Stoppen met roken leidt tot meer jaren in ongezondheid

• Over
• Laatste berichten

Volg me

Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Volg me

Laatste berichten van Peter van Lenth (alles zien)

• Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
• Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
• De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021

 Gelieve je er rekenschap van te geven, mocht je (wederom) van plan zijn te gaan stoppen met roken, dat je er de gemiddelde kwaliteit van je leven geen goed mee doet. Tuurlijk, het roken zelf is voor jou een aangenaam gebeuren en als je dat voortaan zal moeten missen dan zou je dat kunnen beschouwen als een verminderde kwaliteit van je leven. Maar het is niet zozeer dàt effect waarop Maarten Evenblij in de Volkskrant van vandaag (Kennis, p. 2 ) zinspeelt. Hij heeft het over het feit dat je langer zult leven, maar dat het directe effect op de kwaliteit van de resterende jaren niet groot genoeg is om ook de gemiddelde kwaliteit van je leven op te krikken. (En ja, ik veronderstel nu even voor het gemak van de discussie dat ‘je’ de gemiddelde roker bent.)

Het wetenschapsartikel snijdt een bijzonder thema aan, waarvan ik me voorstel dat het vooral als bijzonder wordt ervaren door mensen die in hun ‘ongezonde periode’ zijn aanbeland. Wat is de ongezonde periode? Volgens professor James Fries is dat de periode van misère die volgt op de gezonde periode en die eindigt met de dood. Ja, zul je zeggen, we hebben allemaal weleens wat. Maar degenen die echt in de ongezonde periode zijn aangekomen weten het zeker: Het leven was voor hen vroeger essentieel beter, en heel veel zeuren van destijds was eigenlijk luxe-gezeur en achteraf doodzonde van de energie. Ze kunnen ook – zo ze daar de energie nog voor hebben – meewarig het hoofd schudden over veel van de drukte die al die gezonde lui aan de dag leggen, al beseffen ze dat ze zelf vroeger even onwijs waren, wat de toon een stuk milder maakt, zo ze er al wat van zullen zeggen.

Goed, er zijn dus al een tijdje (medische) wetenschappers die zich niet zozeer richten op het aanpakken van levensbedreigende ziekten, maar die vooral vinden dat we de kwaliteit van het leven zolang mogelijk hoog moeten zien te houden. En dat snijdt hout. Immers, wanneer we alleen maar de focus zouden richten op het verlengen van de levensverwachting, dan kan de statisticus ons op een bierviltje voortekenen dat het vooral betekent dat mensen langer dan ooit tevoren in de geschiedenis zullen lijden door ziekten en gebreken. Infecties waren tot voor kort fataal voor menig leven. Het betekende dat zo’n persoon jong stierf, maar wel na een korte (en soms extreem korte) ongezonde periode. Infectieziekten zijn tegenwoordig voor 99 procent bestreden en dus moeten we ergens anders aan dood. Vroegtijdig door een infectie sterven had tenminste nog als voordeel dat men niet meer kon doodgaan aan – maar nog belangrijker: kon lijden door – andere ziekten, zoals de zo gevreesde honderd kankersoorten. En dat zijn bijna allemaal soorten die garant staan voor lijden en gebreken voor een afzienbare tijd (men heet dan terminaal te zijn), òf voor therapiegevolgen voor een nog onafzienbare tijd (de therapie was een succes en iedereen complimenteert je met het winnen van het gevecht). Therapiegevolgen die mild kunnen zijn maar ook ernstig genoeg om het resterende leven soms of vaak te vervloeken.

De westerse wereld kan trots zijn op zijn medische stand van zaken en zijn medische ethiek. We zijn toch maar mooi geregeld God en/of de natuur te slim af. Met name de christelijke ethiek van de naastenliefde heeft hierbij een cruciale rol gespeeld. Toch vraag ik me geregeld af of we écht beter af zijn dan de mensen in vroegere eeuwen, gezien het bij-effect van heel veel ongezonde jaren erbij.

Nu we het lijf op bijna alle plekken kunnen openmaken en weer dichtmaken, zullen we met dit medisch ethische onderwerp toch verder in de weer moeten gaan.