Slechte pers

Peter van Lenth
Volg me

tarring and featheringDe Volkskrant bericht in het artikel ‘Trump bedolven onder slechte pers, liefst 80 procent verhalen was negatief‘ over een studie aan de Harvard universiteit waarin wordt bevestigd dat de media ontzettend negatief doen over Trump. Liefst 80 procent van het (Amerikaanse) nieuws pakte voor hem negatief uit. Daarmee scoort hij het laagst van alle meer recente presidenten. Dat ‘slechte pers‘ kan je op twee manieren opvatten. In de ene opvatting is Trump de slechterik. In de andere opvatting is dat de pers zelf. Over die tweede opvatting gaat dit artikel.

Burgers vertrouwen de pers steeds minder

De professor die de studie verrichtte waarschuwt de pers: “In eerdere studies naar Trump’s voorgangers werd deze mate van ongunstige publiciteit niet gevonden. De ongekende hoeveelheid negatieve verslaggeving geeft gewicht aan Trump’s bewering – die gedeeld wordt door zijn belangrijkste aanhangers – dat de media vastbesloten zijn om zijn presidentschap te vernietigen. Het beeld dat journalisten erop uit zijn om Trump te pakken, dreigt de rol van de media als waakhond te verzwakken.” (mijn blauw)

Opmerkelijk dat De Volkskrant dit bericht plaatst. Je zou verwachten dat het duidt op bereidheid tot enige zelfreiniging en dat de redactie ermee aan de slag gaat. Immers, wat voor die Amerikaanse media geldt, geldt al evenzeer voor de Volkskrant. Toch heb ik het vermoeden dat de redactie van De Volkskrant er helemaal niks, niente, nul komma nul mee gaat doen. Het wordt waarschijnlijk slechts geplaatst om zo de indruk te wekken dat het een krant betreft die ook kritisch is jegens het eigen vak. Ja hoor, niet dus.

Wetsartikel dat de pers breidelt gewenst?

Ware het niet dat er een praktisch probleem mee is, zou ik wel voelen voor een wetsartikel dat nieuwsmedia breidelt, om zo te voorkomen dat het over een net gekozen president (of coalitie) al direct negatief bericht. Al direct negatief berichten duidt op slecht tegen je verlies kunnen, maar het is vooral een ondermijning van een van de belangrijkste kenmerken van democratie; de meerderheid bepaalt wie gaat regeren en de minderheid moet zeker aanvankelijk die keuze respecteren. Zeker binnenlandse journalisten behoren tot het volk, zijn er niet boven verheven en zijn ook niet onafhankelijk van het volk. Een nieuwsmedium dat meent uit de aard van het beroep gerechtigd te zijn om een negatief oordeel te vellen over een net gekozen president of coalitie betoont zich niet zozeer onafhankelijk, maar juist hautain en verheven boven het volk. Nieuwsmedia die al bij voorbaat uit zijn op aftreden hebben blijkbaar lak aan het democratisch principe van de verkiezing, ook als zij die wel met de mond belijden.

Een net gekozen president moet mèt krediet kunnen beginnen. Wanneer kranten, televisiestations of welke andere grote nieuwsmedia dan ook al direct beginnen met afkraken, dan verliezen burgers terecht hun vertrouwen in die media. Dan concluderen burgers terecht dat ze te maken hebben met redacties die méér dan slechts partijdig zijn.

Partijdig duiden versus nieuws vervormen

Negativiteit kan twee vormen aannemen. De eerste is negatief oordelen over nieuwsfeiten. De tweede is het ertoe doende nieuws negatief vervormd onder de aandacht brengen.

Over die eerste vorm: Journalisten mogen het nieuws best op een partijdige manier duiden, zolang ze maar open zijn over die eigen partijdigheid. Vlak na een verkiezing mag dat best de vorm aannemen van het uitspreken van twijfel en bezorgdheid of het uiten van teleurstelling dat de eigen kandidaat verloren heeft. Wel moet eruit spreken dat het de eigen opvatting betreft en dat er beseft wordt dat er wordt gesproken uit naam van een minderheid die de verkiezing verloren heeft. Ook belangrijk: Men moet laten blijken de keuze voor de nieuwe president te zullen respecteren en deze te laten beginnen met krediet. Zo zou het moeten zijn in een land dat er alles aan gedaan heeft om corruptie en fraude bij de verkiezingen te voorkomen. In een democratie beslist het volk. Punt.

Over de tweede vorm: Journalisten worden geacht een nieuwsfeit zo onvervormd mogelijk te brengen. Dit is geen vanzelfsprekendheid, helaas. Het zit in de natuur van iedere politiek betrokken persoon om te benadrukken wat goed uitkomt en te minimaliseren wat slecht uitkomt. Idem kunnen de woord- en beeldkeus gemanipuleerd worden. Voor specifieke vormen daarvan hebben Amerikanen termen als ‘fake news‘, ‘alternative facts‘ en ‘gaslighting‘ bedacht. Van de Russen kennen we de term ‘Agitprop‘. Propaganda valt er ook onder. Manipulatie idem. Feit is wel dat het bij deze termen gaat om specifieke kenmerken. Er moet worden gekeken naar de aard van de vervorming om een nieuwsbericht te kunnen duiden als hetzij onvervormd, objectief weergegeven nieuws, dan wel als nepnieuws, dan wel als een alternatief feit, dan wel als agitprop, ga zo door.

Wel of niet vervormd, zo ja, hoe dan

Een groot probleem is dat lang niet altijd door iedereen erkend wordt dat een nieuwsfeit vervormd is weergegeven. Een nog groter probleem is dat slechts zelden door de journalist, c.q. de redactie, erkend wordt dat deze het nieuws welbewust heeft vervormd. Dat kan kwade opzet zijn, maar het kan ook zo zijn dat de journalist zelf niet eens doorhad aan vervorming te doen. ‘Alternative facts’ is de term bij uitstek om te stellen dat een andersgekleurde weergave van een gebeurtenis het gevolg was van selectieve waarneming die op zich weer werd veroorzaakt door een andere duiding van wat zich afspeelt in de wereld. En die duiding is weer afhankelijk van de eigen ervaringen tot nu toe. Leeftijd speelt dus een rol, maar ook welke decennia je meemaakte, in welke tijdgeest je als tiener ronddoolde, hoe je ouders en hun omgeving dachten over normen en waarden, wat zoal je interesse wekte, hoeveel verdieping je daarin zocht, wat je opleidingsniveau was, enzovoort. Al die factoren spelen een rol. De laatste tijd spreken we ook wel over een ‘bubbel’, of beter: ‘filterbubbel‘. Het stoelt op de gedachte dat we slechts ons goed uitkomende informatie tot ons willen nemen en alle ermee strijdige informatie proberen buiten te sluiten. We leven dan allemaal in onze eigen filterbubbel en we kunnen ons volstrekt niet voorstellen hoe het is in een andere filterbubbel. Het maakt dat we langs elkaar heen gaan praten, ook al noemen we het evengoed wel discussie.

Houd je aan de afspraken of krijg pek en veren

Eerder had ik het erover dat ik wel voel voor een wetsartikel dat het nieuwsmedia verbiedt om al meteen een net verkozen president negatief te verslaan. Maar ook repte ik over praktische bezwaren tegen zo’n artikel. Ik hoop dat uit mijn opsomming van factoren is duidelijk geworden wat het praktische probleem zou zijn. Er zouden tig rechtszaken van komen en in teveel ervan zou niet hard bewezen kunnen worden dat er sprake was van welbewust vervormen. Als we goede pers willen dan moeten we het van iets anders dan van een wetsartikel hebben. Dan moeten we het hebben van normen en waarden. Bijvoorbeeld van de afspraak dat vervormen niet hoort. Dat is dan de waarde. Vervolgens maken we afspraken over de criteria waaraan we het afmeten. Dat zijn dan de normen. Maar ook zullen we het volk moeten scholen in het herkennen van nieuwsvervormingen. En van mij mag de menigte met pek en veren optrekken naar de burelen van een nieuwsmedium dat nieuwsfeiten hardnekkig, welbewust en te kwader trouw in negatieve richting blijkt te vervormen. Met pek en veren, bij gebrek aan regelgeving natuurlijk. Hmm, dus toch maar een wetje ertegenaan gooien?

Getagd , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

0 reacties op Slechte pers

  1. janstemerdink zeggen:
    Leuk is dat: de pers die schrijft dat Trump een slechte pers krijgt.
  2. pvanlenth zeggen:

    Mooi samengevat. 🙂

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *