- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
In een interview met Marcel van Dam (Volkskrant Magazine, 16 december 2006) komt onze ervaren debater met de volgende analyse van de politieke ontwikkeling bij de PvdA: ‘Iedereen denkt altijd dat de politiek vroeger beter was. Laat ik dit zeggen: de politiek wàs vroeger beter. Toen hadden we standpunten, sociaal-democratische standpunten en gingen we het land in om de mensen ervan te overtuigen dat dat de goede standpunten waren. Nu gaan ze drie keer per week naar een focusgroep om te vragen hoe de mensen erover denken. En dat wordt dan hun standpunt. Dat is niet de politiek zoals ik me heb voorgesteld. […] Wat ik opmerk, valt in een gat. Men is daar niet ontvankelijk voor. Sommige dingen wil men niet horen.’
Laat ik even veronderstellen dat Van Dam onverkort achter deze woorden staat en de interviewer geen relevante uitspraken heeft weggemoffeld. Er zit mijns inziens een frappante denkfout in ’s mans hoofd verscholen. Hij veroordeelt blijkbaar de moderne praktijk van het enquêteren en het vertalen van de uitslagen daarvan naar beleidsvoornemens. Hij voelt nostalgie naar de jaren waarin een handjevol politieke voormannen en –vrouwen op basis van hùn standpunten beleidsvoornemens formuleerden. Hij lijkt die oude vorm van hoger democratisch gehalte te vinden dan de nieuwe praktijk. Da’s toch eigenlijk wel heel merkwaardig, immers, is het niet de taak, juist van democraten, om goed te luisteren naar de wil van het volk?! Gaat een politicus niet eigenlijk zwaar over de schreef als deze de wil van het volk negeert ten faveure van de eigen wil en tegelijk zichzelf als democraat neerzet? Zou elk persoon die de democratie omarmt niet juist blij moeten zijn met de hedendaagse ontwikkeling dat politieke barometers zich vertalen in beleidsaanpassingen bij de politieke partijen? Zouden we niet eigenlijk juist blij moeten zijn met politici die hun mening op basis van stemmingen en uitspraken als bij standpunt.nl, waar mensen uit het volk niet alleen stemmen maar ook aan het woord komen, een aantal graden bijstellen?
Nu is er wel eveneens iets merkwaardigs aan de hand met degenen die zeggen te luisteren naar de wil van het volk. Immers, ‘het volk’ is geen entiteit met een mond of een wil. Ernaar luisteren is dus feitelijk een onmogelijkheid. ‘Het volk’ is een abstract begrip, net als ‘de kiezer’ trouwens. Daarover verbaas ik me telkens weer bij elke verkiezing; dat ‘de kiezer’ die of die partij terecht heeft gewezen. Er bestaan heel wat kiezers, maar ‘de kiezer’ bestaat nou weer net niet. Elke verslaggever die er toch kond van doet, gaat zijn of haar boekje te buiten en zet ons zo op een verkeerd denkspoor.
Voor een politieke partij lijkt het me dat deze veel moet enquêteren onder de eigen leden en de gezochte (!) aanhang. Voor een sociaal-democratische partij is het nogal onbelangrijk om te weten hoe rotsvaste SGP-kiezers ergens over denken. Maar de mening van bepaalde andere groepen in de samenleving zullen ze toch graag willen weten. Tuurlijk, sommige ideologen in de partij zullen bij menig onderwerp het gevoel krijgen dat hun gezochte achterban eigenlijk nogal, laten we zeggen, hersenloos is. Maar ja, da’s dan wel erg negatief gedacht en misschien moeten ze dan maar een andere partij, voor hun eigen verheven soort, oprichten. Veel plezier ermee, zou ik zo zeggen.
Toch nog even een kritisch woordje over de hedendaagse enquête-politiek. Stel dat een politieke partij 80 procent van de stemmen heeft en de anderen dus 20 procent. Die andere partijen denken vervolgens: Potdorrie, wij willen graag meer macht, dus eens even kijken wat voor standpunten die grote partij eigenlijk heeft. Er wordt her en der aan het partijprogram gesleuteld op basis van de nodige enquêtes en warempel, bij de volgende verkiezingen is de partij gegroeid. Uiteindelijk leidt dat er met haast wiskundige precisie toe dat er twee machtsblokken komen die ieder ongeveer 50 procent bezitten. Altijd kunnen de partijen worden ingedeeld op een schaal van links naar rechts, hoewel het zo kan zijn dat zelfs de meest linkse partij rechts is vergeleken met een of ander land in Zuid-Amerika, of de meest rechtse linkser dan de Amerikaanse Democraten. Links-rechts zegt dan alleen maar iets over de verhoudingen binnen dit ene land. Maar goed, ik beoogde te waarschuwen dat we voortaan eerder wel dan niet te maken krijgen met machtsblokken die elkaar in haast volkomen evenwicht houden.
We lijken het er momenteel allemaal over eens dat een volkomen machtsevenwicht ongezond is, immers men vindt dat het land bestuurd moet worden door een partij die kan rekenen op een flinke meerderheid. Mogelijk moet er iets fundamenteels op verzonnen worden. Het heilige principe van de meerderheid (50 procent plus 1) moet misschien op de schop. Eén idee is om een kabinet te vormen van de grootst denkbare combinatie die bereid is samen te werken en de vereiste kamermeerderheid dynamisch aan te passen. Kortom, de grens van 75 zetels zou ter discussie moeten komen te staan.
Ach, het is maar een idee, om de gedachten te prikkelen. Want geloof me, de huidige impasse wordt een structurele aangelegenheid welke staatsrechterlijke aanpassing waarschijnlijk noodzakelijk maakt. Welkom in de volgende democratievorm, die van de enquête-democratie.