- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
Deze woorden kwamen zomaar in me op, op een van de laatste dagen van mijn vakantie. Het afgelopen jaar heb ik uitgebreid, via weblogs, mijn meningen over van alles en nog wat gegeven. En dan moet je opeens op vakantie. Van de weeromstuit had ik niet eens de gelegenheid om mijn trouwe lezers mee te delen een tijdje op vakantie te zijn. Waarvoor mijn excuses. Jullie zijn nu natuurlijk volslagen afgehaakt en komen heel misschien een dezer maanden, op een toch al verloren tijdstip, slechts toevallig terugkijken op deze site, om dan te merken dat meneer er plotseling weer wel was, drie weken later. Met een artikel dat volstrekt afwijkt van wat er vòòr de vakantie zoal geproduceerd werd. Afwijkend, want de vakantie heeft zijn sporen nagelaten, althans minstens voor even. Ik ben benieuwd na hoeveel tijd ik weer hersteld ben van het vakantiegevoel. Of ben ik juist nu hersteld en gaat een dezer dagen, weken de pathologie van het nadenken weer bij me toeslaan?
Alles is vanzelfsprekend, zolang je maar nergens over nadenkt. Is dat zo? Je wordt geboren, kijkt om je heen en murmelt, op basaal, tentatief niveau, “Hé, wat is dit allemaal? Oh, okay, dit is dit en dat is dat…”. En je accepteert alles zoals het zich aan je presenteert. Immers, je zou wel gek zijn om over alles direct te gaan nadenken, toch? Je vader en moeder vertellen overal de naam bij en je bent blij dat je het nu allemaal kan benoemen. Heerlijk, die helderheid. De zon is de zon, de maan de maan, slapen doe je met de ogen dicht en pindakaas is lekker.
De reis leidde eerst naar Praag. Gek, maar het was net Europa. Ik was eigenlijk geschokt door deze bevinding. Een aantal dagen later kwamen we terecht in Budapest. Ook hier trof ik Europa, terwijl ik toch echt had verwacht zo langzamerhand te gaan terechtkomen in het ons wat vreemde oosten, midden tussen de zigeuners en wilde paardrijders. Maar nee hoor, het waren mondaine steden, nog grootser en nog historischer dan ons eigen Amsterdam. En er liepen normale mensen in overvloed. Geen armoe drong zich aan me op. De mobieltjes bliepten overal aan en uit. Constant flitsten digitale cameraatjes de verlichte kastelen aan de andere kant van de rivier.
Ik raakte onthecht van mijn weblog, van mijn meningen. Hoe zat het nou met de wereld? Stel dat ik in een Afrikaanse of Aziatische of Arabische stad zou rondlopen… Zou ik dan ook geschokt zijn, door alle normale mensen, met hun normale mobieltjes en normale cameraatjes? Maar ik dacht er steeds minder over na en daardoor werd alles steeds meer vanzelfsprekend. Alles wordt weer vanzelfsprekend, als je stopt erover na te denken.
In Oostenrijk, aan de grens met Slovenië, raakte ik alleen maar stiller en stiller. Serener is een beter woord. De pracht van dat land, die märklinbergen, geen wonder dat de Oostenrijkers zo tevreden zijn met hun seksleven. Het meest tevreden van alle Europeanen, heb ik gelezen. Seks op zo’n bergweide, wij moeten daarvoor ver reizen en kunnen dat misschien één keer per jaar. Zij doen dat wellicht elke zomer wekelijks. Geen lederhosen gezien trouwens. Ook de Oostenrijkers zijn duidelijk geïntegreerde Europeanen, in normale spijkerbroeken en t-shirts. Ik heb er trouwens maar weinig allochtonen gezien, en al helemaal geen in de bergen met bergschoenen, rugzak, regenjas en tegenwoordig ook uitschuifbare stok. Ook op de campings trof ik ze niet aan. Heerlijk rustig op die campings trouwens, zo lekker kampeerders onder elkaar. Dat subcultuurtje ligt me wel.
Op het duitstalige nieuws op een radio of tv – of was het in een duitstalige krant, ik raak steeds verder gedesoriënteerd – is het bericht dat Gunther Grass heeft bekend bij de Waffen-SS te hebben gediend. Ook wordt me duidelijk dat Israël en Libanon (oh sorry, ik bedoel Hezbollah) op het punt staan een wapenstilstand in acht te gaan nemen en dat er buitenlandse troepen naar het gebied zullen gaan. Ik staar ondertussen naar de bergen en zwem in het meertje heen en weer. Het zal allemaal wel, denk ik. Nadenken kan later wel weer eens.
In Duitsland, half op weg naar huis, zoeken we een camping voor de nacht. We komen terecht bij het dorpje Wallenbau, op een haast ideale, en misschien ook wel idealistische, camping. Alles is er mooi en goed geregeld, tot en met de gescheiden inzameling van het vuil. Om negen uur ’s avonds, terwijl wij een maaltje bestellen, zit er voor onze neus, aan twee lange tafels, een groep jonge zestigers. Eentje hanteert de accordeon. De Duitse liedjes worden voorzichtig meegezongen. Allemaal halve en hele schlagers, van bijna allemaal hebben wij een Nederlandse variant. Goeie sfeer, denk ik vanzelfsprekend. Even later denk ik, hoe is het mogelijk dat hun ouders zo duivels hebben gedaan? Maar ja, misschien waren hun ouders wel juist goeie moffen. Ik besluit maar niet verder te denken.
De volgende dag, nu definitief op weg naar huis, zie ik bij een wegrestaurant weekblad Stern, met op de voorpagina een propagandaplaat van de Waffen-SS gecombineerd met een portret van Gunther Grass. Ik besluit het te kopen, benieuwd als ik ben naar de mening van De Duitser zelf. In de auto, op de bijrijderstoel, lees ik zijn levensverhaal en wat de redacteuren en commentatoren van zijn coming-out vinden. Ze vinden dat hij, uitgerekend hij die over iedereen en alles zo moralistisch kon praten, van zijn voetstuk is gevallen. Met name links is alweer een boegbeeld kwijt.
Ik ga bij mezelf na of ook ik van mijn voetstuk kan vallen als mensen mijn geheim zouden weten. Ik zoek mijn geheim, maar kan er geen vinden. Of het zouden bepaalde seksfantasieën moeten zijn. Nee toch niet. Teveel mensen uit mijn omgeving weten al heel lang van die fantasieën, flapuit als ik geregeld was, in de hoop wellicht dat er eentje op zeker moment uit herkenning zou bijten. Drugs gebruikt? Ja, heel vroeger, stuff, speed en twee keer lsd. Zelfs nog een donkerblauwe vrijdagnacht huisdealertje van speed geweest. Stonden die junks zielig tegen me aan te hangen, omdat ze nu even niet konden betalen. Binnen 72 uur ermee gekapt. Vijf jaar geleden voor het laatst een joint gerookt. Nou, dat hebben we geweten. De afstand naar ons huis was maar zestig meter, maar het was een helse tocht. De seks daarna was trouwens wel memorabel. Maar zijn dit geheimen en werpen deze zaken mij van mijn voetstuk? Ach, wat zeur ik. Ik sta niet eens op een voetstuk.
Terug thuis. Na het, dit keer rustigjes, uitladen van de auto zijg ik neer op de bank en blader in luttele minuten drie weken krant door. De krant van deze zaterdag krijgt wat extra aandacht. Met name het commentaar van Nausicaa Marbe (Volkskrant, 19 aug., Forum, p.17) treft me. Zij heeft duidelijk nagedacht, of in elk geval de Duitste media intensief tot zich genomen. Haar conclusie: Gunther Grass leest ons alweer de les, door de draai die hij aan zijn daad heeft weten te geven. Ze tuint er gelukkig nog net niet in, en ik besluit dat eveneens niet te doen.
In deze vakantie heb ik over veel niet nagedacht, en veel was vanzelfsprekend. Een collega is groot pleiter voor Tao, Boedhisme en dat soort zaken. De kunst van het niet nadenken, zal ik maar zeggen. Alles wordt er vanzelfsprekend door. De vrede kan bezit van je
nemen. Heerlijk toch? Want al die argwaan die de nadenkende kenmerkt, ach van al die argwaan is maar een promille terecht, toch? Misschien, maar misschien eigenlijk toch wel meer. Misschien wel een procent. En het lot van de loterij zal je maar treffen. Het zal je maar gebeuren dat opeens een normale man zich op tien meter van je tot ontploffing brengt. Of dat ze je familieleden ontvoeren en afvoeren.
Gunther Grass was pas 17 toen hij zich vrijwillig bij de Wehrmacht aanmeldde. En later meldde hij zich onvrijwillig bij de Waffen-SS. Een jeugdzonde die in die tijd makkelijk gebeuren kon, zo merken de milde critici op.
Maar ik zeg: Gunther Grass was àl 17 en het was àl 1943 toen hij zich geheel vrijwillig bij de Wehrmacht aanmeldde. Een leven lang heeft hij daarover gezwegen. In zijn biografie, die nodig was voor het Nobelprijs-kommitee, deed hij het voorkomen alsof hij gewoon soldaat was, een positie die niet te ontlopen was, vanwege de dienstplicht. Zijn leven lang heeft hij anderen de les gelezen en wij vonden het prachtig. Zo nam hij het zelfs op voor mensen die in de oorlog niet helemaal zuiver waren geweest. Zijn barmhartigheid was ons ten voorbeeld. Maar die stellingname staat nu in een ander, minder glanzend, licht. En hoe hij zijn eigen daden en zwijgen nu rationaliseert… Het is uiteindelijk toch vooral een mooiprater gebleken.
Wat hebben Hitler, Gunther Grass en ik met elkaar gemeen? Wij zijn moralisten, moraalridders. Nadenkers. Wij oordelen. En wij veroordelen. Ik zeg: Kijk uit voor die lui. Ze kunnen mooie dingen zeggen en je duidelijk maken wat goed en wat slecht is. Maar ze kunnen je ook aanzetten tot haat, moord en etnische zuivering. De geschiedenis kent vele voorbeelden van mooie woorden die slechte daden hebben uitgelokt.
Afijn, ik geloof dat het nadenken bij mij alweer begonnen is. De glans van de vanzelfsprekendheid is weer snel, te snel, aan het wegtrekken. Jammer.
Moralisten zouden, desnoods op doktersrecept, heel vaak op vakantie moeten.
Maar hij is ook op het sziget festival geweest.
Zelf was ik daar ook, met vrienden, om een week lang op een eiland in de donau in budapest te genieten van goede muziek en sfeer. Een lowlands in het kwadraat een pinkpop tot de vierde macht en feestparadijs met voor ieder wat wils. Een blues-, jazz-, metal-, wereldmuziek-, roma-, afro-, talent-, dance-, ambient-, dans-, caberet-, en een hoofdpodium waren een aantal plekken die je kon bezoeken. Kunstwerken, tafelvoetbaltafels, trampolines, hangmatten en zelfs een zwembad zijn een kleine greep uit het grote aanbod niet-muzikale atracties die ook op het terrein te vinden waren. En dan moeten we niet de enorme keuze aan lekker eten vergeten.
Daar hadden we afgesproken. Met smsjes waarin stond dat ik een rollator moest meenemen, waren we bij elkaar gebracht.
Na heerlijk geslenterd en gegeten te hebben kwamen we in de roma tent (een favorietje van ons, vanwege de heerlijk dansbare en opslepende zigeunermuziek), zonder af te spreken op een dag met pakweg 50.000 mensen, mijn vrienden tegen. De vader van een van mijn vrienden en een vriend van hem waren er toevallig ook. Zij bleven zelfs de hele week.
Sta je daar met je beste vrienden en zelfs ouwe lui op zo’n festival. Mooi is dat van die ouwe lui. Rollators hadden ze niet nodig, zelfs de opa die ik op het festival gezien heb niet. Zo’n festival houdt je jong.
Groet joeri(V)
Oja, en het was heel leuk
De politie en spoorwegbeambten hadden alles ook prima voor elkaar en waren ronduit vriendelijk. En dat in een voormalig oostblokland. Nee, ze horen er helemaal bij. Alleen de Euro moeten ze nog doorvoeren. Daarvoor moeten ze eerst hun financiën op orde brengen. Gaat lukken, zeker weten.
De sfeer op het festival was werkelijk fantastisch. Ik bleef fotograferen. Wellicht wordt mijn volgende blog een photoshoot.
Zodra ik tijd heb ga ik uitgebreid uw logjes tot me nemen.