Een atheïstische politieke partij – 3) Over de partijstructuur

Peter van Lenth
Volg me

Eerder heb ik een pleidooi gehouden voor de oprichting van een atheïstische politieke partij, laten we hem voorlopig de A.P.P. noemen. Ik schreef eerst over de haalbaarheid en wenselijkheid en daarna over de ideologie ervan. Wenselijk achtte ik zo’n partij als tegenwicht voor partijen die godsgeloof in hun beginselprogramma hebben staan. In het stuk over de ideologie probeerde ik duidelijk te maken dat atheïsten op zich nog geen ideologie met elkaar delen. Zij delen slechts een afkeer van godsgeloof. Is daarmee dan meteen atheïsme als grondbeginsel van een politieke partij onzinnig geworden en kan het dromen over zo’n partij dan ook maar beter stoppen? Ikzelf denk van niet.

Momenteel zien we de opkomst van nieuwe en vernieuwende politieke partijen (sorry, bewegingen), in elk geval twee, de PVV en de ToN. Nieuw, want ze bestonden niet eerder. En vernieuwend, want hun organisatiestructuur is geheel anders dan die van de oude partijen. Beschouwen we de PVV en de ToN, dan zien we bewegingen die in essentie bestaan uit een enkele, charismatische, persoon die meer zetels binnensleept dan deze ene persoon kan bedekken met de kont en voor die extra zetels worden dan vazallen aangetrokken. Dat zijn lieden die vooral niet iets moeten gaan zeggen dat hun baas/bazin tegenstaat, want dan vliegen ze eruit. En terecht, want het was die ene persoon, met die ene mening, die al die kiezers trok. Het is niet de schuld van iemand als Wilders of Verdonk dat we ons landelijk stelsel hebben opgebouwd uit 150 zetels. Ze moeten nou eenmaal roeien met die riemen.

Die zetels… dat moet beter uitgebuit kunnen worden. Ik zie hier opeens een fantastische mogelijkheid voor de A.P.P., die immers zo goed als kansloos is als er slechts een enkele ideologie binnen die partij mag bestaan. Waarom niet toestaan, of zelfs propageren, dat er meerdere ideologieën of varianten binnen de partij vorm krijgen?!

Ik zie het al helemaal voor me: Binnen de A.P.P. zijn diverse inspirerende, charismatische denkers. Zij zijn het op allerlei gebied met elkaar eens, zeker waar het hun afkeer van godsgeloof betreft, maar op punten onderscheiden zij zich van de anderen. Er is de afspraak dat er niet, vooral NIET, wordt toegewerkt naar een enkel partijstandpunt, een enkel manifest, waarmee verkiezingsstrijd wordt gevoerd. Integendeel, ieder van deze denkers probeert een groep te vormen en deze groepen laten steeds duidelijk merken hoe er binnen déze groep wordt gedacht over een bepaald item. De kiezer wordt geacht deze meningsverschillen vooral niet op te vatten als intern gekissebis en interne strijd om de macht, maar juist als gewenst gevolg van de pluriforme structuur. En in verkiezingstijd besluit de atheïstische kiezer om niet zozeer het bovenste vakje aan te kruisen, maar juist het vakje van de representant van de groep waarmee deze zich het meest verwant voelt.

Okay, stel de A.P.P. heeft negen zetels binnengesleept. Stel dat er vier groepen onderscheiden kunnen worden. Stel dat de toppoliticus van groep 1 twee zetels veroverde, groep 2 kreeg er vier, groep 3 kreeg er drie en groep 4 kreeg nul. Dan komen groepen 1, 2 en 3 in de Tweede Kamer en zijn ze vooralsnog niks verplicht naar elkaar toe, behalve wellicht op de punten waarover ze vooraf al overeenstemming hadden bereikt. Als gevolg van de afspraken zullen de drie groepen bij stemmingen niet altijd hetzelfde stemmen. En er zijn ook gevolgen voor de kabinetsformatie, stel dat ze daarbij betrokken worden.

Bij een kabinetsformatie zullen alledrie groeperingen aan de formatietafel moeten gaan zitten en zullen ze ieder moeten beslissen hoeveel water ze bij de wijn willen doen. Dit zal niet op voorhand onmogelijk zijn als voor ieder van de drie groepen geldt dat ze regeringsverantwoordelijkheid graag willen dragen. Desnoods gaan twee van de drie groepen wèl in zee met andere partijen. In dat geval gaat de derde groep gewoon in de oppositiebanken zitten. Mooi toch!

Ik word steeds enthousiaster over dit idee. Het is dualisme ten top. Inspirerende denkers worden gestimuleerd om binnen de partij een nieuwe lichting sympathisanten te werven. Oude lichtingen kunnen zo rustig, en hopelijk eervol, een zachte dood sterven. Er hoeft geen stemmenstrijd los te barsten om het politiek leiderschap en een voorzitter kan gekozen worden zonder angst voor invloed op de ideologische  koers. Leiders en denkers hoeven de eigen intellectuele ontwikkeling niet te temperen voor allerlei achterban die ook tevreden moet worden gehouden. Compromissen zijn niet nodig.

Dat alles is al een hele tijd mogelijk, namelijk al zolang onze kieslijsten vol staan met lange rijen namen. Waarom heeft niemand deze optie ooit eerder gezien?!

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *