Von Der Dunk gaat schandalig ver door de PVV te associëren met het nationaal socialisme

Peter van Lenth
Volg me
16-11-11-Flyer-Thomas-von-der-Dunk

Een poster uit 2011. Hoeveel ontwikkeling heeft Thomas von der Dunk sindsdien doorgemaakt? Ik vrees bar weinig.

Alweer twee weken geleden beloofde ik de reactie van Thomas von der Dunk op Willem Melching te bespreken. Belofte maakt schuld, dus alsnog bij deze.

Melching’s opinie heb ik voor het merendeel positief genoemd. Het duidt erop dat binnen links/sociaaldemocraten toch iets van zelfkritiek begint te klinken. (In feite is er alle jaren binnen links zelfkritiek geweest. Alleen, die critici is steeds de mond gesnoerd door de linkse leiders en ze zijn ook nog eens verbannen als rechts.) Helaas blijft de kritiek op links bij Von Der Dunk steken op een bedenkelijk niveau en met Melching heeft hij ook niet veel op. Jazeker, Von Der Dunk geeft toe dat de PvdA steken heeft laten vallen, maar als oudgediend marxist blijft hij de oorzaak van de teloorgang van die partij zien als een veronachtzaming van wat hij de kerntaak vindt: het bieden van sociaal-economische zekerheid aan arbeiders, of ze nou autochtoon of allochtoon zijn. Het is bij hem nog steeds hetzelfde mantra dat we al jàren horen: als we nou maar ervoor zorgen dat alle mensen het sociaal-economisch goed hebben, dan is de utopische samenleving al zo goed als voltooid. Flauwekul, zo vinden de nodige critici, die trouwens door linkse mensen steevast rechts worden genoemd, en dat bedoelen ze nooit neutraal.

Het mantra – of frame – van het belang van sociaal-economische politiek meent Von Der Dunk trouwens ook waar te nemen bij de PVV. Hij meent dat die partij mede zo populair is omdat het, net als de linkse partijen, zegt te hechten aan ‘de verzorgingsstaat’, een praktische uiting van linkse sociaal-economische politiek. Echter, hij vertrouwt het de PVV niet toe. Die zou het koppelen aan gevaarlijke, puur rechtse politieke thema’s waar links zich altijd van moet blijven distantiëren, zo leest hij ons met zoveel woorden de les. Hij gaat daarin wel heel ver:

Ten derde is er nu de identiteitskwestie, in reactie op Europa, waarbij links verre dient te blijven van elk etnocentrisme, zoals dat door de autoritaire aanvoerders van PVV en FvD wordt gepropageerd die, uit afkeer van ‘Europese verwekelijking’, tevens een groot enthousiasme voor autocraten aan de dag leggen, Poetin vooraan. Omdat de prijs van immigratie – zowel economisch als cultureel – niet in de villawijken, maar in de volkswijken wordt betaald, berust Wilders’ aantrekkingskracht op zijn pleidooi voor een verzorgingsstaat voor etnische insiders: een soort nationaal socialisme, zoals dat al in het interbellum in heel Europa een hoofdonderdeel vormde van het radicaal-rechtse economische program.

Ja, mijn vet weer eens. Schreef ik ‘heel ver’? Ik bedoel natuurlijk dat Von Der Dunk veel te ver gaat. Schandalig ver. Het stemt me ook verre van gerust over het zelfkritisch vermogen van links. Ja, een Melching doet oprecht zijn best, maar een Von Der Dunk is voorgoed verloren. Als links echt serieus werk wil maken van zelfkritiek, dan zal het zich niet langer iets moeten willen aantrekken van wat mensen als Von Der Dunk overal van vinden. Hoe anders zal links in het reine kunnen komen met zichzelf inzake diverse van haar eigen misvattingen. Zo is het hele idee van internationale solidariteit onhaalbaar gebleken. Het was niet alleen te hoog gegrepen, het was vooral ook zeer naïef. Of neem het geloof dat we kosmopolieten zijn; ook dat moet echt losgelaten worden; individuen zullen slechts bij uitzondering binnen één generatie kunnen integreren in al eeuwen bestaande gemeenschappen. In het gunstigste geval zullen ze min of meer getolereerd of gerespecteerd worden. De kosmopolitische droom is alleen mogelijk in nieuwe gemeenschappen als die van wetenschappers, diplomaten en handelaren. Idem zal links woorden moeten zien te vinden die recht doen aan de drift van mensen om vooral te geven om wie dicht bij hen staan. Gezegden als ‘het hemd is nader dan de rok’ en ‘soort zoekt soort’ zijn al eeuwen, zo niet millennia, oud. Ze getuigen van een flinke volkswijsheid en een diep inzicht in de psyche van de (natuurlijke) mens.

Sid Lukkassen verwoordde recent ongeveer hetzelfde mooi:

[Het lukt] links niet om een duidelijke koers te vinden. Men zal moeten kiezen: nationalistische solidariteit of kosmopolitische solidariteit (oftewel one-worldism). In de eerste aanpak gaan zorg en aandacht uit naar degenen die het dichtst bij ons staan – de tweede visie verplicht ons om armoede en achterstelling overal ter wereld aan te pakken. One-worldism is grenzeloos denken: je eigen volk vooropstellen is volgens vele linksen immers asociaal. De impact van de huidige globalisering maakt dat links moet kiezen: eigen arbeiders eerst, of de armen wereldwijd verheffen? De keuze zal pijn doen.

Het eerste offer dat links zal moeten brengen om weer aansluiting te vinden met de oude achterban, is de internationale solidariteit. Vele partijleden in het cultuurkartel zullen zich hiertegen verzetten – vooral degenen met internationale NGO baantjes. Linkse leiders die voor een nationaal-realistische koers kiezen, zullen zodoende worden afgeschilderd als populisten en erger. Op den duur zullen zij echter de stemmers achter zich vinden.

En ja, wederom mijn vet.

 

 

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Reacties zijn gesloten.