Wie is bereid tot onderhandelen over een onsje racisme?

Peter van Lenth
Volg me
feyenoord wordt kampioen

Feyenoord wordt kampioen en het wordt ze gegund.

In Nederland krijgen Geert Wilders’ aanhangers geen deel van de taart en straks ook die van Marine Le Pen niet. Ondanks een ruim percentage aanhang zorgt het resterende meerderheidspercentage van de aanhang van andere partijen ervoor dat het ruime percentage toch niet leidt tot ook maar enige regeringsinvloed. Dat kan niet anders dan fout aflopen, op den duur. Zo betoogt ook Martin Sommer.

Aflossing van de wacht

In de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gaan gezworen opponenten van Macron (ik zou het haast vijanden durven noemen) toch op hem stemmen, met geen andere reden dan te voorkomen dat die afschuwelijk enge Marine Le Pen presidente wordt. (Het zou trouwens in Frankrijk voor het eerst een vrouw zijn, wat hebben die Fransen tegen vrouwen?)

Sommer probeerde zich te herinneren of dat altijd al zo ging en concludeert dat er toch wel wezenlijk iets veranderd is.

Sommer:“De oude politieke partijen zijn dood of doen alsof ze nog leven. Zij hadden een samenhangende ideologie. Bij links was dat gelijkheid en bescherming, bij rechts vrijheid en economische voorspoed. Bij het democratische partijensysteem hoorde de bereidheid tot aflossing van de wacht. Er was wederzijdse afkeer, maar geen haat. En iedereen kwam van tijd tot tijd aan de beurt voor een stuk van de taart.” (mijn vet)

Nu kan je je afvragen of het echt nieuw is. Immers, we herinneren ons nog goed hoe Janmaat werd buitengesloten van zo’n beetje alles behalve de toegang tot de Tweede Kamer. Daarvòòr was het de Boerenpartij en historici zullen vast het nodige weten te vertellen over weer eerdere partijen die werden buitengesloten. Zo overkwam het ook de NSB toen de moffen nog niet waren binnengevallen. Dat alles neemt niet weg dat er een kern van waarheid schuilt in Sommer’s opmerking dat ons partijensysteem in wezen ‘bereidheid tot aflossing van de wacht’ in zich droeg. Zo’n aflossing van de wacht leidde wel elke keer weer tot gemor, maar niet of nauwelijks tot haat of ondergrondse activiteiten. Ik denk dat we het in ons hart eigenlijk wel zo gezond vinden om de regeringsmacht eens in de zoveel tijd te laten circuleren tussen grote groepen. (Ik moet nu denken aan Feyenoord. Amsterdammers hebben er vast de smoor over in dat Ajax dit jaar geen kampioen wordt. Toch denk ik dat ook zij het kampioenschap in hun hart dit keer best wel gunnen aan Rotterdam.)

Eigenbelang

Maar Sommer schreef nog meer dat van belang is:

Antiracisme heeft de plaats ingenomen van klassenstrijd, moraal die van het belang. Dat betekent dat er geen ruimte meer is voor compromissen. Een onsje minder racisme bestaat immers niet. De overheid heeft het bewaken van de zielen overgenomen van de kerk – géén discriminatie is geloofsartikel 1.” (mijn vet)

Kennelijk beziet Sommer de klassenstrijd als een belangenstrijd en ik kan die redenering goed volgen. De mensen in de diverse (vroegere) klassen verschilden niet zozeer in hun moraal, maar kwamen voornamelijk op voor hun eigenbelang. Vooral dàt – het eigenbelang – verdeelde hen in links en rechts. Dat gold dan voor zowel de klasse van de kapitalistische fabriekseigenaar als voor de arbeidersklasse. Wat tegenwoordig in nette cao-onderhandelingen plaatsvindt werd destijds op iets minder nette wijze gedaan, dus met gebalde vuist en dreigende taal. Daar kwam dan uiteindelijk een onderhandelingsresultaat uit waar beide partijen water bij de wijn hadden gedaan. Waarna allen het glas hieven, al was dat niet altijd mèt elkaar, en weer doorgingen alsof er niets aan de hand was. Mogelijk doe ik met deze gekscherende schets de destijdse werkelijkheid onrecht, maar het is waar dat compromissen uiteindelijk mogelijk bleken, al meenden de nodige ideologisch gedreven personen (denk aan socialisten, maar nog veel meer aan communisten) dat een totale moraalomslag een vereiste was. Wellicht was het de grote verdienste van de sociaaldemocraten dat zij de marxistische ideologie niet verabsoluteerden en zodoende de mede-uitvinders van het 20e-eeuwse polderen konden worden.

Wanneer onderhandelingen falen

Maar nu. Nu zijn de grenzen tussen de traditionele ‘klassen’ flink vervaagd. Er is in elk geval geen duidelijke arbeidersklasse meer. Teveel mensen kennen voorbeelden van anderen uit de eigen omgeving die wel degelijk van een dubbeltje een kwartje werden. Teveel mensen hebben nu zelf zoveel luxe om zich heen verzameld dat het voor hen moeilijk is geworden met gebalde vuisten op te stomen naar de poort van de fabriek; er staat teveel op het spel; zie wat er gebeurde met de werknemers van Air-France die de directeur personeelszaken het overhemd van het lijf rukten; zij werden ontslagen en kregen géén werkloosheidsuitkering. Er zijn nu andere grenzen die mensen scheiden. Bovendien zijn mensen nu lid van meerdere groepen.

Neem de groep die opkomt voor het milieu. Ze zijn te vinden in alle ‘klassen’, zo die nog herkenbaar zijn. Of neem de groep die zich keert tegen de huidige massale immigratie. Ook die zijn in alle lagen te vinden. Sommer stelt dat de tegenwoordige tijd geen belangenstrijd meer kent. Zo absoluut is het niet, maar het lijkt er wel een beetje op. Immers, wie voor het milieu opkomt, gaat niet zozeer voor het eigen belang. Idem geldt voor wie tegen de massale immigratie is. Dat neemt niet weg dat er nog evengoed onderwerpen zijn die een (eigen)belang betreffen en wel degelijk opgelost kunnen worden met een compromis. Denk aan de gaswinning in Groningen. ‘Een beetje minder gaswinning dan? Nou, vooruit. Graag ook nog een beetje financiële tegemoetkoming? Ach, moet kunnen, de financiële crisis is voorbij, dus er zijn vast wel wat centen over. Wat zegt u? Is de crisis voorbij? Graag dan wel heel veel meer geld voor het leed van de Groningers, ja!’

Maar Sommer heeft gelijk, andere onderwerpen lijken zich maar niet te lenen voor compromissen en juist die onderwerpen verdelen het land tot op het bot. De migratie is er eentje, het al of niet vermeende racisme van de autochtoon een andere. Om een of andere reden nemen de ‘anti-racisten’ maar geen genoegen met wat minder racisme. En anderzijds voelen degenen die, hier in Nederland, beschuldigd worden van racisme zich zwaar onterecht ervan beschuldigd. (Ze kunnen inderdaad geen pro-racisten genoemd worden.) Twee groepen die ieder hun eigen waarheid in hun eigen bubbel beleven. En die ieder de andere groep zijn gaan haten vanwege de zware beschuldigingen. En het hele mechanisme van polderen blijkt gewoon niet te werken. Beide zijden zijn daar gefrustreerd over. En beide partijen halen er de moraal en filosofie bij. Beide partijen worden zodoende overwoekerd door ideologie. Of eigenlijk, beide partijen delen een typisch Nederlandse waarde: “Ik zal niet over me laten lopen”.

De sociaaldemocraten maakten het destijds mogelijk om hier de klassenstrijd in goede banen te leiden door de marxistische ideologie niet te verabsoluteren. Wie gaan zulks bereiken voor de racismestrijd? En hoe gaan we het migratievraagstuk oplossen? Wie gaan erin slagen groepen te laten onderhandelien over ‘een onsje minder racisme’ en dat beide kampen vervolgens het glas heffen over het bereikte? En zijn er mensen die mogelijkheden zien om absolute tegenstanders van massale immigratie toch zover te krijgen dat ze akkooord gaan met ‘heel veel minus een beetje’ immigratie? Misschien de sociaaldemocraten van de PvdA? Hmm, ik denk dat die uiteindelijk toch te partijdig zijn en bovendien op die onderwerpen alleen gaan voor het volle pond. Dat gaat dus niks worden.

Getagd , , , , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *