De teloorgang van de Islam in de moderne tijd

Peter van Lenth
Volg me
Dutch MEP Geert Wilders holds press conference in London

Hoe komen deze mensen er toch toe zoiets te beweren?? Door wie zijn zij toegesproken? Wie hebben hen dit ingefluisterd?

Lang, misschien wel 25 jaar geleden, las ik ergens een stuk van een in de Islam gespecialiseerde professor uit een islamitisch land. Het kwam erop neer dat de islamitische top – denk aan ayatollah’s, islamitisch wetsgeleerden, moefti’s – had besloten dat de verdere teloorgang van de Islam in de moderne tijd hoe dan ook voorkomen moest gaan worden. Zij hadden moeten constateren dat moslims er niet in geslaagd waren te concurreren met moderne denkwijzen en dat de populariteit zienderogen was afgenomen, ook blijkend uit de snelle toename van moslims die moderne omgangsvormen, waaronder kledingwijzen, overnamen. Ik kan geen referentie naar die top vinden en misschien heeft die ook nooit plaatsgevonden. Toch stel ik me zo voor dat die wel heeft plaatsgevonden. Het zou ook een hoop verklaren.

Op zich is het te begrijpen dat ze zich zorgen maakten en er iets aan wilden doen. Het is herkenbaar voor iedereen die weleens in een bestuur heeft gezeten waar de vergaderingen voornamelijk gingen over hoe de leegloop kon worden tegengegaan en zelfs kon worden omgezet in een toename. Niet zelden is zulke leegloop het gevolg van een veranderende wereld waarin mensen oude gewoonten inruilen voor nieuwe mogelijkheden. De voorstellen behelzen dan vaak om dan ook maar die nieuwe mogelijkheden te gaan omhelzen. En idem worden oude dogma’s dan maar losgelaten of in elk geval iets vrijer toegepast. Dat laatste dan als het om dogma’s gaat die door de oudere garde als cruciaal worden beschouwd, maar voor de jongeren afstotend werken mits ze met souplesse mogen worden toegepast. Kortom, we zijn gewend om flexibel om te gaan met moderniseringen, in de wetenschap dat dit veelal de slimste manier is om te blijven voortbestaan. Maar zo ging het niet bij deze islamitische top. Daar werd juist besloten dat de moderniseringen moesten stoppen en er nog strenger moest worden toegezien op handhaving van de aloude dogma’s. Hier zouden we gerust kunnen spreken van een reactionaire reactie.

Anno 2016 moeten we constateren dat dit toenmalige besluit eigenlijk buitengewoon ‘succesvol’ is uitgevoerd; de islamitische landen zijn absoluut strenger geworden in het handhaven van de islamitische dogma’s, allerhande moderne ontwikkelingen worden er tegengehouden en er wordt met woorden, en méér, afgegeven op westers denken, o.a. blijkend uit haatspraak richting westerse landen. Waarbij westers een soort synoniem is van modern. Verder zijn ze druk bezig met het exporteren van de islamitische ideologie naar alle nog-niet-islamitische landen. Dat ze daarin zo ‘succesvol’ zijn lijkt voornamelijk te danken aan hun besluit dat het hoe-dan-ook, dus desnoods kwaadschiks, moest gebeuren. Goedschiks lukte niet, kwaadschiks bleek het wel mogelijk. De rest van de wereld had zo’n kwade aanpak niet zien aankomen of verwacht; daarvoor was de kennisoverdracht over de islam van oudere generaties aan de nieuwe blijkbaar te zeer gedegradeerd. Wisten wij veel.

Overigens is van sommige manieren van aanpak niet zonder meer helder of ze tot de categorie goedschiks dan wel tot die van kwaadschiks behoren. Er moet dus òf een tussencategorie zijn òf sprake zijn van een interval tussen beiden. Laten we het maar op een interval houden. Mensen dwingen tot het volgen van de shariaregels is dan duidelijk kwaadschiks, mensen trachten te overtuigen zullen we dan maar als goedschiks beschouwen.

Wie slechts let op dwang heeft eigenlijk geen oog voor de vele andere manieren waarop de reactionaire moslims te werk zijn gegaan en nog immer bezig zijn. Wat bijvoorbeeld te denken van propaganda. Anders dan een vriendelijk bedoeld verhaal vertellen in de hoop dat je er mensen mee overtuigt, gaat het bij islamitische propaganda om een combinatie van aanvallen op tegenstanders van de islam en verheerlijken van de islam. Kortom, die propaganda is polariserend, want het zet moslims op tegen niet-moslims, maar ook tegen moslims die zich niet, of onvoldoende, houden aan de dogma’s. Of neem bedrog, onder islamcritici berucht als ‘taqiyya’. De Koran, of anders een van de andere heilige teksten van de islam, bevat een notie die het moslims toestaat af te wijken van de voorschriften als ze daarmee zichzelf beschermen, met name in landen waar de islam een kleine minderheid is. Het moet dan wel gaan om zelfbescherming omwille van hun religieuze lotsbestemming in zo’n land. Het gaat dan dus niet om egoïstische motieven. Op het eerste gezicht lijkt zo’n toestemming zonder meer redelijk, maar het is onder islamcritici zo berucht omdat ook kwaadaardig liegen en bedriegen ermee gesanctioneerd wordt door imams. In een niet-islamitisch land de boerka niet gebruiken is één ding, maar bijv. zeggen dat de islam je niet echt interesseert, ook als de islam in zo’n land gewoon toegestaan is, gaat behoorlijk ver als de waarheid is dat je er juist streng in bent en de islam er moet verspreiden. Toch kan dit gebeuren, met name als deze moslim wil infiltreren in bepaalde kringen. Een weer andere manier om de teloorgang van de islam te doen omslaan in een bloei is het slim gebruiken – zo je wilt sluw misbruiken – van westerse politieke principes om binnen de westerse landen de moslimgemeenschap sterk uit te breiden en voor hen speciale rechten te bedingen. Er zijn wellicht welbewust en in het geniep migratiestromen vanuit moslimlanden naar westerse landen op gang gebracht, daarbij gebruik makend van de wetten van die landen en hoe de mensen in die landen denken over mensenrechten. Één theorie over Islamitische Staat (IS) is dat het in Syrië en Irak voor zoveel mogelijk ellende wil zorgen, opdat de moslims in die landen er willen wegvluchten richting de ‘veilige’ niet-moslimlanden. Andere regimes willen juist weer dat de moslims in de westerse landen daar in hun geloofsbelijdenis volledig worden gerespecteerd, door te wijzen op vrijheid van godsdienst en de rechten van de mens, in het westen heilige huisjes. Die vrijheid van religie en die rechten van de mens worden door die regimes in eigen land trouwens amper waargemaakt, vandaar dat dit ‘belangen behartigen’ door westerse islamcritici als hypocriet, halfhartig en verdacht wordt aangemerkt; verdacht omdat er meer achter moet zitten, zo stellen zij.

Het besluit om de islam te redden van de ondergang en zelfs tot nieuwe bloei te laten komen is nu alweer een aantal decennia geleden genomen. Wij, het westen, moeten erkennen dat we aanvankelijk goed in vertrouwen – door onze naïviteit, goedgelovigheid, goedhartigheid en een gebrekkige nieuwsvoorziening – niet in de gaten hadden welke intenties er waren uitgesproken, wat deze moslims zichzelf toestonden om die intenties te laten uitkomen en hoezeer dat alles een gevaar zou gaan betekenen voor de westerse verworvenheden. Maar anno 2016 horen we dat goede vertrouwen, die naïviteit, goedgelovigheid en goedhartigheid van ons te hebben afgeschud en is het hoog tijd om de ideologische, politieke en waar nodig zelfs militaire strijd aan te gaan, dus niet alleen met woorden, maar vooral ook met daden. Laten we daarbij in de voetsporen van onze verre voorouders treden. Die lieten zich niet in de luren leggen door theorieën over sociale processen ten gevolge van kolonisaties, economische achterstelling, armoede, werkeloosheid, kapitalisme en nog zo wat hobby-onderwerpen van veelal linkse nepwetenschappers. Die hanteerden een duidelijk vijandbeeld van een duidelijk aanwijsbare groepering, veelal een land, een volksstam of een (terroristische) groepering.

Het is verleidelijk om te denken dat er nu geen duidelijk aanwijsbare vijand is, maar dat de vijand juist verscholen zit tussen gewone burgers waaronder volkomen onschuldige moslims. Maar dat denkbeeld stoelt op het idee dat er nooit een islamitische top was die top-down ontwikkelingen op gang bracht. Gooi dat idee eens van je af, al is het maar tijdelijk, en overweeg dan eens vrijdenkend wie of wat we wel zouden kunnen aanwijzen.

We moeten ons bereid tonen een vijand aan te wijzen waarmee we de strijd aan kunnen gaan, met middelen die proportioneel zijn in de betekenis dat het gevaar voorgoed wordt bestreden. Als dat met onderhandelen kan, dan is onderhandelen proportioneel. Maar als dat zwaardere middelen vereist, dan maar met zwaardere middelen. We moeten naar de situatie toe dat de islam òf toch een manier vindt om zich te voegen in de moderne tijd òf inderdaad ècht teloorgaat.

Overigens denk ik dat we daarvoor ook maar eens moeten nadenken over minder voor de hand liggende strategieën. Zo kunnen we ervan uitgaan dat de oliedollars gaan opdrogen en kunnen we er wellicht voor zorgen dat de nog immer voortdurende aanwas van jongens in de moslimwereld eindelijk eens stopt. Ik schroom niet om te stellen dat die grote aanwas destijds door de boven genoemde islamitische top bevroed is ter voorbereiding op de ‘jihad’.

Getagd , . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *