- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
Dat gieren heb ik niet van mezelf, maar ik neem het graag over, want het geeft beter dan ‘opschuiven’ weer hoe hard het dezer dagen gaat. Ik behoor tot de kinderen van de jaren zestig. Daarmee bedoel ik hen die niet de jaren zestig hebben gemaakt, maar die ze wel als kind meemaakten en er hevig door beïnvloed zijn. Het linkse gedachtengoed leek mij en mijn familie en vrienden de enige moreel juiste keuze; op rechts gaven wij af. Op rechts had je slechts egoïsten en ander kwaad gebroed. Zelfs gematigd rechts onderscheidden wij niet van extremere vormen.
Pas vele jaren later hoorde ik van liberalisme en dat er binnen rechts een hele meute niet zozeer uit egoïsme zichzelf rechts noemt, maar uit liberale overtuiging. Schellen vielen van mijn ogen en de eerste barst in het socialistisch gedachtengoed werd zichtbaar. Toch wist ik het zo te verwerken dat socialisme en liberalisme best goed samen konden gaan. Sterker, een socialisme zonder enige sympathie voor liberalisme leek me eerder communisme en dàt was ik van huis uit echt niet.
En weer later werd ik ingewijd in de cruciale voorwaarden voor democratie. Tuurlijk kende ik dat woord al van kinds af aan, maar het was al die jaren zo vanzelfsprekend dat ‘we’ in een democratie leefden, dat er eigenlijk geen serieuze aandacht aan die voorwaarden werd besteed, op school, op familiebijeenkomsten, in de kroeg of op feestjes. Zodoende ontwikkelde ik in die jaren zestig géén goede – beter: geen goede – antenne voor allerlei signalen die duiden op antidemocratische tendensen. Die goede antenne kreeg echt pas vele jaren later vorm.
Wat wèl in die jaren zestig vorm kreeg: Het idee dat we nu wisten hoe we oorlog – welke dan ook – konden voorkomen, dat er alleen nog maar welvaart zou zijn, dat het nog slechts een kwestie van tijd was dat ook alle andere continenten in de wereld zouden kiezen voor democratie en ‘de mensenrechten’. Niet zozeer zou het socialisme gaan heersen op aard, maar ‘de mensenrechten’ zouden allesoverheersend worden. Wij konden ons niet voorstellen dat die mensenrechten wie dan ook tegen de borst zouden kunnen stuiten. Ja, wel die egoïsten op rechts, dat snapten we. Daarom wilden we dat links bij verkiezingen zoveel mogelijk zou winnen. Dat er op rechts wel degelijk zinnige dingen gezegd werden, ging er bij mij en mijn vrienden niet in.
Tegenwoordig is het andersom. Het lijkt wel alsof links volkomen stilstaat in zijn ontwikkeling, gevangen in zijn eigen droombeeld van de wereld. Van enige echte zelfreflectie lijkt geen enkele sprake, ondanks dat er om de haverklap door linkse politieke partijen interne commissies werden opgetuigd die moesten verklaren waarom er wéér bij de verkiezingen verloren was. En ook ondanks dat er menig jaar wel degelijk weer een linkse partijgenoot was die de vinger op de echt zere plek legde. Die werd vervolgens genegeerd, verliet gedesillusioneerd de partij en bleek dan tot de eigen onthutsing te zijn bijgeschreven bij rechts, of zelfs bij extreemrechts.
Als je oprecht meent dat je gedachtengoed het juiste links is, dan voelt het aanvankelijk onprettig om je bij rechts meer welkom te weten dan bij links. Bij mij heeft het aldus uitgepakt: Na zo’n 10 jaren sta ik nu meer dan ooit open voor hen die zich rechts noemen en zelfs voor hen die zichzelf radikaalrechts noemen. En wat me is opgevallen: Dat deze mensen heel vaak eigenlijk een links – want sociaal bewogen – ideaal hebben, maar dan wel het betere linkse ideaal, namelijk zonder die dogmatische uit-principe verplichting aan ‘de mensenrechten’ die gevestigd links kenmerkt. Hoe het zit met extreemrechts? Ja, zelfs naar hen luister ik. En ik ben het dan zelf die besluit of zo iemand écht extreemrechts is. Waarom? Omdat ik het oordeel van de media niet meer vertrouw. De media, die ook mij zou wegzetten, blijkt al te gemakkelijk het woord extreemrechts te hanteren. (Typisch genoeg zijn ze bedachtzamer in het gebruik van de term extreemlinks.)
Het is een bijzondere tijd die wellicht de geschiedenisboeken echt zal halen. Het zal de boeken ingaan als het epoch van de ommezwaai terug in het moreel-ethisch denken. De jaren zestig luidden de periode in dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) pas echt voet aan de grond kreeg. Die verklaring van de Verenigde Naties werd zo vaak en alom gepresenteerd als de logische en enig juiste visie op de mens dat we er allen echt volledig in gingen geloven. Dat woordje ‘Universele’ droeg daaraan ook flink bij. Je moest wel heel eigenwijs zijn als je meende het beter te weten dan de Verenigde Naties, toch?! Mensen hadden het er sinds de Beatles, Bob Dylan en het Maagdenhuis niet meer over dat we weleens wat liever konden zijn voor elkaar, maar met name de jongeren spraken er schande van als je iets deed dat afweek van die absolute moreel-ethische kijk op de mensheid. Wat heet, ze haalden je door het slijk als je die voorschriften niet zomaar in volle omvang accepteerde. Daarover was discussie helemaal niet meer nodig, vonden ze. Iedereen die de discussie erover wèl zocht werd bejegend als de volgende latente dictator die ‘op tijd’ de voet moest worden dwarsgezet.
Hoe dom toch, achteraf. Er waren al met al minder dan 50 jaren nodig om het failliet van deze tot dogma verworden houding te bewerkstelligen. Alle seinen geven het nu duidelijker dan ooit aan: Ons moreel-ethisch denken van de afgelopen halve eeuw is een doorgeschoten interpretatie van de UVRM gebleken. Wie de seinen serieus neemt, gaat over tot een evaluatie van precies die UVRM en hanteert een in-principe houding en laat de uit-principe houding als de wiedeweerga varen.
Betekent dit echt het einde van links? Ja, wel van het jaren zestig links. Daarvoor in de plaats zal weerom moeten keren het links van de voorouders die wèl een echte oorlog meemaakten. Politici als Drees en Thorbecke zouden nooit begrip hebben opgebracht voor een ongebreidelde welkomcultuur. Ga maar eens grasduinen in hoe er in de afgelopen eeuwen werd omgegaan met binnenkomers. Je zal merken dat er in die tijden al even hard werd gerekend op haalbaarheid als we tegenwoordig de migratiecritici zien doen. (Begin bijvoorbeeld hier.) Al die eeuwen was de focus van links vooral gericht op het verbeteren van het lot van de eigen bevolking. En terecht, want binnenslands had men tenminste enige invloed. De bevolking van andere landen moest maar de eigen emancipatie binnen het eigen land afdwingen. Een beetje samenwerken? Prima, maar men ging echt niet zover dat men alhier de lieden uit heel verre oorden naar binnen loodste zonder daar eerst intern over te soebatten. Gelijk hadden ze en we kunnen nog veel van hen leren.
0 reacties op Velen gieren naar rechts, omdat links nu echt failliet is