- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
Tijs van den Brink is een van mijn favoriete interviewers. Hij begint met onschuldige, zelfs sympathiek klinkende vragen. De geïnterviewde raakt gerust en vermoedt dat het dit keer wellicht toch niet zo’n vaart zal lopen, ook al heeft de spindoctor voor die sluwe Tijs gewaarschuwd. Dan wordt het tempo waarmee de vragen elkaar opvolgen door Tijs opgevoerd, om de geïnterviewde geen tijd meer te geven de antwoorden nog te overdenken voordat ze de mond verlaten. En de vragen worden steeds gemener. Hoewel…, dat is niet het juiste woord bij Tijs. Zijn vragen zijn nooit echt gemeen. Maar ze zijn wel geniepig. Hij spint een web om je heen om je uiteindelijk figuurlijk te wurgen met die ene vraag. Die ene vraag waarmee andere interviewers al meteen beginnen en waarop de geïnterviewde zo goed geoefend had. Maar door de eerdere antwoorden op al die onschuldige vragen kan dat geoefende antwoord niet meer en moet er geïmproviseerd worden. De oprechte geïnterviewde (veelal politcus) slaat zich er wel doorheen, maar de manipulator moet zonder masker verder en valt door de mand.
Tijs werd dit keer zelf geïnterviewd; zie het Volkskrant Magazine van gister. Interviewer Coen Verbraak deed zijn best en de vragen waren redelijk tot goed. Goeie vraag van de interviewer: ‘Als interviewer wantrouw je bijna elk verhaal dat mensen je vertellen, maar het bijbelverhaal onderschrijf je blindelings.’ Tijs geeft dat min of meer toe, maar geeft ook aan te vermoeden dat God de aarde in meer dan in zes dagen heeft geschapen en niet meer elk bijbelverhaal letterlijk te nemen. Nee, het gaat hem meer om Jezus; daarin heeft hij een rotsvast geloof, en hij zou ‘m (sorry, Hem) zeer graag interviewen, wanneer deze eindelijk terugkeert op aarde.
Ikzelf had af en toe iets van “Vraag ‘m dìt! Vraag ‘m nu dàt!”. Tijs zelf had dat ook vaak, bijvoorbeeld bij Barend & Van Dorp: “Ik zat thuis vaak te denken: ‘Stel nou dìe vraag’, en dat deden ze dan niet.”
Zelf zou ik Tijs flink hebben doorgezaagd over God enzo. Tuurlijk, ik zou eerst onschuldigjes zijn begonnen, maar uiteindelijk waren de strikvragen gekomen, en die zijn er genoeg als het om religie gaat. Hoewel, uit het interview bleek me wel dat Tijs voorwerk op vragen over God heeft gedaan, net als de Jehova’s, zal ik maar zeggen. Die weten aan de deur ook overal een antwoord op te geven. Hun harnas is welbekend aan eenieder die ooit geprobeerd heeft op hun religie-avances in te gaan.
Op de vraag of christenen in potentie betere mensen zijn, antwoordde Tijs: “Nee. Alle mensen zijn slecht. Dat geldt evengoed voor christenen. Zonder Jezus bereikt niemand de verlossing. Voor mij is dat het fundament. Ik kan mij geen bestaan voorstellen zonder dat uitgangspunt. Freek de Jonge zei dat laatst zo mooi: ‘Eerst had ik God, toen idealen, toen werd Ajax nog drie keer kampioen. En daarna had ik niks meer.'” Bij die tekst zette ik een streep, want daarover wilde ik wel een blog schrijven. En dat lees je nu. Het ontlokt me het volgende commentaar:
Freek de Jonge had natuurlijk nooit mogen zeggen dat hij daarna niets meer had. En eigenlijk geloof ik er geen donder van dat hij er zo tegenaan kijkt. Mocht dat wel zo zijn, dan zou ik Freek er graag over interviewen, in een diepte-interview graag, want Freek wil de diepte in.
Maar ook de notie dat alle mensen slecht zijn kan ik absoluut niet onderschrijven. Het is niet mijn ding om zoiets te vinden. Maar wel geloof ik tegenwoordig dat er nogal wat gelovigen zijn die er rotsvast van overtuigd zijn dat de mensen zonder godsgeloof gedoemd zijn tot een en al slechtheid. Zij denken dat het uitgerekend de religie is die de mens in toom houdt, beschaafd maakt.
Laat ik sportief zijn en de mogelijkheid openhouden dat religie heeft bijgedragen aan het pad van barbarij naar beschaving. Maar was het dè voorwaarde daartoe? Ik denk dat andere (met name op evolutietheorie gebaseerde) factoren een grotere rol hebben gespeeld en ik sluit niet uit dat religie eerder voor een kronkelweg heeft gezorgd dan voor een rechttoe-rechtaan pad.
Maar het was vooral de volgende gedachte die me ertoe bracht een blogje eraan te wijden: Mogen we concluderen dat elke gelovige het ook, of vooral, op zichzelf van toepassing acht? Ergo, is die gelovige als de dood dat hij of zij tot een en al slechtheid gedoemd zal zijn als het godsgeloof wegvalt, bijvoorbeeld omdat er opeens onweerlegbaar bewijs op tafel komt dat het godsverhaal echt niet kan kloppen? Ik denk dat dit mag worden geconcludeerd.
Gelovigen geven daarmee eigenlijk een inkijkje in hun zelfbeeld: Ze zijn feitelijk getemde duiveltjes. Ik ben benieuwd wat Tijs daarop gezegd zou hebben.