maar alleen zonder welk geloof dan ook!
Ieder soort van ideologie, godsdienstig of anderszins, mag geheel in het domein van de vrije menigsuiting worden bekritiseerd, gekarikaturiseerd, gehoond etc. Feitelijk leed van bijv. Joden, Palestijnen, Koerden, Afrikanen moet met respect worden behandeld.
En zo is het. Punt.
Gelovigen leven in een spookwereld. Bij sommigen is er sprake van een enkel onschuldig spookje, bij anderen gaat het zeer machtige spoken. Wanneer gaan ze dat nou toch eens inzien! Ze kunnen nog zo volharden in hun onzin, maar anderen zijn in het geheel niet gebonden om hen daarin te volgen.
We hebben tientallen jaren geloofd (!) dat gelovigen feitelijk toch wel goeiige mensen zijn die vanuit naastenliefde en mededogen vooral goeie dingen doen. Helaas blijkt heden ten dage dat uitgerekend de heilige boeken niet slechts naastenliefde en mededogen prediken. Wat een tegenvaller.
Het grote voordeel van athexefsme lijkt me dat er nooit meer een heilig boek als excuus voor moord en bedreiging kan worden gebruikt. En met de goedigheid komt het ook wel goed.
Het lijkt me trouwens een prima idee als er een athexefstische politieke partij zou worden opgericht. Daarover kan je hier van mijn hand nog wel een voorstelletje verwachten. Of je moet er eerder mee zijn natuurlijk … 🙂
Maar we hebben weer wat nieuws op onze log
De cartoons in de Deense krant met die onuitsprekelijke naam zijn het onderwerp van gesprek op straat, in de ingezonden brievenrubriek, op de radio en zelfs in de kerk. En in al dat meningengeweld wend ik mij niet tot Ajakuka. Hoe kan dat nu. Ajakuka, de site van de zorgvuldige meningsvormingen van de verlichte geesten van de rivierdelta tussen Maastricht en Roodeschool. Dus zonder de site te bezoeken en mij te laven aan de doordachte meningen, pen ik eerst maar eens een eigen opvatting op. Zie ik later wel of ik afwijk, of ik word geweigerd (ja kan niet voorzichtig genoeg zijn met die godsdienstfanatici, Ajakuka-redactie). Maar als ik mijn mening dan niet door Ajakuka laat voeden, hoe selecteer ik dan uit al die meningen die op je afkomen. Denk ik er diep over na? Nee, ik zou bijna zeggen natuurlijk niet. Ik voel vooral, en dat is niet zo’n tijdrovend proces. Dat wordt het pas als je het gaat opschrijven en de ratio zich vermengt met het gevoel. Dan moet je de afweging maken. En sinds de Verlichting heeft de idee postgevat dat we met de rede toch in ieder geval het gevoel een beetje moeten kunnen kanaliseren.
Voor provocateur heb ik nooit gedeugd. En dus toets ik of die cartoons een provocatie zijn of aldus kunnen worden opgevat. Ik verneem dat grote delen van de moslimbevolking de cartoons aldus opvat, en als ik er van enkele kennis neem, dan kan ik mij dat voorstellen. En daar houdt het al snel op: het is voorstelbaar dat mensen zich hierdoor gekwetst voelen. Cartoons die dat opwekken, het zijn cartoons, laden een onweerlegbaar vermoeden op zich dat ze ook zo bedoeld zijn. Ze hebben willens en wetens de kans voor lief genomen dat ze door vrij grote groepen als kwetsend zouden kunnen worden ervaren. En die tamelijke grote groep is dan niet de wereldbevolking van moslim snit, maar gewoon de moslim gemeenschap in Denemarken. De redactie hoeft van mij ook weer niet zo’n verziende blik te hebben dat zij had vermoed dat dit er van zou komen. Dan zou men het echt niet hebben afgedrukt, alle sterke statements ten spijt. Die redactie heeft ook een directie en kranten zijn gewoon een product.
Wat ik eigenlijk nauwelijks teruglees of hoor in commentaren, is het volgende. De samenlevingen in het westen zijn de laatste dertig jaar verkleurd. Het culturele product van het seculiere westerse staatsdenken is de democratische rechtstaat. Bij een democratie hoort dat je ruimte laat aan minderheden. Democratie is immers iets anders dan de dictatuur van 50% + 1. Als de samenleving verkleurt, moeten we dus ook in onze samenleving de piketpalen van wat wel en niet kan onder invloed van die verkleuring gaan verzetten. Dat moet de witte meerderheid toestaan, aan de gekleurde minderheid. Als men daar niet toe bereid is, doet men afbreuk aan de zelf verkondigde democratische beginselen. Ik stoor mij dan ook zeer aan de gedachte dat mensen die van daar naar hier komen zich bij het moment van de definitieve verblijfsvergunning ook meteen onze waarden en normen moeten onderschrijven. Dat is kortzichtig en vooral een gebrek aan respect voor de ander. Jij mag hier wel zijn, maar alleen als jij op hoofdlijnen denkt zoals wij hier denken. De piketpalen over wat je mag denken, schrijft minster Verdonk voor en kun je lezen in de inburgeringscursus. Maar overigens zijn we ontzettend tolerant: om je kleur discrimineren we je niet (ten minste officieel niet). Dat komt er dus op neer dat de immigrant er mag zijn met zijn huidskleur, mits hij zijn innerlijke kleur maar verandert in blank. Moslim zijn mag nog wel, maar dan alleen van de door ons voorgeschreven liberale snit.
Als zoals in Nederland 10% van de bevolking uit moslims bestaat (van diverse richting) en dat percentage ongetwijfeld verder zal stijgen, dan moeten de Nederlandse wetten een andere idee gaan ademen dan louter een op gelijkheid en individuele vrijheden gerichte norm. Er zal een evenwicht moeten komen waarin ook de moslimgemeenschap zich kan vinden. Misschien niet tegelijk met vier vrouwen gehuwd kunnen zijn, maar dan toch wel met twee, islamitische feestdagen als algemene feestdag aanvaarden (uitruilen tegen enkele christelijke). Dat is de officiële kant van de zaak, maar ook een tussen burgers gelden norm moet zich gaan verschuiven als gevolg van het accepteren van e moslims. Bijvoorbeeld in de mode.
De politiek zal iets moeten doen, maar de gewone burgers van dit land nog veel meer. Wij zullen het duidelijk moeten maken aan de vrije meningsuiting fundamentalisten van de grachtengordel dat wij hun verlichte en provocerende geestesproducten, die onze samenleving ondermijnen, niet langer pruimen. Wij kopen die provocerende wansmaak niet meer. Wij boycotten de nazaten Th. Van Gogh. Wat er moet komen is een geweldloze Kristalnacht tegen die geprivilegieerde plutocratenzonen. Nederland moet snel onder leiding worden gesteld van een energieke kolonel die een kruising is van Bas van der Vlies en Jan Marijnessen. De kinderen van werkend Nederland (godsgetrouwe rietsnijders uit Sliedrecht en goddeloze worstemakers uit Oss) aan de macht. Er zal dientengevolge een weldadige rust over ons komen, ten gunste van een ieder. Ik zie er naar uit.
Laat ik beginnen met het idee dat sinds de Verlichting de rede wordt gebruikt om het gevoel te kanaliseren. Zo zit het niet precies. Ik zou zeggen, de rede en de kennis hebben de grond waarop gevoelens groeien veranderd. Voorbeeldje: We zijn niet meer bang voor die ‘heks’ en verbranden haar niet meer, omdat we haar gedrag nu beter kunnen duiden.
Waren de cartoons kwetsend? Waren ze kwetsend bedoeld? Het Nederlandse woord is ‘spotprent’. Via een cartoon wordt dus de spot gedreven. Dat is absoluut niet hetzelfde als kwetsen. Voor sommigen is het misschien hetzelfde, maar dat is het niet. Mag spotten? Mijn stelling hierover vermeldde ik hier al eerder:
Ieder soort van ideologie, godsdienstig of anderszins, mag geheel in het domein van de vrije menigsuiting worden bekritiseerd, gekarikaturiseerd, gehoond etc. Feitelijk leed van bijv. Joden, Palestijnen, Koerden, Afrikanen moet met respect worden behandeld.
Een ideologie, uiteraard ook de mijne, is maar een ideologie, bedacht door een of meer mensen en dus vast en zeker feilbaar, minimaal op punten. Andere mensen hebben het volste recht om op die, vermeend, feilbare punten te wijzen, met de schrijfpen en met de tekenpen, op serieuze toon danwel op spottende toon. Gaat het om heilige zaken? Juist dan mag, nee moet, er kritiek en spot mogelijk zijn! Want juist op heilige boeken gebaseerde ideologieën hebben vaak de hardste oordelen over buitenstaanders. Als het aan de strengste gelovers in heilige geschriften lag, dan was er helemaal geen vrijheid van meningsuiting en dan was er ook geen mulit-culturele samenleving. Merk op dat ik hier sprak over ‘strengste’. Ik ga zeker niet alle gelovers over een kam scheren, want de verschillen in interpretatie van de ‘heilige’ boeken zijn groot en verstrekkend, waarbij het trouwens mijn tegenwoordige indruk is dat waarschijnlijk de Thora nog de meeste tolerantie jegens buitenstaanders herbergt. (Anderzijds zijn de strengste Judaxefsten weer veel enger – excusez le mot – dan de minder strenge Christenen.)
Het is een misverstand om de cartoonisten te zien als lui die welbewust uit waren op kwetsen. Ze moeten worden gezien als lui die de moslims een spiegeltje wilden voorhouden. Bovendien… er wordt hier nu haast vergeten dat het niet alleen gaat om wel of niet kwetsen. Van de moslims mag Mohammed zowiezo niet worden afgebeeld. En dat is voor ons westerlingen dus weer zo’n heilig huisje dat volstrekt indruist tegen ons normenstelsel.
Je pleit voor een multi-culturele samenleving waarin alle partijen inschikken. Maar ik zie het echt niet voor me dat wij, vrijzinnige westerlingen, met hen, strengste moslims, afspreken dat we hun Mohammed voortaan niet meer zullen tekenen. Dat zou een absurde samenleving zijn.
Stel je voor dat je besluit – je kinderen zijn het huis uit – om een deel van je bovenverdieping te verhuren. Stel je eisen vooraf of gun je de kamers aan de eerste de beste die op je advertentie reageert? Okay, je doet vast wel aan preselectie. Maar nu blijkt na een tijdje dat je onderhuurders toch wel dingen doen die jou tegen de borst stuiten. Denk je dan ’te laat’ of zul je dan toch een gevoel hebben van ‘ja maar het is wel mijn huis en uiteindelijk zijn ze toch nog steeds gast’? Voordat je hierop een antwoord formuleert wil ik er wel expliciet op wijzen dat zo’n pijnlijk moment zich niet zal voordoen als het gedrag van de onderhuurders wordt ervaren als sympathiek en probleemloos. Het gaat hier niet om racistische gevoelens en gedachten, maar om mogelijk onoverkomelijke conflicten tussen ‘hun’ normen en waarden en die van ‘ons’.