Wie bewijst Houellebecq eigenlijk een dienst?

Peter van Lenth
Volg me

Eergisteren heb ik Houellebecq’s roman ‘Onderworpen’ uitgelezen. Nou ja, uitgelezen… de laatste hoofdstukken raffelde ik af, om te achterhalen hoe het plot zou eindigen. Tip: Als je het boek nog wilt lezen en niet wilt dat ik het plot verraad, haak dan nu af.

Er maakte zich een behoorlijke somberheid, of beter: teleurstelling, van mij meester. Maar misschien had ik te snel doorgebladderd en dus heb ik gisteren alsnog die hoofdstukken zo goed mogelijk gelezen. Daarna nog immer teleurgesteld besloot ik op internet de reviews en interviews op te zoeken. Wat had Houellebecq bewogen, waar staat hij in het Islamdebat nou eigenlijk echt en wat vonden anderen erover?

In de rest van dit blog ga ik ervan uit dat de lezer het boek zelf heeft gelezen en ook de nodige recensies en interviews tot zich heeft genomen. Dus ik ga niet hyperlinken. Wie die recensies en interviews wil vinden, weet hoe dat moet.

Al vrij vroeg in het boek ontwikkelde ik een zekere antipathie tegen de hoofdpersoon François, professor aan een van de mindere faculteiten van de zeer voorname universiteit Sorbonne. De professor is letterkundige en, zoals al zijn collega’s, verknocht aan één schrijver uit één periode, en heeft daaromheen, net als al zijn collega’s, de nodige kennis opgedaan over tijdgenoten en concurrenten van die schrijver. Het hele boek door blijkt deze François zo’n beetje alles wat hij meemaakt te toetsen aan wat zijn favoriete schrijver ooit in zijn werken te berde had gebracht. De dialogen met de collega’s scheppen een beeld van een eigenlijk totaal van de wereld losgezongen intellectuele gemeenschap. In plaats van zich te verdiepen in de culturele normen en waarden van de gewonere mensen, tonen deze intellectuelen een enorme vernauwing van de waarneming, juist door hun fixatie op ideeëngoed van de schrijvershelden uit hun jeugd of eerste jaren aan de studie. Zoals ik al schreef, mijn sympathie ging al vanaf het begin niet bepaald uit naar deze professor.

Het plot speelt in 2022 en bij de verkiezingen is de leider van de Franse politieke moslimpartij de grote winnaar gebleken. Het was niet de grootste partij geworden; dat voorrecht was voorbehouden aan het Front National. Maar zowel de Parti Socialiste als de Conservatieven hadden hun kiezers nu eenmaal beloofd nooit en te nimmer te gaan samen regeren met die “extreemrechtse” partij. Tot schrik van beide partijen was hun eigen aandeel echter zodanig geslonken dat ze beiden kleiner waren geworden dan die moslimpartij. Er zat blijkbaar niets anders op dan te gaan regeren samen met die moslimpartij, die als grootste ‘uiteraard’ de president ging leveren. In heel Frankrijk waren er rellen; de term ‘burgeroorlog’ wordt in het boek gebruikt, want het stadium van rellen was schijnbaar gepasseerd. In het boek wordt verhaald over het geweld, maar Houellebecq laat in het midden welk deel er van dat geweld door jihadisten wordt veroorzaakt en welk deel door “de identitairen”. Met die laatste term wordt dan gerefereerd aan ‘nationalisten’ of eigenlijk erger, die de wapens hebben opgepakt. Het Front National wordt daarvan vrijgepleit, want die wijst, bij monde van Marine Le Pen, in het boek de gewapende strijd af, uit angst over te komen als racistisch of zelfs fascistisch.

Het is niet zo dat desondanks alles bij het oude bleef. Integendeel, er kwamen belastingmaatregelen om ervoor te zorgen dat vrouwen stopten met werken, trouwens met als groot voordeel dat de werkeloosheid zo ongeveer verdween. Mannen mochten, afhankelijk van hun inkomen, meerdere vrouwen hebben en islamitisch trouwen met een vijftienjarige was ook niet langer een probleem. Met name vrouwen gingen alras ‘zediger’ over straat. Vanuit het Midden-Oosten kwam veel geld voor Islamitisch onderwijs en voor de Sorbonne – waar François professor was – gold dat deze zelfs geheel in handen viel van Saoudische prinsen.

Voor onze professor gold dat hij zich zou moeten bekeren tot de Islam om er te kunnen blijven werken. Zover ging hij niet, maar hij accepteerde wel een pensioen. Aan het eind van het boek laat hij zich echter toch overhalen en bekeert zich inderdaad, om zo te ontsnappen aan de eenzaamheid van een niet langer iets betekenend individu, immers niet langer ingebed in een ‘interessant’ intellectueel sociaal netwerk van professoren (en ook, voor onze François misschien nog belangrijker, van gewillige studentes).

Tot zover het plot. Ik was werkelijk totaal geschokkeerd, reeds op het moment dat onze hoofdpersoon het pensioen accepteerde. Hij zakte volkomen door de mand. Wat had ik gedaan in die omstandigheden? Laat daarover geen onduidelijkheid bestaan: Ik zou me hebben aangesloten bij de identitairen! Nee, niet bij fascisten, maar bij hen die het te gek voor woorden vinden dat een moslimpartij de presidentiële macht heeft in een Westers Europees land. Nog geschokter was ik toen onze hoofdpersoon zich zelfs bekeerde.

Voor mij restte de vraag wat Houellebecq had beoogd; waar hij zelf stond. Was het toch Islamkritiek en wil hij een self-denying prophecy uitspreken? Zo van: mensen, besef hoe het kan gaan als we niet op tijd ingrijpen? Of is deze François toch meer biografisch één met het werkelijke gedachtegoed van de schrijver zelf? Uit interviews met Houellebecq komt het beeld naar voren dat het laatste eerder het geval is dan het eerste; hijzelf zegt in de loop van de tijd toch wat milder over de Islam te zijn geworden. (Een aantal jaren geleden werd hij nog aangeklaagd omdat hij de Islam de achterlijkste religie had genoemd.)

Dit alles brengt mij ertoe Houellebecq niet langer te beschouwen als onderdeel van het islamkritische kamp; hij heeft met dit boek eerder schade toegebracht aan de islamkritiek dan deze ondersteund, zo vrees ik. Over 100 jaar zal er vast een professor zijn die zich specialiseert in Houellebecq. Ik wil niet eens weten hoe die professor over hem zal oordelen, zo ben ik gaan walgen van het intellectuele milieu – bij in elk geval de letterkundigen – dat in deze roman wordt beschreven, een milieu van nogal van de werkelijkheid losgezongen individuen die elkaar nodig hebben om te zwelgen in hun eigenlijk volstrekt irrelevante hersenspinsels. Wat dát betreft was dit boek dan weer wél een opsteker.

(Bovenstaande tekst is 17 juli iets bijgewerkt, vooral om beter te laten zien in welke opzichten de verkiezingsuitslag effect had gehad op het land.)

Getagd , , , , , , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

0 reacties op Wie bewijst Houellebecq eigenlijk een dienst?

  1. Victor Onrust zeggen:
    Ik heb er ook van alles omheen gelezen en ook het boekje van vertaler Martin de Haan over hem. En ik vind het een goed boek, juist omdat het zo’n realistische mogelijkheid beschrijft en vooral omdat het de ruggengraadloosheid van de gemiddelde “intellectueel” genadeloos aan de kaak stelt. Zie verder mijn bespreking (gemist?): Onderworpen: Het verraad der intellectuelen
    http://onrust.2fd.eu/2015/06/onderworpen-het-verraad-der-intellectuelen/

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *