Fascisme-alarmisten

Peter van Lenth
Volg me

In mijn vorige blog schreef ik over Robert Paxton, de historicus die veel status heeft vanwege zijn kennis over fascisme. Waarom ik hem aanhaalde? Vorige week herlas ik het dunne boekje dat Geert Mak in 2004 publiceerde na de moord op Theo van Gogh. Op bladzij 81 (1e druk) haalde hij  Robert Paxton aan, voor mij duidelijk met de bedoeling Nederlandse politici op een notie van Paxton te wijzen in de hoop dat ze inderdaad zouden gaan doen wat Paxton impliceerde, namelijk geen enkele verbintenis aangaan met naar het fascisme riekende lieden.

“Ik moet nog terugkomen op een ander element uit de studie van Robert Paxton: de leemtes in het bestaande politieke systeem. In zijn beschrijvingen, land na land, keert telkens één situatie terug: een enigszins conservatieve partij begint haar traditionele achterban te verliezen, sluit een coalitie met de rechts-radicalen in opkomst om haar positie te behouden, geeft in dat proces steeds meer gezag aan hun opvattingen, en brengt ze ten slotte tot regeringsverantwoordelijkheid. Niet de kracht van een rechts-radicale beweging is uiteindelijk doorslaggevend voor het aan de macht komen van zo’n gezelschap, Maar de crisisstemming binnen een of meer traditionele partijen.” (Geert Mak, Gedoemd tot kwetsbaarheid, p. 81)

Het weer eens lezen van het boekje van Geert Mak maakte me een paar dingen duidelijk. Ten eerste, er is sinds 2004 niet echt veel veranderd. Dat wil zeggen, de grote tegenstellingen tussen ‘links’ en ‘rechts’ waren er ook toen reeds en idem zijn alle verwijten die je heden ten dage over en weer hoort niet nieuw. Ten tweede, Geert Mak gaf er blijk van ook alle argumenten die aan de ‘rechterzijde’ gebezigd werden wel degelijk goed te kennen. Ergo, hij was goed op de hoogte van alle ‘rechtse’  verwijten aan ‘links’. Ten derde, Geert Mak sprak veel van de feiten die ten grondslag lagen aan die verwijten niet eens echt tegen. Sterker, hij liet blijken al die feiten eigenlijk wel te onderschrijven. (Zie voor voorbeelden daarvan alhier, op bladzijden 20, 24 en vooral 28 en verder.) Ten vierde, desondanks keerde hij zich bijzonder fel tegen de ‘rechtse’ critici.

Rara, hoe kon dat nou toch… Hoe is het toch mogelijk dat je het gros van de feiten die tot alle verwijten leiden wèl onderkent en je je desondanks keert tegen degenen die de verwijten maken.

Ik meen te hebben gezien dat Geert Mak – een groot kenner van alle literatuur over het fascisme en bovendien zelf kind uit een joodse familie die in WO2 zwaar getroffen is – een bijzondere angst betoont voor fascisme. Het is een dusdanig grote angst dat je rustig kan spreken van overgevoelige antennetjes voor elk symptoom dat opgesomd staat in het rijtje dat het fascisme beschrijft.

Bij elk symptoom gaat bij hem de alarmbel rinkelen en voelt hij de behoefte om te waarschuwen, om ons te behoeden voor het naderend onheil van opdoemend fascisme. Zo vergeleek hij in dat boekje de film ‘Submission Part 1’ die Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali maakten met ‘Der Ewige Jude’, de antisemitische film van Joseph Goebbels. Hij beweerde dat Van Gogh en Hirsi Ali van dezelfde propagandatrucs als Goebbels gebruik hadden gemaakt door met weerzinwekkende beelden een hele bevolkingsgroep te kijk te zetten. Heel ‘rechts’ viel over hem heen, want die vonden de vergelijking te gek voor woorden. (Onder andere daartegen verweerde Mak zich een jaar later in een tweede boekje, ‘Nagekomen flessenpost’, overigens zonder zijn standpunt echt te wijzigen.)

Goed, tot zover Geert Mak. Waar het me nu feitelijk om gaat: Méér mensen hebben een overgevoeligheid voor fascisme. Alleen dat kan verklaren waarom er telkens weer, jaar na jaar, tot op de dag van vandaag, zo ultrascherp wordt gereageerd op iedere kritiek die ook maar een enkele overeenkomst met de vele kenmerken van het fascisme bevat. Het is alsof men in de verte een dier met kattenogen en een geel-bruin gestreepte vacht meent te zien en meteen vreest te maken te hebben met een baby-tijger. Het hele idee dat het ook zou kunnen gaan om een kat dringt niet eens door, zo beducht is men voor de volwassen tijger.

De tweede wereldoorlog heeft er flink ingehakt, ook op een manier die we ons niet echt bewust zijn. De generatie die de oorlog heeft meegemaakt heeft haar kinderen terecht willen doordringen van de slechtheid van fascisme (waaronder nazisme). Maar heeft die generatie dat wel op de juiste wijze gedaan? Het zou ook kunnen – en dat acht ik plausibeler – dat die generatie wel haar uiterste best heeft gedaan, maar dat het haar kinderen toch niet is gelukt het helemaal te snappen. De na-oorlogse generatie kende immers de vooroorlogse fascisten niet uit eigen ervaring, maar was er wel bang voor gemaakt en kon niet anders dan die angst feitelijk te baseren op van-horen-zeggen. Zeker, uitgerekend die generatie werd goed geschoold en las er mogelijk heel dikke boeken over. Ook films en reportages werden hen aangeboden. Desondanks is het bij een aantal van hen misgelopen, althans zo oordeel ik over hen die tè snel alarm slaan bij waarnemen van iets dat inderdaad ook in het lijstje typische fascisme-kenmerken staat.

Sta me toe deze mensen even te typeren als fascisme-alarmisten, omwille van de discussie. Deze fascisme-alarmisten hebben het debat in de afgelopen decennia flink verruïneerd, door jan-en-alleman uit te schelden voor fascist, neo-nazi en racist. Jan-en-alleman voelden zich daarna terecht zeer beledigd of in elk geval volkomen onbegrepen. Het leidde vanzelfsprekend tot veel boosheid van hun kant; je gaat immers niet begrip tonen voor zulke beschuldigingen. Echt debat kwam er niet meer van. Maar ook: het zicht op de realiteit van jan-en-alleman (de vermeende fascisten dus) bood zeker kansen tot goede analyses en echte oplossingen. Analyses en oplossingen die dus geen kans hebben gekregen, met alle gevolgen van dien. En nòg wordt er niet goed genoeg geluisterd naar deze moedige denkers. Moedig, omdat het moed vergt het verwijt van fascisme te weerstaan en stug door te gaan met het pleidooi.

Fascisme-alarmisten vervullen in principe een goede rol. Het is goed dat er mensen zijn die waarschuwen tegen opkomend fascisme. Maar het mag toch zo langzamerhand wel duidelijk zijn dat menig fascisme-alarmist de fascisme-kenmerken niet goed op een rijtje heeft en ook onvoldoende beseft dat je niet meteen met de fascisme-beschuldiging mag komen dra iemand aan één, twee of drie van die kenmerken lijkt te voldoen. Zelfs als iemand aan heel veel van die kenmerken voldoet hoeft er nog geen sprake van fascisme te zijn.

Dit alles gezegd hebbende, wil ik toch ook een woord kwijt aan allen die aan één, twee, drie of zelfs nog meer van die kenmerken voldoen: Wees je ervan bewust dat er èchte fascisten kunnen zijn die heel blij zouden kunnen zijn met jouw woorden, ook al voldoe je totaal niet aan het echte profiel van de fascist. Bouw dus altijd ‘garanties’ in die misbruik van je woorden in de toekomst moeten voorkomen. Het is daarvoor helaas onvoldoende om je eenmalig uit te spreken tegen het fascisme.

Getagd , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *