Detail in de rechtspraak

Peter van Lenth
Volg me

Elie Wiesel zette me op een spoor. Laat ik citeren uit het interview dat vandaag in de Volkskrant stond.

“Als verslaggever heb ik zowel het proces tegen Adolf Eichmann als dat tegen Klaus Barbie bijgewoond. Daar werd ik getroffen door wat de afwezigheid van de slachtoffers bewerkstelligt. In de rechtszaal hangt een plechtige sfeer die de woorden een andere weerklank verleent. Kan de waarheid daar aan het licht komen, kan de magistraat die waarheid bevatten? De betekenis daarvan gaat immers alle rechtvaardigheid, alle rechtsherstel te buiten.”

Ik moest terugdenken aan Mihai’s almaar voortdurende pleit voor een rechtbank waar iedereen in de wereld een ander land kan aanklagen, hoe machtig zo’n aangeklaagd land ook is, hoe arm of achtergebleven zo’n vermeend slachtoffer ook is. (Met Mihai had ik vorig jaar hevige disputen.) Hoewel zijn pleit me wel heeft bereikt, heeft het op mij nooit echt indruk gemaakt. In feite vond ik dat Mihai zijn hand overspeelde door zijn in theorie mogelijk valide argument dat er een rechtbank ontbreekt die boven alle wereldpartijen staat te vergezellen van de notitie dat het ieder vermeend slachtoffer vrij staat op een andere, desnoods gewelddadige, manier zijn recht te halen zolang die rechtbank ontbreekt. Hij legitimeerde er terrorisme mee, al stelde hij dat het geen terrorisme is in de ogen van die ‘slachtoffers’.

Mihai daagde mij destijds uit om te komen met argumenten tégen zo’n rechtbank. Eén van mijn stellingen was dat zo’n rechtbank alleen kans op succes heeft als deze wordt erkend door alle staten en dat dit, gezien het feit dat staten over cruciale onderwerpen verschillend – of sterker zelfs: tegengesteld – denken, een onrealistische utopie is. Mihai’s kritiek erop was dat het duidt op minachting, superioriteitsgevoel en machtspolitiek van met name de rijke landen, met voorop de Verenigde Staten. De hele discussie was zeer uitgebreid, maar liep desondanks stroef, want we kregen alleen maar ruzie.

Terug naar Elie Wiesel’s ‘waarneming’. Het besef drong des te harder tot me door dat een rechtbank alleen maar op de ideale manier recht kan en zal spreken als deze functioneert in een enkele cultuur, of anders binnen een enkele staat, of anders binnen een enkel statenverband, op basis van de wetten, normen, waarden, gewoonten en regels van die enkele cultuur of die staat of dat statenverband.

Maar deze voorwaarde is op zich nog niet voldoende om een ‘ideale’ uitspraak te garanderen. Er moet namelijk bovendien sprake zijn van een groot gevoel voor detail, want zonder aandacht voor de details is een uitspraak al snel een farce, een Kafkaiaanse verdraaiing, een gemanipuleerd gebeuren. Wiesel’s opmerking maakt verder duidelijk dat zelfs een groot ‘gevoel’ voor detail soms nog onvoldoende is; er moeten bovendien inderdaad genoeg relevante details ‘bekend’ zijn.

Maar betekent dit dan dat we rechtspreken maar beter kunnen vergeten als er onvoldoende relevante details bekend zijn? Onze Westerse rechtspraak is daar feitelijk wel op gebaseerd. Vrijspraak wegens gebrek aan bewijs, heet het dan. Journalisten, columnisten, boekenschrijvers en bloggers, om maar eens wat groepen te noemen, hanteren een iets minder rigide principieel standpunt. Elke professionele journalist dekt zichzelf in door te schrijven dat “A gemarteld zou zijn door B” (let op het woordje ‘zou’), maar de ‘goede lezer’ wordt stiekem geacht de knipoog, de hint, te hebben begrepen. (Wat overigens door de ‘integere journalist’ juist als slecht lezen wordt beschouwd.) In menig niet-Westers land is ‘gevoel voor detail’ in de rechtspraak nog lang niet bereikt en hebben de rechters vooral gevoel voor de onderbuik en de belangen van de gevestigden.

Terug naar Mihai’s idee van een boven alle staten staande rechtbank; is het mogelijk? En nòg belangrijker, is het mogelijk dat deze een ‘ideale’ uitspraak doet? Het gaat, zo lijkt het me nu, om cultuur (waaronder begrepen normen en waarden) en om details. De details moeten bekend zijn en er moet gevoel voor details zijn. En dan moeten degenen die om de uitspraak geven, bovendien nog de uitspraak ‘begrijpen’ en ‘appreciëren’ binnen de kaders van hun eigen cultuur.

Momenteel lijkt me dit nog veel te hoog gegrepen, vanwege de wereldwijde cultuurverschillen èn de verschillen in gevoel voor detail. Maar stel nou eens – dromen mag van mij – dat we momenteel vooral getuige van en deelnemer aan de Grote Woordenstrijd der Ideeën zijn, waarin lokaal ontwikkelde ideeën worden getoetst aan elders lokaal ontwikkelde ideeën, daartoe gestimuleerd door bijvoorbeeld internet… Stel nou eens dat bepaalde ideeën toch als winnaar uit de bus gaan komen, ook al zien we dat momenteel helemaal niet in… Of stel nou eens dat er nieuwe ideeën bedacht worden die door iedereen superieur worden gevonden… Stel nou eens dat we wereldwijd over een paar decennia beduidend minder verschillend zijn gaan denken… Wellicht is dan wel de tijd rijp. Maar er zal eerst nog veel water door de Rijn stromen en helaas ook nog veel bloed her en der vloeien.

De Middeleeuwen zijn nog niet helemaal voorbij, zo vrees ik.

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *