Durf onschuldigen te bestraffen

Peter van Lenth
Volg me

“Geen rechtsstaat kan zich permitteren dat onschuldigen worden bestraft. Dat is een grondbeginsel dat óók moet gelden indien het meebrengt dat wel-schuldigen vrijuit gaan.” Zo oordeelde de rechtbank gisteren in de Nomadszaak en sprak de 14 verdachten vervolgens vrij. De rechters vonden dat voldoende was aangetoond dat de moordenaars van drie Nomadleden gezocht moesten worden onder 14 terechtstaande mede-Nomadleden. Deze dekten elkaar echter volledig door stuk voor stuk te zwijgen. Doet me denken aan het beroemde Prisonners Dilemma experiment uit de psychologie.

In dat experiment krijgen twee verdachten, waarvan er eentje schuldig is en de ander onschuldig, de mogelijkheid de op te leggen strafmaat te beïnvloeden door de ander wel of juist niet aan te wijzen als de schuldige. Er is dus geen sprake van de optie van bekennen het zelf te hebben gedaan. Als beiden zwijgen is er geen bewijs en krijgen beiden een lichte straf. Als slechts een van beiden de ander aanwijst, zal de zwijger een zwaardere straf krijgen en de klikker vrijuit gaan. Wijzen beiden de ander aan, dan wacht hen beiden een forse straf.

In dat experiment gaat het erom na te gaan hoe mensen rationeel met zo’n dilemma omgaan. Het is een dilemma omdat het rekenkundig tegen elkaar afwegen van winst en verlies niet meer simpel is, temeer daar de factor vertrouwen-in-de-ander een rol speelt.

Maar goed, frappant in dit experiment is dat beiden toch nog een straf krijgen als beiden zwijgen. Dat is in feite wat een eerdere rechtbank in deze Nomad-zaak drie jaar geleden deed. De huidige uitspraak is van een hogere rechtbank. Als we hun uitspraak in het experiment zouden verwerken, dan zou van een dilemma helemaal geen sprake meer zijn.

De situatie dat beiden zwijgen is in feite de situatie dat beiden erop vertrouwen dat de ander ook zwijgt. In het experiment wordt dat vertrouwen ondermijnd; De ander heeft een persoonlijk voordeel als deze niet zwijgt en dat gegeven kan ervoor zorgen dat de ander niet vertrouwd wordt. Echter, als beiden weten vrijuit te gaan bij zwijgen, dan hebben beiden geen enkele reden meer de ander te wantrouwen en zullen beiden veel sneller, zo niet altijd, kiezen voor zwijgen. Het is juist deze situatie die de rechters nu hebben geïntroduceerd. Zij schiepen hiermee een precedent dat een belangrijke, ongewenste weerslag zal hebben op onze rechtsspraak.

Stel je voor: Drie criminelen zijn in dezelfde kamer. Een van hen vermoordt een andere en spreekt met de derde af om elkaar niet te beschuldigen. Zij bellen de politie en vertellen over de zojuist gepleegde moord. Zij worden verhoord, het wordt duidelijk dat de moordenaar een van beiden is, maar ze zwijgen verder als het graf over wie het heeft gedaan. Er volgt dus geen bekentenis en geen getuigenis. Moet de rechter ze dan laten lopen? Afgaande op wat gisteren gebeurd is: Ja.

Dat is de ultieme consequentie van het standpunt dat geen rechtstaat het zich kan permitteren dat onschuldigen worden bestraft. Een standpunt dat schijnbaar verankerd ligt in onze wetboeken. Die ultieme consequentie lijkt me echter ongewenst en dus moeten we creatief op zoek naar een antwoord. Mogelijk moet het wetboek dan maar aangepast worden. Wat moet erin komen?

Het moet mogelijk worden om onder zulke omstandigheden ook onschuldigen te kunnen veroordelen. Kenmerkend is dat er sprake is van twee of meer verdachten die op andere gronden kunnen worden geacht op de hoogte te zijn van de ware toedracht.

In het experiment krijgen de verdachten beide een lichte straf als beiden zwijgen. Dat principe paste de lagere rechtbank in deze zaak ook toe. Mijn voorstel is echter om, bij zwijgen van allen, een zware straf toe te wijzen aan een deel van de verdachten en daarbij de dobbelsteen te gebruiken. In het geval van deze 14 verdachten was sprake van drie moorden. Ik zou zeggen, pak drie dobbelstenen, rol ze en tel de waarden bij elkaar op. Stel dat de uitkomst 13 was, veroordeel dan de 13e verdachte tot de maximale straf voor moord. En verricht deze handeling vervolgens nog twee keer.

Als de verdachten dit principe vooraf weten, zullen ze zich nog weleens op het hoofd krabben alvorens te besluiten te zwijgen.

Gaat het in tegen ons rechtsgevoel? Niet tegen dat van mij. Er kan immers vanuit worden gegaan dat ze allen van de hoed en de rand weten en feitelijk medeschuldig zijn door de moordenaar(s) te dekken. Althans, als het overig bewijs daarvoor voldoende krachtig was.

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *