Pastors winnaar van het debat

Peter van Lenth
Volg me

De hele avond en nacht Verdonkdebat II gevolgd. (Het is nu 3 uur midden in de nacht.) Jij ook, neem ik aan. Ik hoef hier dus niet samen te vatten wat er allemaal door wie is gezegd. Wel wil ik melden wie er de meeste indruk heeft achtergelaten op mij. And the winner is …. Marco Pastors!

Hij zat, maar dat weet je natuurlijk, in het ploegje bij Paul Witteman en mocht commentaar leveren. Terwijl naast hem een hoogleraar regel=regel oreerde (je weet wel: gelijke monniken, gelijke kappen), poneerde Pastors het idee dat wat hem betreft er wèl met twee maten gemeten mag worden. Witteman vroeg door. En ik vond de verklaring van Pastors volstrekt in lijn met mijn eigen idee van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’.

Wat Pastors feitelijk zegt is dat dezelfde regel bij de meesten wel moet worden toegepast en bij sommigen niet, afhankelijk van andere omstandigheden die maken dat de regel bij die sommigen misplaatst is. Hij erkent dat de wet niet echt toegesneden is op deze uitleg en dat met name rechters niet veel anders lijken te kunnen doen dan de regels rechtlijnig toe te passen. Maar zeker voor de politiek ziet hij de schone taak weggelegd de wetregels zodanig aan te passen dat regels flexibeler kunnen worden ingezet.

Pastors vond dat de fractieleiders in het debat in de Tweede Kamer uitgingen van een verkeerde kritiek, namelijk de interpretatie van het vreemdelingenrecht en de wet die het Nederlanderschap regelt. De fractieleiders bekritiseerden de minister inderdaad er vooral op dat zij in de fout was gegaan omdat Ayaan toch Ali bleek te mogen heten. Ikzelf had ook al zo mijn bedenkingen bij dit type kritiek. Immers, wat zouden ze hebben gezegd als Ayaan’s grootvader toevallig niet Ali had geheten? Op mij hadden de fractieleiders meer indruk gemaakt als ze het regel=regel idee hadden bekritiseerd.

Twee uitspraken van Verdonk: “gelijke gevallen behoren gelijk te worden behandeld” en “het besluit om de vooralsnogbrief te sturen, dat is de normàle procedure”.

Laat er nou in Nederland geen andere ‘monnik’ als Ayaan rondlopen. Bij de afweging of er sprake is van gelijkheid, zullen echt meerdere facetten van de mens een rol moeten meespelen. Hoe kan het dat iemand als Ayaan – volksvertegenwoordigster, bedreigd, nationaal en internationaal bekend – middels een normale procedure wordt gelijkgeschakeld aan een abstract ‘gelijk geval’, slechts op basis van een enkel gegeven.

Dit regel=regel fenomeen teistert trouwens onze samenleving in bredere zin. Wellicht uit een diepgewortelde angst voor een corrupte overheid zijn wij de tegenpool geworden van een land waar iedereen alles voor elkaar krijgt als er maar gekonkeld en betaald wordt. Da’s een mooi resultaat van een eeuwenoud democratisch proces, maar we schieten daarbij op punten flink door.

Een voorbeeld uit de praktijk: Bij een ziekenhuis stond bij de ingang van het gedeelte waar geparkeerd kan worden met achteraf-betaling een rij van 20 auto’s te wachten op incidenteel uitrijdende auto’s. Ik moest echter over vijf minuten bij de professor zijn voor controle. Ik parkeerde dus maar dit keer van lieverlee bij een parkeerautomaat. Er ging voor een uur geld in. Na een uur en 10 minuten keerde ik terug en vond een bon. Mijn schriftelijk verweer was dat ik toch moeilijk kon weglopen uit het consult met de mededeling dat de parkeermeter even bijgevuld moest worden. Ik was volstrekt kansloos, onder het motto “gelijke monniken, gelijke kappen”, zal ik maar zeggen. Ik weet zeker dat iedereen zulke ervaringen heeft. Ze zijn een symptoom van wat Pastors – laat ik zo vrij zijn te vermoeden – bedoelt: Er wordt met één maat gemeten.

Maar goed, laat ook ik hier pleiten voor het meten met één maat. Of correcter uitgedrukt, ik pleit voor het meten van één facet met één maat. Maar laten we vooral onder omstandigheden niet volstaan met het meten van slechts één facet. En laten we nogeens beseffen dat we voor verschillende facetten verschillende meetsystemen hebben. Voor een rechtvaardige beoordeling van een mens geldt vaak dat er gekeken moet worden naar meerdere facetten en dus met meerdere maten gemeten moet worden.

Zo uitgelegd moet er vaak zelfs niet met twee maten worden gemeten, maar met nog veel meer maten.

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

0 reacties op Pastors winnaar van het debat

  1. Jansen zeggen:
    Na de tweede lafhartige aanval op Verdonk (hoeveel kan een mens hebben) kon ik het niet laten even iets op de site van Lousewies vd Laan te deponeren:

    ‘ARP

    Jammer dat u weer zo tekeer ging, misschien moet u de volgende keer dan ook maar uw hockeystick meenemen.

    Nouja het kan natuurlijk allemaal leiden tot een hoger doel, dat is niet uitgesloten.

    Na de val van het kabinet, stapt u uit D66 dat is logisch, wat moet je onder zo’n leipe lelykerd als Pechholt.

    En gaat uw eigen weg die u al eerder ingeslagen had, namelijk u richt een broodnodige nieuwe partij op:

    de Anti-Religie Partij

    Als tegenblok
    voor de Islam Partij (PVDA) die samen met GL en nog zo wat staat te trappelen om Nederland nog verder in het verderf te storten.

    De ARP en VVD en Wilders ook erbij kunnen heel ver komen, sterker het land weer recht trekken.

    CDA moet natuurlijk gewoon buitenspel omdat die heult met de moslims.’

    Misschien is Atheisten Partij overigens beter

  2. willemien zeggen:
    @Peter:
    Ik heb altijd moeite met het ‘niet iedereen is even gelijk’-principe, maar in dit geval kan ik met je meegaan.

    Goed uitgelegd, facetten en maten.

    Ik denk overigens dat er nog heel wat gekonkeld en betaald wordt.

  3. pvl zeggen:
    @Jansen
    Hmm, ik geloof dat we beiden een voorkeur voor een athexefstische p.p. hebben, maar inzake andere zaken lijnrecht tegenover elkaar staan. En ik maar denken dat athexefsten dezelfde kant op redeneren. 🙂

    @Willemien
    Ik moet toegeven dat ik die laatste allinea na een kwartiertje heb herschreven door er ‘facetten’ bij te halen. Wat ik zei klopte gewoon niet en nu is het opeens begrijpelijker – in elk geval voor mij – waar veel mensen een denkfout maken.

  4. joost zeggen:
    Als schaakscheidsrechter word ik regelmatig geconfronteerd met regeltjes en reglementen. Daarbij is het internationale FIDE-reglement het belangrijkst. Het voorwoord daarvan luidt: “De Regels voor het Schaakspel kunnen niet alle mogelijke situaties, die tijdens een partij voorkomen, dekken. Evenmin kunnen ze alle administratieve kwesties regelen. In situaties die niet nauwkeurig door een artikel van de Regels worden geregeld moet het mogelijk zijn om tot een juiste beslissing te komen door analoge situaties in overweging te nemen, die wel in de Regels voor het Schaakspel zijn behandeld. In de Regels wordt er vanuit gegaan dat arbiters over de vereiste bekwaamheid beschikken, een goed beoordelingsvermogen hebben en volstrekt objectief zijn. Een te gedetailleerde beschrijving van een regel kan ertoe leiden dat de arbiter niet in volle vrijheid kan beslissen en zou hem daardoor kunnen beletten de oplossing van een probleem te vinden, gebaseerd op billijkheid,
    logica en bijzondere omstandigheden.”

    Het is een waar genoegen om in het woud van regeltjes op dit voorwoord terug te kunnen grijpen – en dat komt vaker voor dan je zou denken.

  5. pvl zeggen:
    Klinkt goed. Anderzijds, ik kan me niet zo goed voorstellen dat er in het schaakspel, of in de schaakcompetitie, zoveel variatie mogelijk is. In het voetbal zijn de bewegingen en posities van de spelers uiterst divers en moet de scheidsrechter de mogelijkheid hebben om te beslissen of een handeling kwade opzet was of per ongeluk of zelfs acceptabel. Maar in het schaakspel nu ook al? Wat moet ik me daarbij voorstellen? Een schaker zit met beide voeten, zonder schoenen, op de stoel. Mag dat? Zoiets?
  6. joost zeggen:
    Artikel 12.6 van het reglement luidt: “Het is verboden de tegenstander, op welke wijze dan ook, af te leiden of te hinderen.”
    Het staat er zo simpel, maar wat de één als hinderlijk ervaart merkt een ander soms niet eens op. Bovendien zijn de regels weliswaar in principe voor iedereen gelijk, maar er is wel degelijk verschil tussen diverse soorten wedstrijden en toernooien. Sommige dingen kunnen bij een groot internationaal toernooi absoluut niet door de beugel, terwijl ik ze bij een wedstrijd in de regionale competite soms stilzwijgend kan laten passeren.

    In principe is er niets op tegen om in kleermakerszit met blote voeten op je stoel te zitten. Daar doe ik ook niets tegen zolang niemand begint te klagen dat die voeten wel erg onappetijtelijk ruiken. In dit geval is het zelfs waarschijnlijk dat een speler naast de blotenvoetenman er eerder last van heeft dan diens tegenstander. Iets soortgelijks treedt op bij iemand die erg hoorbaar een appel eet of koffie zit te slurpen, of met een pen zit te klikken…
    Evenmin als bij voetbal zijn al die schakeringen in regeltjes te vangen. Van de scheidsrechter wordt verwacht dat hij zulke conflicten in de geest van de wedstrijd oplost. Soms vergt dat veel tact en overredingskracht.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *