Het geloofwaardige relaas van Dennis Honing

Peter van Lenth
Volg me

dennis honingDennis Honing, Abdelkarim Honing, Dennis Abdelkarim, Dennis Abdelkarim Honing of Abdelkarim, twee van die varianten zijn goed, maar slechts van eentje weet ik dat zeker: Dennis Honing. Dus laat ik die dan maar gebruiken; bovendien is het zijn officiële naam. Verder heb ik het liever over Dennis dan over Honing. Dat is vooral een compliment, want na het lezen van zijn autobiografie ‘Ongeloofwaardig’ heb ik het gevoel hem persoonlijk te kennen (hij mij natuurlijk niet). Het is een opmerkelijk boek geworden – over zijn ervaringen met de Islam, zijn medegelovigen, de overheid en de media – en ik waardeer zijn openheid zeer.

De ondertitel is “Hoe ik mezelf radicaliseerde, en daarvan terugkwam“. De ondertitel wordt waargemaakt, maar ook de titel zelf wordt door hem geloofwaardig uitgelegd: Nog vòòr de inhoudsopgave staan schuingedrukt enige alinea’s die goed samenvatten waar de ruim 180 pagina’s van het boek over gaan. In de laatste alinea gaat het over die ongeloofwaardigheid, maar ik wil de lezer die andere alinea’s niet ontzeggen. Bovendien maken ze het me makkelijker, want dan hoef ik niet meer van her en der te citeren.

Toen ik me bekeerde (tot de Islam, pvl), leek de orthodoxie aanvankelijk heel ver weg. Later dacht ik: ik ben er ook een, zo’n jihadist.

Er is niemand die mij heeft geronseld en gehersenspoeld, er is geen imam of moskee aan te pas gekomen. Mijn ideologische overtuiging was puur gevoed door een oprecht geloof in de utopie van de islamitische staat – waar met de Koran en de soenna moet worden geregeerd en volgens de sharia rechtgesproken.

Wat mediagenieke imams en jongerenwerkers ook mogen zeggen, zowel bij mij als bij de jongens met wie ik omging had onze overtuiging niets met een achterstandspositie of jeugdwerkeloosheid te maken.

Ik heb mezelf geradicaliseerd, ik heb zelf de ideologie van dawah salafiyah jihadiyah opgezocht. Ik bezocht zelf Sharia4Belgium, las zelf jihadistische teksten en bekeek op eigen initiatief interviews met kopstukken van Al-Qaida.

Ik kwam ook zelf op het punt waarop ik de zwarte kant van salafiyah jihadiyah niet meer wilde relativeren. Bepaalde zaken in de jurisprudentie begon ik te verwerpen. En als het moest, sprak ik kritisch over de islam. Ik werd verketterd. Wat ik deed, zou ‘ongeloof’ zijn. Maar mensenrechten en vrijdenken zijn voor mij belangrijker dan de rigide en inhumane interpretatie van de islam van de broeders met wie ik omging. Dergelijk ‘ongeloof’ is zeer de moeite waard, ongeloof-waardig.

In hoofdstuk 1 vertelt Dennis hoe zijn jeugd was en hoe hij tot dat on-Nederlandse geloof kwam. Hoofdstuk 2 toont ons hoe hij steeds dieper verstrikt raakte in dat geloof, met name in de orthodoxe varianten ervan, tot aan het punt dat het nog maar een heel kleine stap was om toe te treden tot de zeer gewelddadige, pikzwarte variant. Nogal wat ‘broeders’ (sic) maakten die stap wel, maar Dennis uiteindelijk niet. Dezelfde tegendraadsheid en eigengereidheid die hem tot zijn bekering hadden gebracht zorgden er nu juist voor dat hij zich weer afwendde. Dat proces van de-radicaliseren beschrijft hij in het derde en laatste hoofdstuk.

In dat laatste hoofdstuk beschrijft hij met name wat het hem deed om op Youtube het afhakken van hoofden te zien. Het deed hem walgen en hij besloot zijn lange baard – wat hem betreft toch een duidelijk symbool van waar je voor staat – af te knippen. Het was niet het eerste en enige dat hem in de Islam tegenstond, maar het was wel het kantelpunt. Dennis had al veel voorschriften en gedragingen van moslims waar hij eigenlijk twijfel bij ervoer toch min of meer geaccepteerd, maar als hij ook deze moorden had geaccepteerd dan zou de radicalisering min of meer voltooid zijn en was er geen weg terug meer geweest, zo besefte hij net op tijd. Hij zou dan tezeer verstrikt zijn geraakt in het web dat gesponnen wordt door de moslims om je heen (mijn woorden, niet de zijne, maar hopelijk wel woorden die zijn instemming hebben). In alle hoofdstukken komt het beeld naar voren van een jongen, later jongeman, die zelf bepaalt wat hij wel of niet gelooft en doet. Weliswaar blijkt hij ook zeer goed te beïnvloeden, maar een of ander stemmetje in hem zorgt er steeds voor dat hij tegenwerkt als mensen van hem iets eisen, op die manier toch zijn onafhankelijkheid beschermend. Zo ging hij op zeker moment naar Caïro om daar de Koran te gaan bestuderen. Het werd allemaal voor hem betaald, want de mensen van de moskee hadden grootse plannen met hem. Hij zou na voldoende koranscholing woordvoerder voor hen kunnen worden. Maar hij bleek, door concentratieproblemen, een matige leerling, zwierf meer door de stad dan braaf naar de koranschool te gaan en weigerde bovendien een door hem gemaakt filmpje van Youtube te verwijderen, wat hem door zijn leermeester werd kwalijk genomen omdat deze het een negatief imago vond uitstralen. (Het betrof een door Dennis afgenomen interview met een destijdse voorman van Sharia4Belgium.) De florissante toekomst als woordvoerder met een rijke sheik als de geldschieter (hij had slechts af en toe via een uitzendbureau een saai baantje) kwam daardoor niet van de grond. Maar hij behield zo wel zijn onafhankelijkheid waar hij anders de speelbal zou zijn geworden van anderen. Uit de beschrijvingen van zijn ‘jihadisalafistische’ (sic) ‘broeders’ (sic) komt een beeld naar voren van allochtone én autochtone jongeren die zich verzetten tegen de gevestigde Nederlandse orde en denken dat in een islamitisch kalifaat een strenge, maar duidelijke sharia zal leiden tot een vredig samenleven. Aanvankelijk misleiden ze zichzelf nog met de gedachte dat die strenge straffen voornamelijk zijn bedoeld om af te schrikken. Voor de eerste syriëgangers kan nog hebben gegolden dat ze daarin naïef waren, maar latere ‘emigranten’ wisten toch beter, zou je zeggen, en dan is het toch wel frappant te noemen dat ze evengoed afreisden, in de wetenschap dat ze daar overgeleverd zouden zijn aan de grillen van hogergeplaatsten die op hun beurt ook weer overgeleverd zijn aan de grillen van nog hoger geplaatste leiders. Wanneer we een massale executie op een filmpje zien, dan zijn daarop evenveel beulen te zien als af te slachten ‘ongelovigen’. Ik denk dat de meeste van die beulen zich gedwongen voelen. Doen zij het niet, dan worden ze zelf af te slachten ‘ongelovigen’. Een individu kan natuurlijk besluiten het beulswerk heldhaftig te weigeren, maar wie zal dat ooit te weten komen? De organisatie zal slechts die beelden de wereld over sturen die de indruk wekken dat alle bij hen aangeslotenen volledig achter dat “noodzakelijke” beulswerk staan. Kortom, wie afreist, is het haasje. Er is geen weg meer terug. Dennis zag dat net op tijd in.

In het interview met Jeroen Pauw (zie het filmpje hierboven of klik hierrr) werd hem gevraagd waarom hij er zo lang over deed alvorens hij ging twijfelen aan bepaalde aspecten, zoals aan de almacht van Allah. Waarom had hij dat niet al jaren geleden bedacht. Dennis had een plausibele verklaring: Hij was erg jong eraan begonnen (17) en had ook al geen hoge opleiding genoten. Wanneer je het boek leest, dan wordt duidelijk dat er nog wel wat andere factoren van invloed waren. Voor iedereen die zich niet kan voorstellen dat mensen hoe dan ook tot zo’n fundamentalistische geloofsovertuiging kunnen komen is het nuttig dit boek te lezen. Het werpt ook meteen licht op de vraag hoe mensen zo hardnekkig kunnen blijven gaan voor bijv. een fascistische, nazistische of andere, volgens vrijwel iedereen kwaadaardige, ideologie.

Dennis geeft uiterst scherpe analyses die geregeld idem zijn aan die van de hardliners onder de islamcritici, zoals de analyse dat er sterke overeenkomsten zijn tussen het ‘jihadisalafisme’ en fascisme. Maar ook dat de opvatting van ‘links’ dat de Islam ‘vrede’ betekent en dat het aan werkeloosheid ligt “gezwets” is. Wat links betreft schrijft hij: “Ik denk dat deze onwetende linkse commune op zichzelf een bedreiging vormt voor het Nederlandse volk” (pag. 122). Dat hij tegenwoordig minder radicaal is dan een jaar of wat geleden, staat vast. Toch zie ik bij hem nog steeds – vanuit mijn perspectief – bepaalde radicale standpunten, bijvoorbeeld over de V.S. en Israël. Maar het risico van de geweldsspiraal is verdwenen en daarom is hij voortaan een geschikte kandidaat om uit te nodigen bij debatten van bijvoorbeeld vrijdenkers.

Lezen!

Getagd , , , , , , , , , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

0 reacties op Het geloofwaardige relaas van Dennis Honing

  1. Pingback: Ook zotte ideeën gedijen goed op het internet | P. van Lenth

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *