Hoe zit het met de empathie van Jesse Klaver?

Peter van Lenth
Volg me
aap met geliefde

“Oei, als dat maar goed blijft gaan”, bedenken sommigen zich. Inderdaad, anderen bedenken zich dat volstrekt niet. Die zeggen meteen “Oh, wat schattig”.

Dertig jaar jong, de leeftijd waarop nog maar een paar eeuwen geleden de nodige filosofen hun beroemde boeken schreven. Het kàn dus wel, een boek schrijven op die leeftijd, en zo deed Jesse Klaver. Terugdenkend aan mezelf op die leeftijd, denk ik dat ik het niet zo had gekund. Het mag gerust knap worden genoemd. Toch zijn er twee argumenten waarom het enerzijds toch ook weer niet zo heel knap is en anderzijds ook weer niet zo filosofisch doorwrocht als eigenlijk moet, wil je de geschiedenis helpen schrijven anno 2016.

Jesse Klaver – ik stel JK voor – is geholpen door een heel team op allerlei facetten. Zijn team heeft ervoor gezorgd dat ‘De empathische samenleving’ (want zo heet het hier besproken boek) niet tezeer afwijkt van het partijprogram van Groenlinks. Maar ook dat het goed leest, dat het alle tegenwoordige hete hangijzers bespreekt, dat er consistentie in zit (wat iets anders is dan dat het waar is), dat er enkele filosofen worden geciteerd en dat de genoemde feiten eerst gecontroleerd zijn.

En dat het niet zo doorwrocht is, zal hopelijk ook JK zelf ontdekken ergens in de toekomst, met het groeien van de ervaring, de wijsheid en het inzicht. Over inzicht gesproken, inzicht hangt natuurlijk nauw samen met empathie, een van de hoofdthema’s van het boek. Helemaal terecht legt JK de vinger op een zere plek. Het ontbreekt inderdaad heel veel mensen aan empathie. Hij en ik zijn het op dat punt dus eens. Toch verschillen we zeer sterk in de benoeming van wie er dan toch zo empathiegebrekkig zijn. JK is net als alle andere Groenlinksen progressief ingesteld en dat houdt in dat hij heel veel zaken ziet waar we met zijn allen echt aan moeten werken, om het onrecht dat nu nog wordt aangedaan weg te nemen. Hij neemt waar dat er bij “rechtse” – hij heeft het over nieuwrechtse – mensen een groot gebrek aan inlevingsvermogen is waar het gaat om het trieste lot van bijvoorbeeld vluchtelingen. Vandaar dat hij een soort van beroep doet op die groep om toch vooral te pogen meer empathie op te brengen. Ik schrijf bewust ‘een soort van’, want nergens doet hij dat expliciet en dat is eigenlijk wel frappant. Nergens richt hij het woord tot alleen maar die groep. Overal heeft hij het over ‘wij’, zoals “we moeten openstaan voor de frustraties van de ander…”.  Maar ook heeft hij het heel veel over ‘wij’ omdat hij verbondenheid zoekt, zoals “Mijn Nederland is een land dat ‘het wij’ groot maakt, dat insluit, niet uitsluit, dat tegenstellingen met humor en inlevingsvermogen tegemoet treedt, dat samen vreugde en verdriet deelt.” (pag. 93) Het is een manier van praten die in de allereerste plaats allen aanspreekt die niet houden van diepgaande verdeeldheid. En gelijktijdig vertelt hij dan even hoe al die tot de wij-groep behorende mensen moeten denken. Ze moeten namelijk insluiten en vooral niet uitsluiten. Dat vormt voor hem dan meteen een mooie basis om allen van die wij-groep uit te sluiten die niet-insluiten-en-wel-uitsluiten, althans naar het oordeel van de elite van de wij-groep. En dan beginnen ‘wij’ maar meteen met de exponent van de uitsluiters: Wilders.

Gek is dat toch… Gek, al dat praten over wij en ondertussen keihard een cordon sanitaire leggen – een wij versus zij vormen – om allen waarvan wordt gedacht dat ze willen uitsluiten…. Nu ben ik van mening dat niet elke poging om uit te sluiten even verfoeilijk is. Het zou dus kunnen kloppen dat JK en de zijnen terecht Wilders c.s. willen uitsluiten. En idem dito zou het ook kunnen dat Wilders c.s. terecht een groep willen uitsluiten. Om die reden zou ik nu op mijn oudere dag nooit meer schrijven wat ik op mijn dertigste wèl schreef: We mogen niemand uitsluiten! Tuurlijk mogen we individuen en zelfs groepen uitsluiten. Waar het om gaat is of dat uitsluiten moreel en ethisch verantwoord en het meest juiste om te doen is. Over die vragen moet het gaan in de debatten en in de Tweede Kamer. En daarvoor heb je absoluut mensen als Wilders nodig. In de rechtspraak hebben zowel de verdachte als het slachtoffer recht op een advocaat. In het debat moeten àlle argumenten tot hun recht kunnen komen. Alleen al de voorspellende ‘gave’ van Wilders mag zo langzamerhand toch wel een soort van bewijs van competentie worden genoemd. Elke vorm van uitsluiten van Wilders is om die en andere redenen moreel en ethisch onverantwoord en het meest foute wat je kan doen! Je hebt hem en de zijnen nodig om te komen tot antwoorden op prangende maatschappelijke problemen, ja zelfs om oorlog te voorkomen. Tot antwoorden waar een èchte meerderheid voor is en die het vertrouwen in de politiek van vele burgers weer wat doet toenemen.

Nu is het wel zo dat JK toegeeft dat Wilders er toch wel bijhoort: “Ik moet er niet aan denken dat Nederland uit alleen Klaver-Nederlanders zou bestaan. De Rutte-, Wilders- en Ozdil-Nederlanders doen er net zo toe. We wonen allemaal in hetzelfde land.” (pag. 93) Op vele andere plekken in het boekje komt Wilders er echter ‘niet goed’ vanaf, en dat is een eufemisme. Op zich is het normaal voor een politicus dat er wordt gewezen op de onderlinge verschillen. Ook is het normaal dat de politicus dat verhaal zo vormgeeft dat het eigen verhaal als beter overkomt. Maar hoever mag je daarin gaan? Mag je de ander onheus bejegenen? Rare vraag natuurlijk. Tuurlijk mag dat niet. Toch gebeurt het elke dag weer, althans naar het oordeel van Wilders c.s.. Die hebben het dan over gedemoniseerd worden. JK en de zijnen snappen daar niets van en gaan rustig door. Dan wordt er een beeld geschetst van de PVV als een totaal ondemocratische – ja zelfs dictatoriale – partij, met als argument dat er maar één lid is. Alsof in een democratie iedere politieke partij ook intern een ledendemocratie moet zijn, wat gewoon onwaar is. Het gaat er in een democratie om dat de burgers vrij zijn landelijk, provinciaal, gemeentelijk te kiezen. Iedereen is vrij om de PVV niet te kiezen; Wilders erkent dat recht honderduit en daarom is hij wèl een democraat. Zo simpel is het. Maar zo’n oersimpel verhaal kan je menig politiek betrokken Nederlander niet aan het verstand brengen. Laat ik nou denken dat dit een zeker gebrek aan inlevings- of in elk geval voorstellingsvermogen aan het daglicht brengt. Of zou het kwade wil van die mensen zijn…

JK zou nu vast willen antwoorden dat dit onheus bejegenen minstens wederzijds is en zelfs heftiger gebeurt aan de Wilders-zijde.  Zeker, het is wederzijds. Maar is het aan de Wilders-zijde echt heviger? Ik betwijfel dat. Neem nou Wilders’ uitspraak dat de Tweede Kamer een nepparlement was. Hij deed die uitspraak in de context van een debat over de asielopvang. Kamerleden applaudisseerden toen Pechtold gemeenten bedankte die asielzoekers opnamen. Volgens Wilders ging dat applaus in tegen de wil van miljoenen Nederlanders en hij vond het een nepparlement. Merkwaardig genoeg werd dat opgevat als een veroordeling van het hele parlementaire systeem en werd gemeend dat Wilders dus helemaal geen democraat was, maar eerder een potentiële dictator. Terwijl Wilders eigenlijk zei: Kom op, mede-politici, laten we hier nou eens onze taak op een professionele wijze vervullen. We zijn een parlement dat rekening hoort te houden met de stemverhoudingen, niet alleen in het parlement zelf, maar ook in het land, geen kinderspeeltuin waar we net doen alsof, en ook geen voor-wat-hoort-wat handjeklap markt, en ook geen de-meerderheid-kan-me-de-pot-op bedrijf. Ofwel, hij pleitte voor een serieuzere opvatting van de taak. Zo simpel is het. Maar zo’n oersimpele uitleg kan je menig politiek betrokken Nederlander niet aan het verstand brengen. Laat ik nou denken dat dit een zeker gebrek aan inlevings- of in elk geval voorstellingsvermogen aan het daglicht brengt. Of zou het kwade wil van die mensen zijn…

Zo kan ik nog wel even doorgaan met JK’s boek over de empathische – maar niet heus – samenleving. Dat ga ik het volgende blog doen. Dan zal ik diverse citaten uit het boekje geven met daarbij mijn commentaar. Commentaar waaruit zal blijken dat de standpunten van deze dertigjarige toch echt nog onvoldoende doorwrocht zijn en dat hij daarom geregeld foute keuzes maakt. Daar zal ik ook ter sprake brengen wat ik hier al eerder besprak.

Getagd , , , , , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

0 reacties op Hoe zit het met de empathie van Jesse Klaver?

  1. Pingback: Hoe zit het met de empathie van Jesse Klaver? Deel 2 – P. van Lenth

  2. Pingback: Over de verschillen tussen GroenLinks en de PVV – P. van Lenth

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *