- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
Ruud is blijven steken op 30 voorkeursstemmen. Da’s niet veel. Was ik er niet geweest, dan waren het er 29 geweest. Zo beschouwd heb ik persoonlijk flinke invloed uitgeoefend, toch gauw een 3 procent! De campagne moet volgende keer beter, Ruud.
Interessant was dat er twee buitenlandse namen op zijn lijst stonden en dat die mensen heel veel voorkeursstemmen gekregen hebben. Eentje heeft zelfs een voorganger ingehaald en zit nu als nummer 11 in de raad.
Zouden die mensen zoveel betere standpunten hebben dan Ruud? Misschien, misschien niet. Ik vermoed dat het gewoon eigenbelang was wat hun, vast en zeker allochtone, kiezers dreef.
Nu schreef ik al heel lang geleden dat Ruud’s partij te maken heeft met een sterke lobby vanuit de allochtone bevolking. Na de verkiezingsnederlaag in de dagen van Fortuyn (die toen net was vermoord) kwamen de leden bijeen op congressen waar de leden commentaar/kritiek mochten leveren. Ik was erbij in Amsterdam, in Krasnapolsky, en was vast van plan ook mijn zegje te gaan doen. Daaraan kwam ik niet toe. De microfoon werd voornamelijk gekaapt door, c.q. gegeven aan, lokale politici, door de wol geverfde critici en oude oma’s uit de tijd van de AJC. De taal van hen allen was typerend voor wat de partij al decennialang had laten horen. Ook bleek mij dat de allochtonen een behoorlijk woordje meespraken op lokaal niveau. Van hen viel mij op dat ze extreem gericht waren op hun eigen problematiek en bovendien zichzelf zonder uitzondering neerzetten als slachtoffer van discriminerend Nederland.
Een paar meter achter mij, aangedrukt tegen de zaalwand, gniffelde ene Wouter, omringd door een aantal vazallen. Zijn triomftocht zou niet snel daarna een aanvang nemen.
Ik moet zeggen dat ik dat congres ontgoocheld verliet… Sindsdien is het nooit meer helemaal goed gekomen tussen de partij en mij. Weliswaar ben ik nog lid en heeft Ruud op mijn stem kunnen rekenen, maar de liefde is van mij uit niet meer onvoorwaardelijk. Waarom?
Omdat ze een air hebben zichzelf verstandiger en deskundiger te vinden dan de criticasters van de multiculturele samenleving. Of eigenlijk, ze lijken die ciriticasters min of meer kwaadaardige onbenullen te vinden. En ik voel me zo’n criticaster.
Omdat ze eigenlijk meer tégen de oorlog in Irak waren dan vóór. En ik was falikant vóór.
Omdat het er alle schijn van heeft dat ze door de allochtone kiezers gekaapt zijn en zich, vanwege dan onvermijdelijk zetelverlies, niet eens meer kunnen permittéren een kritische houding jegens hen aan te nemen. En ik gaf al aan: ik heb die kritische houding wèl.
Hoe moet dat nou? De stemming van afgelopen week heeft nu aan iedereen duidelijk gemaakt dat de partij gekaapt is door de allochtonen. Een kritisch woord inzake de multiculturele samenleving valt van deze zijde niet meer te verwachten. Wat doen straks met de kamerverkiezingen de autochtone kiezers van de partij?
Toch, het mag dan inderdaad zo zijn dat het hier om slechts twee personen gaat – en twee vertegenwoordigers vind ik geen verkeerde zaak -, mijn waarneming is momenteel wel mooi hoofdonderwerp in de krant. Het verweer van de partij vind ik overigens weer buitengewoon tendentieus: Het zou allemaal rieken naar racisme. Ik neem aan dat ik me ook aangesproken moet voelen?
Kracht en discipline kun je aanleren
Met dit schrijven reageer ik op het interview van Hans de Boer door Kees van der Molen:’Het gevaar van een verloren generatie’, in het HD van zaterdag 4 februari.
In dit korte interview wordt maar liefst negen maal nadruk gelegd op het stempel Allochtone jongeren. Het is een zwaar stempel dat op de ziel van de jonge Nederlander drukt. Ik zou veel liever hebben gelezen dat een aantal van onze jongeren bepaalde werknemersvaardigheden missen. Hierdoor kunnen enerzijds ondernemers geen nieuwe betaalbare werknemers vinden. Anderzijds kunnen deze jongeren niet aansluiten in de rij van werkgraag volk. Immers het beoogde ethos is hen onbekend.
De tergende, bij herhaling, veroordelende bestempeling als buitenlander, slaat de energie uit deze in Nederland geboren jonge mensen. Terecht zoeken zij steun bij hun lotgenoten om zich boosaardig nog verder te vervreemden van onze oudere samenleving. Men spreekt een andere taal, men behept zich met andere doelen en uitgangspunten en de ondernemer heeft het nakijken. Immers, een uitbreiding van de onderneming gaat gepaard met een langdurige zoektocht naar jongeren in het bezit van de verlangde werknemersvaardigheden. Jongeren zonder deze vaardigheden zijn namelijk te duur. Zij komen niet opdagen of komen te laat. Ze laten zich niet opschepen met werkopdrachten en willen het gehele weekend lol trappen. Het werk dat gedaan moet worden, dient de baas goed uit te leggen en als het niet goed lukt, dan moet hij het maar zelf doen.
De veronderstelling dat de achterstand, die sommige jongeren oplopen, te maken zou hebben met hun culturele achtergrond, heeft natuurlijk grote invloed, maar het komt vooral ook omdat we de jongeren op een negatieve manier hieraan blijven herinneren. Dat de betreffende jongeren zich hiertegen wapenen, door tegen elkaar aan te slijpen, dan wel te schuifelen of te schurken en het gedrag van elkaar gaan imiteren, is een begrijpelijk gevolg.
Ik ben groot voorstander van het doorbreken van deze situatie. Het is tijd voor het aanleren van kracht en discipline. Bouw aan zelfvertrouwen en biedt regels. Een mooie manier is het samen werken aan de opbouw van Nederland. Samen verplicht aan de slag voor ons kikkerlandje. Dijken ophogen, grachten graven, oude mensen helpen, klaar-over zijn en conciërge. In het Sociale Leger kan je als jongere terecht om nuttig werk te doen voor Nederland.
Iedereen doet mee!
1. We vragen de ondernemers van de BV Nederland mee te doen om zoveel mogelijk stageplaatsen te creëren;
2. We stellen ouders, onderwijsinstellingen, politie en arbeid toeleiders verantwoordelijk voor het verzorgen van een vangnet dat erin voorziet dat geen enkele jongere wordt gevrijwaard van de plicht om mee te blijven doen;
3. We organiseren vanuit de gemeentelijke Diensten voor Werk en Inkomen, jongerenwerkplaatsen waar primair aandacht is voor het aanleren van de basale werknemers vaardigheden;
4. De jongere is verplicht aantoonbaar mee te doen met scholing dan wel werk of een jongerenwerkplaats;
5. Het Ministerie van Defensie richt opnieuw faciliteiten in van waaruit jongeren, die niet vrijwillig meewerken, worden opgevangen en op straffe niet mis te verstane wijze wordt duidelijk gemaakt dat ze Nederlander zijn en dienen mee te bouwen aan dit mooie land. Kracht en discipline zijn de magische woorden die als een rode draad het leven beheersen van de jongeren. Vanaf heden zijn zij Sociaal Militair en zij kunnen bepaalde opleidingen volgen, naast het werken aan diverse projecten;
6. We zorgen ervoor dat de verschillende initiatieven op elkaar aansluiten en leggen de coxf6rdinatie bij het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Deze rekent financieel af met de verschillende partijen en gemeentelijke Overheden die aantoonbare resultaten moeten realiseren;
7. De jongeren en de ondernemers worden door de Overheid gexefnformeerd over mogelijkheden op financieel en sociaal gebied indien je meewerkt aan deze operatie;
8. Jongeren die ziek zijn krijgen toch alternatieven aangeboden, zoals bijvoorbeeld Sociale Werkvoorziening banen en Participatiebanen.
9. De term allochtone jongere wordt verwijderd uit de Dikke van Dale. We noemen deze jongeren voortaan onze jongeren. En wij nemen als Maatschappij, dus met z’n allen, de volledige verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hen en zonodig helpen we hun ouders daarbij.
Werk als witte motor. Een plan voor participatie regelt dat werk dat nu te vaak blijft liggen, toch wordt uitgevoerd. Alles met maar 1 doel voor ogen. Onze jongeren kracht en discipline bijbrengen, zodat ze direct deel uitmaken van onze samenleving.
De vraag is eigenlijk hoe begeleid je vanaf de wieg naar zelfstandigheid? Anders gezegd: Hoe breng je de wereld van de opvoeding en de wereld van het vrije ondernemerschap samen? Tussen deze twee werelden zit een diep ravijn. Niet iedereen red de overstap geheel zelfstandig. Velen storten de ravijn in of worden er ingeduwd. Kracht en discipline zijn eigenschappen waar je niet buiten kunt.
De middelen die de Overheid biedt om ondernemers en onze jongeren op weg te helpen zijn niet toereikend. Het gebrek aan kracht en discipline enerzijds en de verlammende regels voor ondernemers anderzijds, maken een ontmoeting tussen deze twee werelden moeilijk. De Overheid kan hier helpen door de regels te flexibiliseren en de Wet Werk voor Inkomen door te zetten.
Ruud Antonisse, 5 februari ’06
Ruud Antonisse is oprichter/directeur van Stichting Het Juttersdok te Amsterdam. Deze stichting biedt jongeren de ruimte om te werken en probeert de kloof tussen de straat en werk samen met de jongeren te overbruggen.
De woorden allochtoon en autochtoon vind ik trouwens wel nuttig en correct. Bovendien, ze zijn vrijwel aan elkaar gelijk, zowel in letters als in uitspraak. Van mij moeten de woorden dus blijven, alhoewel ze inderdaad best wat spaarzamer gebruikt mogen worden, dus alleen wanneer de context daar bij gebaat is.
Je stuk bevat me net even te vaak het woord ‘moeten’. Ook denk ik bij kracht aan spierballen en bij discipline aan het leger. Ik zie dus, je stuk lezend, steeds van die troepen voorbij marcheren. En moeten mijn eigen jongeren ook die sociale dienstplicht gaan vervullen? Een oud plan dat niet voor niks er nog niet is. Er kleven allerlei nadelen aan. Hoe hebben anderen gereageerd?