Ik ben boos, wij zijn allemaal boos, dus is het terecht dat we allemaal boos zijn

Peter van Lenth
Volg me

boosBram Bakker heeft zich nu gemengd in de discussie over de hoge factuurbedragen die een consultant in rekening bracht aan een zorginstelling voor gehandicaptenzorg. Mijn eigen mening is dat het goed is dat er publieke aandacht is voor deze zaak. Maar draagt Bram Bakker eigenlijk wel constructief eraan bij? Ik durf dat te betwijfelen.

Na lezen van zijn column bekroop mij het gevoel dat ik geen enkel argument had gelezen. Het dwong mij om het nogmaals te lezen. Dat bracht echter geen soelaas. Het zal toch niet waar zijn, zo bedacht ik me, dat Bakker een hele column vol mag schrijven van de Volkskrant zonder ook maar één argument te noemen? Wat is hier aan de hand, zo vroeg ik mij af. Waaruit bestaat die column dan wèl?

Nogmaals ging ik op zoek naar argumenten. Weet u wat, laten we het nu eens gezamenlijk doorlopen. Wie weet vindt u iets wèl een argument waar ik beweer dat het er geen is.

Bakker: ‘Als je hulpverlener wordt om het geld, dan ben je een opportunist’

Dit is de titel. Deze geeft weer wat Bakker zal gaan betogen. We zijn benieuwd.

Bakker: Afgelopen weekeinde publiceerde de Volkskrant de eerste Publeaks-onthulling. Op de website van Publeaks kunnen klokkenluiders anoniem lekken naar de pers. De primeur was niet mals: een consultant in de zorg streek in een maand bijna een ton op voor diensten die hij leverde aan een instelling voor gehandicaptenzorg. Een assistente die in zijn kielzog binnenkwam declareerde in dezelfde maand ook nog ruim 35.000 euro.Vermoedelijk gaan er nog veel van dit soort meldingen volgen, temeer daar overal te lezen is dat de regels dit nu eenmaal toestaan.

Goed, dit is min of meer feitenmateriaal. We zijn dus nog niet aangeland bij de sectie waar hij beargumenteert.

Bakker: Toch zit het echte probleem niet in de buitensporige betaling, maar in de reacties die volgden van de consultant en de raad van toezicht van de instelling: zij gingen in de verdediging. Terwijl het niet te verdedigen is. Ook niet met argumenten als ‘ik heb mijn geld allang terugverdiend’ of ‘we hadden geen keus’.

Bakker vindt dat de consultant teveel in rekening brengt, prima. Geeft hij hier al de argumentatie daarachter? Nee dus. Op deze plek volstaat hij te zeggen dat het buitensporig is. Dat is natuurlijk alleen maar het eindoordeel. Beargumenteren veronderstelt dat je uitlegt waarom het buitensporig is. Echter, nu hij en u, naar hij hoopt, gezamenlijk hebben vastgesteld dat het buitensporig is, kan hij vervolgen met een oordeel over de reacties van de consultant en de zorginstelling. Die gingen in de verdediging ’terwijl het niet te verdedigen is’, ook niet met de door hem genoemde argumenten. Prima, denk ik dan, maar wil jij, Bram Bakker, ons dan wel even uitleggen waarom die argumenten ongeldig zijn?! Want dat leg je nu niet uit; jouw argumentatie ontbreekt ten enenmale.

Bakker: Overal in de zorg spookt de crisis, en zeker in de hoek van de gehandicaptenzorg. De hoeveelheid werk neemt enkel toe, terwijl er wordt bezuinigd op het aantal mensen dat het moet uitvoeren. Als je niet begrijpt dat zo’n bericht helemaal verkeerd valt in de publieke opinie, dan ben je ronduit dom. Of immoreel. De mensen die het financieren met hun belastinggeld, hebben hier namelijk geen begrip voor. Het bedrag is pervers, en past niet bij de zorg.

De derde zin (“Als je niet begrijpt…”) bevat zowel een stromanredenering als een belediging. De stromanredenering bestaat eruit dat hij de consultant en het bestuur van de zorginstelling afschildert als lieden die niet begrijpen dat zo’n bericht verkeerd valt bij de publieke opinie. Maar hoogstwaarschijnlijk zullen deze mensen bij het lezen van deze beschuldiging denken: “Hoezo niet begrijpen? ‘Niet begrijpen’ is echt iets anders dan ‘onterecht’ vinden, hoor.” De belediging schuilt hem in het toekennen van de kwalificaties ‘dom’ en ‘immoreel’. Zo, daar kan je het dan mee doen. Aardige vent, die Bram Bakker. Psychiater toch? Een mensenmens toch? Eentje die menig cliënt weer zover probeert te krijgen dat deze zich alle foute oordelen van de omgeving goeddeels van de rug laat glijden?

In de laatste regel zien we wederom de eindconclusie zonder argumentatie: Het bedrag is pervers. De waaromvraag beantwoordt hij niet. Of is de eraan voorafgaande zin de argumentatie, waarin hij stelt dat de belastingbetalers er geen begrip voor hebben? Mij lijkt dat een fout soort redeneren: Ik ben boos, wij zijn allemaal boos, dus is het terecht dat we allemaal boos zijn, zoiets. Wij hebben er geen begrip voor, dus is het pervers, zoiets.

Bakker: Ook niet als je de btw niet meerekent, zoals iemand benadrukte die wel heel erg genuanceerd probeerde te zijn. Er is bij dit soort misstanden, en dan ook nog eens slechts per toeval ontdekt, maar één reactie gepast: nederige excuses, van alle betrokkenen. ‘We begrijpen dat het absurde bedragen zijn, en we gaan er iets aan doen’.

Ha, denk ik dan, dat argument van die btw hanteerde ik zelf afgelopen zaterdag op een feestje ook. Dus ik ben in Bakker’s ogen iemand die ‘wel heel erg genuanceerd’ probeerde te zijn. En dat bedoelt hij niet bepaald als compliment, zo vrees ik. Toch vind ik aandacht voor dat aspect wel op zijn plaats. De Volkskrant repte over ‘bijna een ton’. Ze hadden natuurlijk liever geschreven: ruim een ton. Of anders dan toch minstens: een ton. Maar nee, het was minder en dus werd er gekozen voor ‘bijna een ton’. Nu is het zo dat zowel de zorginstelling als de consultant die btw verrekenen met de belastingdienst. De zorginstelling krijgt het terug en de consultant draagt het af. Het is dus wel degelijk zaak zijn factuur te relativeren. De kosten voor de belastingbetaler zijn feitelijk iets minder dan 75.000 euro. Dat is natuurlijk niet langer ‘bijna een ton’. Het blijft uiteraard een hoop geld, maar de nuancering is gewoon terecht.

Staat in bovengenoemde allinea van Bakker verder toch nog een argument? Ik dacht het niet. Hij heeft het over misstanden en bepaalt welke reactie als enige gepast is. Waarom het een misstand is en waarom alleen die reactie past legt hij niet uit.

Bakker: Natuurlijk is dat moeilijk, maar het is echt het enige dat recht doet aan de boosheid die zo’n verhaal losmaakt bij mensen die in de zorg op de werkvloer staan, of die dierbaren hebben die daar steeds minder worden verpleegd.

Ziet u de argumentatie? Over die boosheid heb ik het al gehad.

Bakker: De perverse jacht op geld lijkt onverminderd te domineren in een wereld waarvan men stelt dat ze in een financiële crisis verkeert. In dezelfde Volkskrant was te lezen dat de juristen in de nasleep van het failliet van Lehman Brothers (aangemerkt als het begin van de crisis) al drie miljard hebben verdiend. Moet kunnen, toch?

Wat zien we hier gebeuren? Hier gaat Bakker er zaken bijhalen die er slechts op een zeer abstract niveau mee te maken hebben. Hij suggereert hier dat deze consultant een vergelijkbare mentaliteit heeft als degenen die Lehman Brothers voor hun eigen gewin hebben gebruikt. Ofwel, Bram Bakker ziet overeenkomsten. Prima, maar ga dan wel bovendien verklaren – dat heet beargumenteren – wat die overeenkomsten behelsen. Dat doet hij echter niet. Hij veronderstelt dat zijn lezers dat vanzelfsprekend met hem eens zijn. En inderdaad, er zullen genoeg lezers zijn die dat met hem eens zullen zijn. Zo versterkt hij die mensen in hun idee en die mensen zullen in hun reacties niet nalaten hèm in datzelfde idee te versterken. Sommigen, Bakker zelf in andere gevallen waarschijnlijk ook, noemen dat populisme en retoriek. Het zijn woorden die ik niet graag gebruik, omdat het dan om welbewuste manipulatie gaat. Mijn veronderstelling is dat in veel gevallen zowel ‘de populist’ als zijn publiek zich niet bewust zijn van de denkfouten die hen getroffen hebben.

Ik sla even wat tekst over.

Bakker: Geld is ooit bedacht als een hulpmiddel, maar als zodanig wordt het helaas steeds minder beschouwd. Dat juist in de zorg, waarmee inhoudelijk geen enkel verband is met geld, de euro’s bepalend zijn geworden is diep treurig. Als je hulpverlener wordt om geld te verdienen ben je geen hulpverlener, maar een opportunist. Dat is lastig toegeven, maar daarmee niet minder waar.

In deze allinea staat de titel vermeld. Het vormt de kern van wat Bakker ons wil duidelijk maken. Ik zie ook hier geen begin van een argumentatie. Hij volstaat met het oordeel. Wel denk ik op zo’n moment: En hoe zit het dan met alle groot- èn kleinverdieners in de zorg? Vinden we werkelijk dat zij genoegen moeten nemen met een lager inkomen, alleen omdat ze in de zorg werken? Stel je bent kok, opgeleid voor het werk in de grote keuken. Je hebt de keuze tussen werken in een zorginstelling en een baan in het bedrijfsleven (want ook daar heb je echt wel grote keukens). In het bedrijfsleven kan je 3000 euro verdienen, in de zorginstelling wordt echter van je verwacht dat je het toch vooral uit idealisme doet, dus meer dan 1500 euro moet je niet durven vragen, hoor. Of stel je bent verpleegster en je wilt een goed inkomen, vergelijkbaar met wat qua capaciteiten en beroepseisen mensen in het bedrijfsleven verdienen, dan ben je een opportunist? Volgens mij slaat Bakker de plank in deze allinea – en dus in de titel – volledig mis.

Bakker: Zolang iedereen in het systeem het spel braaf op deze manier blijft meespelen, zal er niets veranderen. En mogen er op de Spoedeisende Hulp pleisters worden geplakt voor meer dan 2000 euro, oren uitgespoten worden door een KNO-arts voor meer dan 1000 euro, en verdienen medisch specialisten in particuliere maatschappen nog heel vaak twee of drie keer de balkenendenorm.

Hups, wederom haalt Bakker er voorbeelden bij die niets van doen hebben met het onderhavige geval. Hetzelfde als ik schreef inzake de Lehman Brothers is ook hier van toepassing.

Bakker: ‘Als het volgens de regels is dan doen we het ook’ is een redenering waar de gemiddelde burger wel klaar mee is. Die burger heeft geen vertrouwen meer in de politiek en is niet zelden ronduit boos. In Den Haag wordt pas vertrouwen teruggewonnen als men zorgt voor een andere moraal.

Bakker grijpt ook de laatste allinea niet aan om te komen met een geldig argument. Ik schrijf ‘geldig’, want ik meen al te hebben aangetoond dat boos-zijn geen geldig argument is. Weet u nog? Ik ben boos, wij zijn allemaal boos, dus is het terecht dat we allemaal boos zijn.

Getagd , , , , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

0 reacties op Ik ben boos, wij zijn allemaal boos, dus is het terecht dat we allemaal boos zijn

  1. Bakker geeft zijn mening over gedrag dat eerder uitgebreid beschreven en becommentarieerd is. Hij mag die kennis vooronderstellen en is niet gehouden daar argumenten voor aan te dragen. Hij veroordeelt het gedrag op (zijn) morele gronden en doet de veronderstelling dat de vertrouwenscrisis bij de burgers, blijkens recent onderzoek uitmondend in boosheid door die tekorten aan morele waarden (mede) veroorzaakt wordt. Ook dat mag in een opiniërend artikel. Je kunt het er niet mee eens zijn. Zijn mening staat open voor al of niet onderbouwde tegenspraak. Ik denk dat ik het er wel mee eens ben, maar vind het overigens een gratuit artikel omdat het slechts oproept tot tot een gewenste verandering zonder ook maar de geringste analyse van hoe dat dan zou moeten. Verder zou ik niet weten wie dan wel zou mogen bepalen of we allemaal boos mogen zijn. Dat soort emoties valt niet in het schema waar/onwaar.
    • P. van Lenth zeggen:
      Hij mag die kennis veronderstellen? Interessante stellingname. Wordt dit het standaardantwoord elke keer dat iemand de kritiek krijgt geen argumenten te leveren?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *