- Is ‘Critical (Race) Theory’ echte wetenschap? - 14 december 2021
- Het internet als mindblower en de mensenrechten als bron van onrust - 17 april 2021
- De ernstige fout in de UVRM: Universalisme - 11 februari 2021
In dit lange artikel zijn vier artikelen, die voor het eerst in 2007 en 2008 gepubliceerd werden, samengetrokken. De artikelen kunnen opeenvolgend, maar eventueel ook apart gelezen worden. Een en ander begon met de vraag of een atheïstische politieke partij haalbaar en wenselijk is en mondde uiteindelijk uit in een beginselverklaring. Die verklaring wordt hier voor het eerst gepubliceerd.
1) Over de haalbaarheid
Politieke partijen zijn gestoeld op ideologieën. In het Nederlandse politiek bestel is er geen enkele partij die het atheïsme expliciet in zijn beginselverklaring heeft staan. Er zijn weliswaar genoeg politieke partijen die daarin verklaren dat godsdienst geen onderdeel van de beginselen uitmaakt. En als het er niet expliciet in staat, dan blijkt het er impliciet uit wanneer er in het geheel geen melding wordt gemaakt van een godsdienstige achtergrond. Maar daarmee zijn deze partijen nog niet atheïstisch.
Neem de PvdA. De voorganger van deze partij was de in 1894 opgerichte SDAP. Aanvankelijk was de partij wars van kerkelijken, maar er waren sommige gelovigen die zich toch wilden aansluiten. Er ontstond een zekere strijd en in 1909 leek deze beslecht en werden de antikerkelijken geloosd. Vanaf dat moment heeft de SDAP, en later de PvdA, er voor uitgekeken de kerkelijken onder de leden tegen het zere been te stoten. Bij de oprichting van de PvdA, feitelijk een fusie, was notabene een christelijke partij betrokken.
Het was trouwens interessant en leerzaam om te lezen hoe deze strijd in die jaren werd gevoerd en welke argumenten er werden gebruikt. Wie zit er te wachten op een herhaling van de geschiedenis? Men zal geneigd zijn te zeggen “niemand en laten we het onderwerp dus maar overslaan”, maar dat zou wat te gemakkelijk zijn. We zijn immers wel een hele eeuw verder en het hele maatschappelijke veld is onvergelijkbaar met toen. Destijds was er zelfs nog niet eens algemeen kiesrecht. (Feitelijk was het accepteren van de kerkelijken in de SDAP een noodzakelijke stap om een meerderheid te verkrijgen voor de wet op het algemeen kiesrecht.)
Het is aannemelijk dat in het begin van de afgelopen eeuw een atheïstische politieke partij steeds een te gering aantal stemmen zou hebben geworven. Dat feit op zich was waarschijnlijk al een demotiverende factor die maakte dat aan de oprichting ervan maar niet werd begonnen. Wel ontstond er een klontering van atheïsten in diverse humanistische stromingen. Deze stelden zich echter bewust niet als politieke partij op. Zij beleden hun zendingsdrang op een meer onderhuidse manier, via verenigingen en bladen waarin de atheïstische, c.q. humanistische, levensbeschouwing vorm werd gegeven. Blijkbaar moest er eerst en vooral nagedacht worden hoe er zin kan worden gegeven aan het leven en de dood zonder er een godsidee bij te slepen. Wellicht is het goed dat deze evolutie zich zo voltrok.
Ook heerste er bij vele humanisten wellicht het idee dat de mensen in de loop van de 20e eeuw vanzelf massaal zouden gaan inzien dat er geen God bestaat en dat een geloof daarin ook niet nodig is om toch gelukkig te zijn. De rede zou vanzelf gaan winnen. We zitten nu in de 21e eeuw en moeten constateren dat het een misrekening is geweest; grote groepen blijken hardleers vast te houden aan verhalen uit hun heilige boeken die op rationeel-logische gronden onmogelijk waar kunnen zijn. Er is dus meer aan de hand dan met de rede te ontwarren is.
Nu is het feit dat grote groepen mensen blijven geloven in onware godsverhalen op zich niet voldoende reden om een atheïstische politieke partij op te richten. Zolang de invloed daarvan op het leven van de ongelovigen maar binnen de perken blijft, is er niet veel aan de hand. In Nederland is er in de afgelopen eeuw zeker een gunstige ontwikkeling geweest op dit punt. Ziedaar wellicht nog een reden waarom een atheïstische politieke partij tot nu toe niet werd overwogen, of in elk geval niet werd gerealiseerd. Maar de ontwikkelingen van de laatste decennia zijn alarmerend voor wie wil zien, voor wie zich ervoor openstelt. Niettegenstaande het feit dat er veel goed werk uit naastenliefde wordt verricht door priesters, paters, nonnen en Jezuïeten (dit is uiteraard een onvolledige lijst), kunnen we er toch niet meer omheen dat er nog steeds strenge gelovigen zijn die eigenlijk, in het diepst van hun hart, hun ideologie willen opleggen aan allen. In Nederland hebben de Christenen een soort convenant met de ongelovigen afgesproken waarmee te leven is, in het buitenland blijken echter bepaalde groepen strenge Christenen steeds machtiger te worden. De Moslims waren vroeger in Nederland, en de rest van Het Westen, geen thema. Maar in het nieuwe Europa, zo niet de hele wereld, zijn zij een machtsfactor geworden. Laat het eventueel zo wezen dat ook de Islam in theorie, misschien, tolerantie jegens ongelovigen herbergt, in de praktijk blijkt dat in de ogen van velen tegen te vallen. Er lijkt nog een lange weg te gaan voordat de ongelovigen ook met de Moslims eenzelfde soort convenant hebben gesloten als werd gesloten met de Christenen.
Gezien het huidige tijdsbeeld is het te overwegen een atheïstische politieke partij op te richten. Zo’n partij heeft bestaansgrond zeker zolang er ook politieke partijen zijn die in hun beginselverklaring verwijzen naar een religie. Een atheïstische politieke partij biedt een stem aan eenieder die denkt dat godsdienst in de politiek niks te zoeken heeft, of die denkt dat strenge godsdienst een kwalijke zaak is voor de wereld.
In de vroegere wereld streden de gelovigen tegen elkaar. In de huidige wereld gebeurt dat nog steeds. De atheïsten maken een denkfout als zij zich in die strijd onzijdig houden. Wanneer ergens in de wereld soemnieten en shi’ieten elkaar te lijf gaan, kan de atheïst denken dat dit ver van zijn bed is, maar dat is verkeerd gedacht. Er kan immers zomaar een machtige winnaar uit de bus komen, het slagveld kan een andere keer zomaar vlakbij huis ontstaan, en streng-gelovigen kunnen zich opeens ook zomaar gaan keren tegen ongelovigen. Het gaat uiteindelijk om strijd tussen ideologieën. Atheïsten zijn daarin partij en hebben er alle belang bij, ook in lijfelijke en materiële zin, aan die strijd, dat debat, mee te doen.
Een weëe opstelling past niet in dat debat. Atheïsten moeten niet de fout maken te denken dat hun argumenten van heilige kwaliteit zijn en daarom eenieder vanzelf overtuigen zodra zij uitgesproken worden. Het is helaas noodzakelijk een weerbare opstelling te kiezen wanneer gelovigen zich militant blijken op te stellen. Er zijn nogal wat humanisten die niet zover wensen te gaan en slechts op basis van dialoog en kalm zendingswerk aan hun missie willen werken. Verder zijn ze nogal naar binnen gericht en bezig met het bieden van ondersteuning aan medehumanisten. Ook zijn er die geloven in samenwerken met ‘verlichte’ gelovigen. Een aantal van deze humanisten hebben zelf een religieuze achtergrond waarvan ze zich hebben losgeweekt. Met alle respect voor deze stromingen, maar het is toch wel noodzakelijk voor een atheïstische politieke partij als deze in de beginselverklaring aangeeft graag te willen samenwerken met verlichte gelovigen, maar zich weerbaar zal opstellen jegens strenge gelovigen.
Kunnen gelovigen lid worden van een atheïstische politieke partij? Je zou zeggen van niet, maar er zijn mogelijkheden. Ten eerste zijn er de deïsten, ten tweede de agnosten, ten derde degenen die het godsgeloof slechts als een privézaak beschouwen.
De deïsten geloven wel dat God de wereld heeft geschapen, maar geloven niet dat God zich nog langer met die schepping bemoeit. Deze vorm van geloven impliceert dat men in de praktijk niets met het geloof doet.
Agnosten stellen dat we niet kunnen weten of God bestaat en hoe God is. Ook zij trekken vaak hieruit de consequentie dat er in de praktijk niet beleden wordt.
Dan zijn er nog de gelovigen die stellig vinden dat het een privébeleving is die nooit, hoe dan ook, opgedrongen mag worden aan een ander.
Voor al deze gelovigen geldt dat hun afkeer van streng gelovigen even groot kan zijn als die van de volslagen atheïst. Een lidmaatschap moet mogelijk zijn en interne discussies kunnen interessant zijn, maar verschil in opstelling inzake politieke kwesties hoort er theoretisch niet te zijn.
Zullen alle leden het altijd met elkaar eens zijn inzake politieke kwesties? Weinig kans. Toch is er gerede kans dat zij over veel politieke kwesties min of meer hetzelfde denken en daarom toch vrij gemakkelijk kunnen komen tot gezamenlijk standpunten. Waarom? Omdat ze een gemeenschappelijke voorkeur hebben voor logisch redeneren op basis van feitenkennis. En omdat ze in hun analyses niet worden gehinderd door in boeken verstopte dogma’s. Debat zal er heel veel en heel lang en per onderwerp zijn binnen een atheïstische politieke partij. Maar hoewel er geen garantie is dat de beste redeneerder altijd dat debat zal winnen, is er toch wel een soort zekerheid dat de winnaar redelijke argumenten had. En mocht de strijd te heftig worden, wat houdt mensen tegen om zich af te splitsen? Diverse stromingen kunnen op punten altijd besluiten samen te werken wanneer het in de politiek aankomt op stemmen tellen.
2) Over de ideologie daarvan
Vorige week kreeg ik de volgende mail. Het was niet de eerste in zijn soort.
Hi, Peter, ik heb wel zin om lid te worden van jouw atheïstische partij. Ik denk al aardig gevorderd te zijn met de ideologische basis daarvoor. Mail of bel me eens daarover, als je wilt.
Met atheïstische Groet, Fred
Vandaag heb ik gereageerd. De problematiek die ik daarin aansnijd rechtvaardigt echter een publieke bespreking. Lees mee en denk mee.
Beste Fred, dank voor je reactie op mijn blog ‘Een atheïstische politieke partij – Over de haalbaarheid en wenselijkheid’. Punt is dat mijn persoonlijke gesteldheid mij ongeschikt maakt om een A.P.P. aan te jagen. Ik ben weliswaar nog niet echt oud (53), maar de therapiegevolgen van een hopelijk succesvol bestreden ziekte zitten me daarbij in de weg. Bovendien denk ik dat zo’n partij het meest gebaat is bij de support van een paar krachtige, en bekende, persoonlijkheden. Namen heb ik wel voor ogen, maar of dat dezelfden zijn als jij zou noemen, betwijfel ik nog even.
En dan is er nog het probleem van de verdere ideologie. Dat probleem werd mij duidelijk door de reactie van ene HarmJan:
Het is je goed recht een partij op te richten. Ik kan me alleen niet goed voorstellen waar een atheistische partij voor staat. Met het ontkennen van het bestaan van een God heb je namelijk nog geen mensbeeld of wereldbeeld. Ik kan me voorstellen dat de ene atheist ook socialist is, terwijl de andere atheist liberaal is.
Waarop ik reageerde:
Daar raak je me wel op een kwetsbaar punt. Inderdaad verweer ik me altijd tegen de snerende suggestie van gelovigen die zich door mij aangevallen voelen en dan roepen dat atheïsme ook een geloof is met de opmerking dat atheïsme geen geloof is en ook geen overtuiging, ideologie, mensbeeld of wereldbeeld. Het is slechts een aanduiding die duidelijk maakt dat iemand ergens NIET in gelooft. Het zegt dus niets of niet veel over wat iemand wèl vindt.
Potjandorie, daar raak je me diep in mijn idee dat een A.P.P. nodig is. Hier moet ik nog eens diep over nadenken.
Het eerst op te lossen probleem is wellicht dat een binding van mensen meer vereist dan een afkeer van, in dit geval, godsgeloof. Jij en ik zouden in zo’n partij kunnen zitten, maar we zouden het mogelijk al oneens zijn over zoiets/zoiemand als Wilders. Niet omdat ik pro-Wilders ben, maar ik ben niet anti-Wilders zoals jij jezelf afspiegelt in je zelfintroductie. Ik noem het maar als voorbeeld. Ik bedoel er ook niet mee dat een APP slechts socialistisch, of slechts liberaal, of slechts weetikveel, zou moeten of kunnen zijn. Ik bedoel dat het nog nadere overdenking behoeft.
Als we kijken naar de religieuze partijen, dan zien we ook daar tussen deze partijen verschillen die teruggrijpen op ideologieën als socialisme en (een of andere variant van) liberalisme. Er is niet één C.P.P., maar er zijn varianten. Mogelijk zou een eerste Atheïstische P.P. toch al vanaf het begin moeten worden gestoeld op een ideologie. Maar welke? Daarover zouden de potentiële oprichters toch eerst moeten nadenken.
Alle mensen die niet geloven in communisme worden met elkaar verbonden door dat niet geloven. Maar wie heeft er ooit gehoord van de Niet-Communistische Partij? Er is blijkbaar meer nodig om mensen te binden.
Wie denkt mee?
3) Over de partijstructuur
Eerder heb ik een pleidooi gehouden voor de oprichting van een atheïstische politieke partij, laten we hem voorlopig de A.P.P. noemen. Ik schreef eerst over de haalbaarheid en wenselijkheid en daarna over de ideologie ervan. Wenselijk achtte ik zo’n partij als tegenwicht voor partijen die godsgeloof in hun beginselprogramma hebben staan. In het stuk over de ideologie probeerde ik duidelijk te maken dat atheïsten op zich nog geen ideologie met elkaar delen. Zij delen slechts een afkeer van godsgeloof. Is daarmee dan meteen atheïsme als grondbeginsel van een politieke partij onzinnig geworden en kan het dromen over zo’n partij dan ook maar beter stoppen? Ikzelf denk van niet.
Momenteel zien we de opkomst van nieuwe en vernieuwende politieke partijen (sorry, bewegingen), in elk geval twee, de PVV en de ToN. Nieuw, want ze bestonden niet eerder. En vernieuwend, want hun organisatiestructuur is geheel anders dan die van de oude partijen. Beschouwen we de PVV en de ToN, dan zien we bewegingen die in essentie bestaan uit een enkele, charismatische, persoon die meer zetels binnensleept dan deze ene persoon kan bedekken met de kont en voor die extra zetels worden dan vazallen aangetrokken. Dat zijn lieden die vooral niet iets moeten gaan zeggen dat hun baas/bazin tegenstaat, want dan vliegen ze eruit. En terecht, want het was die ene persoon, met die ene mening, die al die kiezers trok. Het is niet de schuld van iemand als Wilders of Verdonk dat we ons landelijk stelsel hebben opgebouwd uit 150 zetels. Ze moeten nou eenmaal roeien met die riemen.
Die zetels… dat moet beter uitgebuit kunnen worden. Ik zie hier opeens een fantastische mogelijkheid voor de A.P.P., die immers zo goed als kansloos is als er slechts een enkele ideologie binnen die partij mag bestaan. Waarom niet toestaan, of zelfs propageren, dat er meerdere ideologieën of varianten binnen de partij vorm krijgen?!
Ik zie het al helemaal voor me: Binnen de A.P.P. zijn diverse inspirerende, charismatische denkers. Zij zijn het op allerlei gebied met elkaar eens, zeker waar het hun afkeer van godsgeloof betreft, maar op punten onderscheiden zij zich van de anderen. Er is de afspraak dat er niet, vooral NIET, wordt toegewerkt naar een enkel partijstandpunt, een enkel manifest, waarmee verkiezingsstrijd wordt gevoerd. Integendeel, ieder van deze denkers probeert een groep te vormen en deze groepen laten steeds duidelijk merken hoe er binnen déze groep wordt gedacht over een bepaald item. De kiezer wordt geacht deze meningsverschillen vooral niet op te vatten als intern gekissebis en interne strijd om de macht, maar juist als gewenst gevolg van de pluriforme structuur. En in verkiezingstijd besluit de atheïstische kiezer om niet zozeer het bovenste vakje aan te kruisen, maar juist het vakje van de representant van de groep waarmee deze zich het meest verwant voelt.
Okay, stel de A.P.P. heeft negen zetels binnengesleept. Stel dat er vier groepen onderscheiden kunnen worden. Stel dat de toppoliticus van groep 1 twee zetels veroverde, groep 2 kreeg er vier, groep 3 kreeg er drie en groep 4 kreeg nul. Dan komen groepen 1, 2 en 3 in de Tweede Kamer en zijn ze vooralsnog niks verplicht naar elkaar toe, behalve wellicht op de punten waarover ze vooraf al overeenstemming hadden bereikt. Als gevolg van de afspraken zullen de drie groepen bij stemmingen niet altijd hetzelfde stemmen. En er zijn ook gevolgen voor de kabinetsformatie, stel dat ze daarbij betrokken worden.
Bij een kabinetsformatie zullen alledrie groeperingen aan de formatietafel moeten gaan zitten en zullen ze ieder moeten beslissen hoeveel water ze bij de wijn willen doen. Dit zal niet op voorhand onmogelijk zijn als voor ieder van de drie groepen geldt dat ze regeringsverantwoordelijkheid graag willen dragen. Desnoods gaan twee van de drie groepen wèl in zee met andere partijen. In dat geval gaat de derde groep gewoon in de oppositiebanken zitten. Mooi toch!
Ik word steeds enthousiaster over dit idee. Het is dualisme ten top. Inspirerende denkers worden gestimuleerd om binnen de partij een nieuwe lichting sympathisanten te werven. Oude lichtingen kunnen zo rustig, en hopelijk eervol, een zachte dood sterven. Er hoeft geen stemmenstrijd los te barsten om het politiek leiderschap en een voorzitter kan gekozen worden zonder angst voor invloed op de ideologische koers. Leiders en denkers hoeven de eigen intellectuele ontwikkeling niet te temperen voor allerlei achterban die ook tevreden moet worden gehouden. Compromissen zijn niet nodig.
Dat alles is al een hele tijd mogelijk, namelijk al zolang onze kieslijsten vol staan met lange rijen namen. Waarom heeft niemand deze optie ooit eerder gezien?!
4) Over het draagvlak onder intellectuelen
Herman Philipse, Jaap van Heerden, Dick Swaab, Vincent Icke, Rudy Kousbroek, Peter Schat, Ronald Plasterk, Hafid Bouazza, Matthijs van Boxsel, Max Pam en Hans Crombag, al deze minder of meer bekende Nederlanders zijn geïnterviewd door Harm Visser voor zijn boek ‘Leven zonder God’ omdat zij zelfverklaard atheïst zijn. De lijst van zelfverklaarde atheïsten kan met groot gemak worden uitgebreid: Paul Cliteur, Ayaan Hirsi Ali, Leon de Winter, Sylvain Ephimenco, Eshan Jami, Carel Brendel, Paul Scheffer, om maar eens een paar te noemen. Of Klaas Hendrikse er ook bijhoort? Als hij het zo wil, mij best.
Bent u ook bekende Nederlander en voelt u zich gepasseerd omdat u hier niet bij dit bijzondere gezelschap opgenoemd bent? Dan bij voorbaat mijn excuses. Maar laat ik eerst uitleggen waarom ik op deze wijze begon.
Deze bekende mensen zijn niet alleen zelfverklaard atheïst, maar zijn ook nog nooit lid geweest van een atheïstische politieke partij. Dat is overigens begrijpelijk, want er is naar mijn weten nog nooit zo’n partij in Nederland geweest. Niet in de laatste plaats omdat er vanuit atheïsten zelf altijd een zekere weerzin bestond om zo’n partij op te richten. Streven naar een scheiding tussen kerk en staat samen met gelovigen die dat ook een goede zaak vinden, leek hen voldoende. Dit noemen we secularisatie en omdat dus ook gelovigen seculier kunnen zijn is ‘seculier’ geen goed synoniem van ‘atheïst’. Een politieke partij met een seculier karakter is daarom ook niet vanzelfsprekend het domein van atheïsten. Waarom leek atheïsten zo’n partij toch voldoende? Wellicht omdat atheïsten zichzelf niet willen profileren als een ideologie. Immers, atheïsme is geen ideologie. Het is slechts een ‘niet-geloven in een god’ en het zegt op zich nog helemaal niks over de ideologie van de atheïst. Nee, de atheïsten hebben zich in de loop van de twintigste eeuw keurig verdeeld over de diverse ideologische politieke partijen die in het beginselprogramma òf niet reppen over het geloof òf het secularisme expliciet onderschrijven. Dat was meer dan voldoende eerbetoon aan het atheïsme, vinden ze. Of vonden ze, hoop ik hier te bereiken. Ik ga hier proberen bekende Nederlandse intellectuelen/denkers te enthousiasmeren, te winnen voor het idee dat een atheïstische politieke partij nog niet zo’n gek idee is en dat hun inzet een goede zaak zou zijn. Okay, daar gaan we.
In een drietal eerdere artikelen heb ik een pleidooi gehouden voor de oprichting van een atheïstische politieke partij. Tot nu toe noemde ik die partij voor het gemak de A.P.P., maar momenteel stel ik als werknaam ATPP voor. (Later leg ik uit waarom.) (Redactie: Later zou dat de ATPF genoemd worden, de Atheïstische Politieke Federatie. Er werd ook een website aan gewijd: ATPF.NL.) Ik schreef eerst over de haalbaarheid en wenselijkheid, daarna over de ideologie ervan en in het meest recente artikel deed ik een voorstel voor een toepasselijke partijstructuur. Wenselijk achtte ik zo’n partij zolang er nog partijen zijn die godsgeloof in hun beginselprogramma hebben staan. In het stuk over de ideologie probeerde ik duidelijk te maken dat atheïsten op zich nog geen ideologie met elkaar delen. Zij delen slechts een afkeer van godsgeloof. Omdat het atheïsten aan een gedeelde ideologie ontbreekt zijn de vigerende partijstructuren, met hun absolute voorzitters en partijleiders, ongeschikt en daarom deed ik in het derde artikel het voorstel om op een unieke wijze gebruik te gaan maken van ons zetelstelsel en pluriformiteit tot principe te verheffen, zodat diverse ideologieën binnen de partij de kans krijgen, men elkaar niet in een strjd om de macht opjaagt en men toch gezamenlijk optreedt als het secularisme in het geding is.
Ik hoop dat – op dit punt in mijn betoog aangekomen – met name de bekende atheïstische Nederlanders de moeite hebben genomen om de drie eerdere artikelen te lezen. Dan ga ik nu een dringend verzoek tot hen – tot jullie – richten:
Een serieuze atheïstische politieke partij is m.i. volstrekt kansloos als er niet een zeker aantal bekende intellectuelen/denkers bereid is mede aan de basis ervan te gaan staan. Cynici zullen mij op dit moment beschuldigen uit te zijn op de vorming van een elitair clubje, maar niets is minder waar. Wel denk ik dat zo’n partij niet zonder de inbreng van jullie kan. Jullie hebben diepgang, jullie hebben een zeker charisma, jullie hebben netwerken, jullie hebben ervaring, jullie hebben een duidelijke mening. Het is allemaal hard nodig.
Laat niemand zich nu door mij onder druk gezet voelen. Excuses zijn niet nodig. Ik weet het, er zijn honderd redenen om er niet bij betrokken te willen worden. Drukke werkzaamheden, al ooit actief geweest in de politiek en toen gedesillusioneerd zijn geraakt, momenteel belangrijk binnen een bestaande politieke partij, vrouwlief vindt het allemaal zo wel welletjes, noem maar op. En jullie doen natuurlijk al het nodige voor de goede zaak. Er worden dunne en dikke boeken geschreven, interviews gegeven, wekelijks culumns gevuld, noem maar op. Maar zou het niet mooi zijn als al die kritieken op een nóg hoger plan werden getild?! Is het niet feitelijk een prachtige uitdaging om alles wat in de studeerkamer bedacht is ook eens via een echte politieke partij uit te dragen?!
Burgers zijn vrij om jullie columns, boeken en interviews te lezen. En daarmee hebben jullie vast al een zekere invloed op hun stemgedrag. Maar tot nu toe zijn ze in hun stemkeuze totaal genoodzaakt om te stemmen op een partij die niet speciaal voor en door atheïsten is vormgegeven. Daar komt nog eens bij dat al die bestaande partijen per tijdvak theoretisch slechts één koers varen. Een koers waar velen zich niet in kunnen vinden. Er zijn heden ten dage zeer veel zogenaamd zwevende kiezers. Dat zijn volgens mij niet zozeer ongeïnteresseerde burgers, maar misschien wel juist de beter geïnformeerden. Zij zien bij elke partij standpunten waar ze zich niet in kunnen vinden en besluiten van lieverlee maar niet te gaan stemmen. De opzet van de politieke partij die mij voor ogen staat komt juist aan deze mensen totaal tegemoet.
Verschillen jullie onderling van ideologie? De partijstructuur maakt het jullie allen mogelijk om te floreren, zolang jullie er maar in slagen om een zekere achterban te krijgen en te houden. Onderlinge machtsstrijd zal er niet zijn. Eindelijk een platform waarop jullie prima op punten kunnen samenwerken en toch ieder authentiek kunnen blijven.
Graag jullie overdenking. Laat het maar broeien en bespreek het allemaal eens met deze of gene vertrouweling. Ikzelf ben niet de juiste persoon om het allemaal te gaan coördineren, maar ik wil het uiteraard desgewenst allemaal nog een keer komen uitleggen. En voor de zekerheid heb ik toch maar deze week een domeinnaam voor deze goede zaak gereserveerd. APP.NL was al bezet en dus werd het na ampel beraad met mezelf ATPP.NL. (Redactie: En later dus ATPF.NL.)
Beginselverklaring
- De ATPF heeft recht van bestaan zolang er nog politieke partijen zijn die een religie in de beginselverklaring hanteren.
- Hieruit volgt dat de ATPF zichzelf zal opheffen als alle andere politieke partijen religie als basiselement van hun partij afschaffen, òf dat het zich zal omvormen tot een politieke federatie die niet langer nadruk legt op atheïsme.
- De ATPF stelt zich tot doel alle in de politiek ter sprake komende onderwerpen te beschouwen vanuit een religieloos perspectief, en zeker ook stellingnames die andere politieke partijen mede op basis van hun religie innemen te bekritiseren.
- Hieruit volgt dat de ATPF geen one-issue partij zal hoeven zijn en dat kritiek niet beperkt zal hoeven zijn tot kritiek op religieuze partijen en/of de religieuze componenten in standpunten.
- Atheïsme betekent letterlijk: niet geloven dat god bestaat.
- Atheïsme betekent dus vooral niet: geloven dat god niet bestaat.
- De atheïst hanteert geen dogma dat god ontkent. De atheïst gaat gewoon niet mee in de premisse dat god bestaat. Het is zodoende niet een geloofsvariant.
- Naast de denotatieve (ofwel letterlijke) betekenis van atheïsme kent het diverse connotatieve betekenissen. Alle mensen hebben wel een gevoelsmatige uitleg van atheïsme en atheïsten, variërend van heel negatief tot heel positief. In de beginselverklaring van de ATPF wordt de letterlijke, denotatieve, betekenis benadrukt en worden de connotatieve betekenissen gelaten voor wat ze zijn.
- Alle premissen (alle stellingnames) die atheïsten hanteren worden toegeschreven aan hun respectievelijke ideologieën en staan los van de beginselverklaring.
- De ATPF wìl èn kàn zodoende geen federatie zijn die voorbehouden is aan links of aan rechts of aan liberalen, socialisten, vrijzinnigen of aan wat dan ook.
- De ATPF wil èn kàn niet anders dan dat het voorbehouden is aan niet-gelovigen.
- De ATPF wìl èn kàn geen deelname toestaan van theïsten of deïsten of andere vormen die neerkomen op een geloof in één of meer goden, formeel zelfs niet voor agnosten of ietsisten, hoewel er mogelijk ruimte is voor hen die uiteindelijk heel dicht tegen het pure atheïstische idee aanschuren.
- Ook voor seculiere gelovigen kàn er geen plaats zijn binnen de ATPF. Seculiere gelovigen wordt geadviseerd eigen politieke bewegingen op te richten of binnen reeds bestaande religieuze partijen het beginsel van de secularisatie (verder) te propageren.
- Het is de vrije keuze van elke atheïst binnen de ATPF om wel of niet open te willen staan voor samenwerking met seculiere gelovigen.
- Het is aan de deelnemers om de eigen premissen te presenteren, kortom om een eigen politieke verklaring op te stellen.
- Eenieder die oprecht meent atheïst te zijn kan binnen de ATPF een rol van betekenis spelen, los van hoe de gehanteerde premissen ook zijn, behoudens wat hier wordt opgemerkt over samenwerking, debat en verbondenheid.
- Samenwerking – Deelnemers aan de ATPF zijn atheïst, maar dat zegt op zich nog niets over wat hen verder bindt. In deze beginselverklaring wordt daarover ook zo weinig mogelijk gesteld, teneinde te voorkomen dat bepaalde atheïsten, ten onrechte, worden uitgesloten. Wel wordt samenwerking op de volgende punten aangemoedigd:
- Er kan onderling verschil van mening bestaan over de invloed van godsgeloof op de maatschappij, maar het is aannemelijk dat een atheïst voorstander is van het afschaffen van speciale voorrechten voor (groepen) godsgelovigen, althans op staatsniveau.
- Het is mogelijk dat het pleidooi voor afschaffen van die speciale rechten niet of minder wordt gevoerd op lagere niveaus dan de staat, bijvoorbeeld op het niveau van de wijk.
- De verwachting is dat atheïsten minstens willen dat gelovigen ophouden hun geloof in te zetten in de (staats)politiek, anders dan als (een) inspiratiebron. Anders gesteld: Secularisatie (het scheiden van kerk en staat) lijkt voor alle atheïsten een politiek doel, al zal het voor sommigen een belangrijker doel zijn dan voor anderen.
- Het is mogelijk dat het pleidooi om op te houden met het inzetten van geloof niet of minder wordt gevoerd op lagere niveaus dan de staat, bijvoorbeeld op het niveau van de wijk.
- Waar het de gedeelde premissen (in elk geval het atheïsme en de beginselverklaring) betreft, mag samenwerking worden verwacht.
- Er kan onderling verschil van mening bestaan over de invloed van godsgeloof op de maatschappij, maar het is aannemelijk dat een atheïst voorstander is van het afschaffen van speciale voorrechten voor (groepen) godsgelovigen, althans op staatsniveau.
- Debat – Samenwerken lijkt op onderdelen een logische zaak, maar elkaar dwarszitten kan, legitiem, ook gebeuren, juist als de ene groep wil waarschuwen voor de negatieve impact van een idee dat een andere groep propageert.
- Onderlinge wedijver hoort via open debat te geschieden, door te pogen met inzet van argumenten, feiten en goed gekozen woorden anderen te overtuigen.
- Verbondenheid – Het is voor de ATPF van levensbelang dat iedere deelnemer de morele en ethische integriteit van de federatie hoog wil houden en dat geen enkele groep uit is op heerschappij, in de maatschappij of binnen de ATPF, en daarbij oneerlijke, intimiderende argumenten en middelen inzet.
- Binnen de federatie is alleen ruimte voor deelnemers die zich solidair verklaren met de basisbeginselen en de andere deelnemers een eigen plek binnen de gestelde grenzen volledig gunnen.
- Zodoende kàn er binnen de ATPF geen ruimte zijn voor mensen die vinden dat de maatschappij geheel naar hùn idee moet worden ingericht, zo niet goedschiks dan maar kwaadschiks.
- Er mag echter wèl een utopisch beeld worden geschetst, bedoeld om de richting aan te geven.
- Van deelnemers wordt verwacht dat andere deelnemers in beginsel worden gerespecteerd en getolereerd.
- Hoog willen houden van de morele en ethische integriteit van de federatie is noodzakelijk voor het imago van de ATPF.
- De verbondenheid betekent dat allen last zullen hebben van imagoschade en er zodoende belang bij hebben dat allen de integriteit hoog willen houden.
- Zorg over imagoschade impliceert echter niet dat impopulaire stellingen niet betrokken mogen worden. Het betekent al evenmin dat men ‘politiek correct’ hoort te zijn. Het betekent wel dat er niet maar wat geroepen kan worden zonder enige bereidheid om serieuze kritiek op de eigen woorden serieus te beantwoorden.
- Samenwerking – Deelnemers aan de ATPF zijn atheïst, maar dat zegt op zich nog niets over wat hen verder bindt. In deze beginselverklaring wordt daarover ook zo weinig mogelijk gesteld, teneinde te voorkomen dat bepaalde atheïsten, ten onrechte, worden uitgesloten. Wel wordt samenwerking op de volgende punten aangemoedigd:
- Voor de ATPF is het van levensbelang om een onafhankelijke toetsingscommissie te hebben die toeziet op de juiste toepassing van de basisbeginselen.
- De leden van de toetsingscommissie kunnen tijdens hun zittingschap beter géén actief deelnemer zijn en horen zich in elk geval, wanneer in functie, verre te houden van politieke uitspraken anders dan die door alle actieve deelnemers als correct worden beschouwd.
- De toetsingscommissie is gemachtigd deelnemers te berispen of tijdelijk te schorsen of voor te dragen voor royement.
- Alleen de vergadering van alle deelnemers kan een royement bekrachtigen.
- De deelnemers hebben het (alleen-)recht om nieuwe mensen in de toetsingscommissie te benoemen, maar niet om hen te schorsen of te royeren.
- Het is deelnemers toegestaan om onder pseudoniem te publiceren en te acteren, maar de werkelijke naam en adresgegevens dienen wel bekend te zijn bij de administratie van de ATPF.
- De ATPF is eraan gehouden om die gegevens, desgevraagd, geheim te houden, behoudens overmachtsituaties, zoals wanneer de wet ertoe verplicht die gegevens te overhandigen.
- Het is andere deelnemers van de ATPF niet toegestaan een ter ore gekomen werkelijke naam en andere privégegevens te publiceren of anderzijds te verspreiden als degene die het betreft vooralsnog slechts onder pseudoniem wenst te opereren.
- Afhankelijk van de ernst zal er minstens een berisping volgen, waarschijnlijker een tijdelijke schorsing en zeer wel mogelijk een royement.
- Deelnemers die serieus toewerken naar invloed in de (regionale of landelijke) politiek dienen bereid te zijn de werkelijke namen en contactgegevens te openbaren wanneer vertegenwoordigers van serieuze media daarop aandringen en men die media graag te woord wil staan.
- Het is immers nog steeds ondenkbaar dat echte mensen in een stadsbestuur of parlement gekozen worden slechts op basis van hun pseudoniem.
- De ATPF is bereid ondersteuning te bieden bij het toewerken naar invloed in het landelijk parlement, maar ook naar invloed op provinciaal, regionaal of zelfs wijkniveau.
- Zulke invloed kan de vorming van een politieke afdeling zijn, maar ook een lobbygroep.
- De ATPF kan een eigen uitgeverij oprichten waar deelnemers kunnen publiceren.
- Een redactie zal erover waken dat het te publiceren werk aan zekere maatstaven voldoet.
- De ATPF kan een bureau oprichten waar actieve deelnemers onderzoeksvragen kunnen neerleggen.
- Deelnemers kunnen zich aanmelden voor dat bureau en de ATPF kan er actief voor werven.
- Bij deelname aan regionale of landelijke verkiezingen zullen de diverse politieke afdelingen apart op de kieslijst staan, onder de titel ‘ATPF’, maar zal plek 1 worden ingenomen door een persoon die als taak krijgt de basisbeginselen te borgen, de gekozen afdelingen te ondersteunen en desgewenst het woord te voeren wanneer het om stellingnames gaat die door alle afdelingen worden gedeeld.
- Deze persoon is beslist géén politiek leider die de koers bepaalt.
- De bovenmatige hoeveelheid stemmen die deze persoon vergaart wordt verdeeld over de afdelingen.
- Deze persoon wordt voorgedragen door de deelnemende afdelingen en de toetsingscommissie.
- De leider (zijnde de originator of een opvolger daarvan) van een politieke afdeling wordt in de gelegenheid gesteld sympathisanten te werven voor opname op de kieslijst en dus deelname aan de zetelverdeling.
- Een geworven lijstdeelnemer wordt het recht ontzegd zich tijdens de zittingsduur af te scheiden met behoud van de zetel, tenzij de leider daarmee vooraf of achteraf instemt. Anders gesteld, bij terugtreden dient de zetel in principe èn principieel ter beschikking te worden gesteld.
- Het is de vrije keuze van de leider van een politieke afdeling om de mate van inspraak van de medelijstdeelnemers te bepalen, op voorwaarde dat de afspraken daarover vooraf duidelijk vastgelegd zijn.
- De ATPF kan een lijst opbouwen van deelnemers die bereid zijn binnen zekere ideologieën een plaats op de lijst in te nemen. Ook kan de ATPF toewerken naar een hoger vaardigheidsniveau van deze deelnemers. Leiders kunnen desgewenst uit deze lijst putten.
- Voorafgaande aan een verkiezing maken de deelnemende leiders én de toetsingscommissie afspraken over wat er zal gebeuren indien het aantal verworven stemmen slechts één zetel oplevert, dan wel indien afdelingen veel reststemmen hebben.
- Voorafgaande aan een verkiezing maken de deelnemende leiders afspraken over woordvoerderschappen en deelnames aan commissies.
- In ultimo kan ertoe worden besloten dat de afdelingen zich na installatie in het regionaal bestuur of landelijk parlement formeel afscheiden, waardoor zij naar Nederlands recht automatisch het recht verkrijgen het woord te voeren.
Het is geen antigodsgeloof concept. Overigens is deze herpublicatie een voorbereiding op iets anders waar ik toevallig nu aan bezig ben. Wait and see. 🙂
Pingback: Voorstel aan FvD, GeenPeil, VNL en PvdR | P. van Lenth