- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
Nog niet alle mensen zijn overtuigd van de meerwaarde van Wilders aan het politiek spectrum van Nederland, maar ikzelf ben om. Daarvoor was het voor mij ook nodig me te bezinnen op het idee van een ‘partij’ die in feite uit slechts een enkele persoon bestaat. Okay, er zitten weliswaar nog acht andere PVV-ers in de Tweede Kamer, maar die personen moesten er wel bijgesleept worden omdat er nou eenmaal 9 zetels zijn veroverd bij de verkiezingen.
Lange tijd twijfelde ik of een eenmanspartij zich wel verhoudt met de basisprincipes van de democratie. Immers, moeten de politiek leiders van een politieke stroming zelf niet eveneens op een democratische wijze gekozen worden door de achterban? Kijk eens op welke wijze een Bos, een Rutte, een Balkenende gekozen werden. Aanschouw de strijd tussen Obama en Clinton. Kan het nog democratischer? Of aanschouw eens hoe een politiek leider wordt gematigd doordat er bij de partij eerst intern wordt gedebatteerd en vervolgens gestemd. Da’s toch democratie ten top, zou je zo denken.
Ja, zou je zo denken, maar de echte democratietest vindt plaats bij de verkiezingen en in de debatten. Burgers kiezen vooral tussen standpunten, dat wordt nog weleens vergeten. Er wordt niet een oordeel gegeven over de wijze waarop iemand naar voren geschoven is om zo’n standpunt te verkondigen. Als een standpunt een grote groep stemmers bevalt, komen er een of meer zetels ter beschikking. Het principe van de zetels lijkt mooi, maar heeft een nadeel. Het dwingt iemand als Wilders ertoe om anderen te vinden die bereid zijn die zetels in te nemen. Daarmee begint in potentie al het gesjoemel met de standpunten. Immers, op zekere dag zullen die anderen toch hun net even afwijkende mening beginnen te geven en naarmate de partij groter wordt, zal de politiek leider steeds minder eronderuit komen dat er ‘geluisterd’ moet worden naar de achterban.
Wilders heeft zich een aantal jaren geleden afgescheiden van de VVD. Onvrijwillig, zeggen de meesten. Maar het is wellicht ook zijn eigen keuze geweest om zo uit te komen onder het juk van de noodzaak om eerst en vooral het zgn. partijstandpunt te verkondigen. Wat hij tot die tijd geschreven en gezegd heeft, valt hem nu niet meer aan te rekenen. Sinds die afscheiding heeft hij de kans gehad over de Islam zijn autonome standpunt uit te bouwen op basis van wat HEM beviel in de commentaren en intellectuele geschriften. Dit onderscheidt hem volledig van leiders als Rutte, Bos, Halsema, Pechtold en Marijnissen. Deze mensen hebben de plicht op zich genomen om geen dingen te zeggen die in het recente verleden als partijstandpunt werden uitgedragen. Deze mensen voelen de noodzaak om hun woorden steeds te wegen in het licht van alle stromingen in de achterban, want hun eigen macht hangt van al die mensen in al die stromingen af. Zij zijn genoodzaakt niet alleen feiten en argumenten te bedenken op basis van de ratio, maar ook de interne, partijpolitieke verhoudingen in de gaten te houden. Het leidt er in een debat als gisteren toe dat een Wilders (op mij althans) als authentiek overkomt en de anderen (Marianne Thieme uitgezonderd) op Wilders schieten met ad hominem drogredenen omdat ze de wel geldige tegenargumenten zo snel niet kunnen vinden. Hadden ze zich ietsje verdiept in bijvoorbeeld de discussies op het VK-blog en zichzelf daarbij de vrijheid gegeven een autonome mening te ontwikkelen, dan had het een heel ander debat geworden waar niet in de laatste plaats Wilders van genoten zou hebben.
Mijn mening over een eenmanspartij is bij deze herzien. Mijn mening over een one-issue partij staat ook op de helling. Wilders beschouw ik als een aanwinst voor de democratie, niet vanwege zijn andere standpunten, maar vanwege zijn autonome standpunt inzake de Islam. Deze horzel is hard nodg in de Tweede Kamer. Zijn missie mag hij van mij voortzetten.
De boosheid die Wilders liet zien (“Ik ben belazerd!”) herken ik maar al te goed in mezelf. Jezelf in een verhaal van Kafka wanen, de verbijstering over de plotselinge valsheid bij de ander, de schijnbare onmogelijkheid om het ongelijk van die ander te gaan bewijzen, ik herken het. Hij heeft zich volgens de beste tradities gestort in het debat, is duidelijk een kind van onze democratische cultuur, maar mag schijnbaar niet winnen, hoe dan ook moet barbertje hangen, want er zijn machtigen met reputaties die dreigen om te vallen.
Macht corrumpeert.