Hoe herken je de radicaal?

Peter van Lenth
Volg me
Demonstratie tegen Trump

Demonstratie tegen Trump door radicale mensen.

Wie mocht hopen dat ik de afgelopen tijd gederadicaliseerd ben omdat ik nog maar weinig blogde heeft het mis. Niet dat ik verder geradicaliseerd ben, trouwens. Althans, dit alles naar mijn eigen weten.

Het is maar de vraag in hoeverre een individu zich bewust is van eigen radicalisering. Dan zou je toch minstens het besef moeten hebben kort geleden, of zojuist, een fundamentele keuze te hebben gemaakt. Een keuze die maakt dat je vanaf dat moment ook andere, ervan afgeleide, keuzes gaat maken. Stel dat je je geloof in de parlementaire route steeds meer hebt verloren en ‘vandaag’ besluit dat die route een doodlopende is, dan zou je bij wijze van spreken een depressie kunnen voorkomen door meteen te besluiten dat de militante route maar eens gelopen moet gaan worden. Dat is dan een keuze met zeer vergaande consequenties voor allerlei aanverwante keuzes. Je zal niet langer geïnteresseerd zijn in pogingen om politici, bijvoorbeeld op Twitter, te overtuigen. Je zal niet langer anderen aanmoedigen om toch vooral te gaan stemmen en dan met name op die-en-die. Je zal ontvankelijker worden voor andere idem gedesillusioneerden. Redeneringen van sommige andere gedesillusioneerden zullen makkelijker dan ooit bij je binnenkomen, ook als die gestoeld zijn op slechte argumenten, halve waarheden en geconstrueerde verbanden. Misschien lees je hun boeken, maar in deze moderne tijd zullen hun ideeën je waarschijnlijk eerst bereiken via media als Twitter, Facebook en Youtube. Hun woorden stellen je in staat om een standpuntenbolwerk op te bouwen dat staat als een burcht. Dat wil zeggen, een burcht naar je eigen idee, want als radicaal zal je niet langer ontvankelijk zijn voor de woorden van critici, ook niet voor vragenstellende critici. Ja, ze mogen je best een vraag stellen, en je zal ook echt antwoorden, maar dat doe je alleen als de vraag naar jouw idee niet eigenlijk een kritiek inhoudt. Net als andere radicalen heb je opeens een zintuig ontwikkeld voor het aanwijzen van je vijanden.

Hoe ik dit allemaal weet? Omdat ik zelf geradicaliseerd ben? Of juist aan het deradicaliseren ben? Nee en nee. Wat speelt is dat ik er al heel lang op uit ben ‘mijn linkse omgeving’ tot zekere standpuntwijzigingen te bewegen, wat me tot op de dag van vandaag niet lukt. En dat ik me al bijna even lang afvraag hoe dat nou toch kan. Me dat afvragend kwam ik vanzelfsprekend ook uit bij nadenken over radicalisering, maar ook over waar links, rechts en midden nu eigenlijk voor staan. Het werd voor mij steeds duidelijker dat juist mijn eigen, zichzelf links noemende, omgeving bovengenoemde radicale kenmerken vertoont, al hebben de mensen in die kring dat zelf niet door. Ik schreef al, niet alle radicalen weten dat ze radicaal zijn.

Ik sluit niet uit dat een enkele radicaal slechts goede argumenten, hele waarheden en logische verbanden gebruikt, maar dat is niet wat ik over het algemeen waarneem. Over het algemeen tippen radicalen elkaar met goede én slechte argumenten, hele én halve waarheden en logische én geconstrueerde verbanden. Gun me over de slechte argumenten, halve waarheden en geconstrueerde verbanden meer te schrijven.

Over slechte argumenten

Ook, of juist, radicalen gebruiken argumenten. Mensen bedenken hun argumenten nooit helemaal zelf, maar voor de meesten geldt dat ze in elk geval sommige argumenten wèl zelf bedenken. Hoe zit dat bij radicalen?

Wellicht maakt een opvoeding in een radicaal milieu je tot een radicaal nog voordat je volwassen bent. Anderen groeiden niet op in een radicaal milieu, maar werden het toch. In dat laatste geval geldt vast dat er een eerdere periode was waarin men open stond voor diverse argumenten en ook zelf argumenten bedacht. Wie uit zichzelf – van nature en aangeleerd – geneigd is de mogelijkheid te onderzoeken of een aangedragen argument eigenlijk wel echt klopt, lijkt behoorlijk bestand tegen radicalisering. Maar is dat ook echt zo? Of kan zo iemand uiteindelijk toch radicaliseren?

Twijfel knaagt …

Eén reden die tot radicalisering kan leiden, zou kunnen zijn dat je, slechts lettende op de kale argumenten, er niet in slaagt te kiezen tussen juist en onjuist. Als twijfel aan je vreet, krijg je belang bij gedachtegoed van mensen die jou van die twijfel kunnen afbrengen. Wanneer je voornamelijk in aanraking komt met één enkele groep, zal je ontvankelijk worden voor juist de leden uit die groep, zeker als die groep je bovendien het gevoel geeft dat je ‘één van hen’ kan worden. Hun verdere argumenten én hun blijkbare ‘vriendschap’ zullen je helpen van je twijfel af te komen. Je verder verdiepend in hun argumenten kan je je eigen kritische vermogen laten voor wat het is, zeker als bepaalde leden van die groep met hun woorden grote indruk op je maken. Het helpt als die groep uit “wel minstens honderd” mensen bestaat, mensen die “er nooit allemaal naast kunnen zitten, toch?”. Je meent je te hebben aangesloten bij slimme, goed geïnformeerde mensen; nee, bij nieuwe vrienden, of nog beter, bij nieuwe familie, of nòg beter: bij een nieuwe clan waarvan de leden het volledig voor elkaar opnemen, meen je. Met je identiteits-switch zit het dus wel goed.

Je zal daarna steeds verder het algemene denken van die groep overnemen. Ten langen leste is er niet langer sprake van open staan voor kritische kanttekeningen of eigen gedachten. En dat alles dus in eerste instantie om die knagende twijfel te bestrijden. Je bent een van hen geworden; je hoort nu echt ergens bij.

… of puzzelstukjes vallen op hun plaats

Een andere reden kan zijn dat je na een gedegen studie meent alle ertoe doende argumenten wel zo’n beetje te hebben overdacht en dat je de puzzelstukjes op hun plaats ziet vallen. Het wordt tijd om te kiezen, tussen hom of kuit, zogezegd. Of eigenlijk, het totaalplaatje maakt de keuze onafwendbaar. Of eigenlijk, het is geen keuze, maar wordt gevoeld als een onvermijdelijk gevolg. Het zou kunnen dat je vervolgens zo ongeveer de enige bent die je radicale gedachtegoed aanhangt. Slechts zelden herkennen anderen zo iemand als een radicaal. Eerder zal men spreken over een zonderlinge geest. Je bent een zonderlinge geest geworden. De meeste zonderlinge geesten worden in hun privé-omgeving nog wel als zonderling herkend, maar blijven voor de maatschappij veelal onopgemerkt. Er zijn echter ook mensen die de machteloosheid van het zonderling zijn onacceptabel vinden. Misschien geldt dat voor jou: Je bent erop gebrand de maatschappij te veranderen en besluit om vanuit deze positie toch een groep op te zoeken. Je wilt per se bij een groep horen; bij een machtige of in elk geval activistische groep. Hoewel je aanvankelijk nog weerstand biedt aan het aanpassen van zekere standpunten, toon je op den duur toch bereidheid standpunten ‘enigszins bij te stellen’, teneinde beter aan te sluiten bij de groep. Je zal steeds gemakkelijker conformeren aan de kernstandpunten. Het kritisch beschouwen van je eigen standpunten wordt steeds geringer. Uiteindelijk wordt je één met de anderen in de groep. Je hoort nu echt ergens bij.

Conformeren

Ik durf zover te gaan dat voor reeds geradicaliseerde mensen geldt dat ze hun huidige argumenten niet langer zelf bedenken, of ze zouden moeten behoren tot de zeer geringe intellectuele kern. Voor de radicaal zijn de argumenten van de groep correct en geldt niet langer dat er open over getwijfeld mag worden. Wie dat laatste wèl doet, zal zeer waarschijnlijk uitgestoten worden. Zelfs geldt dat voor de intellectuele kern. Mocht zo’n intellectueel een standpunt willen bijstellen, dat zal dat met de grootst mogelijke tact gedaan moeten worden, waarbij geldt dat de standpunten eigenlijk in steen gebeiteld zijn, dus niet meer echt aangepast mogen worden. Binnen de groep geldt politieke correctheid. Dat wil zeggen dat zowel de lagere als de hogere echelons zich moeten conformeren aan de in steen gebeitelde uitgangspunten, op straffe van uitstoting.

Nu weet iedereen, ook de radicaal, dat ‘argumenten’ niet per definitie juist zijn. Met name die van de oppositie kloppen van geen kant, toch? Wikipedia is er duidelijk over dat argumenten op zijn minst krom kunnen zijn. Niet-radicalen vinden het belangrijk dat er altijd – en telkens opnieuw, want er is altijd wel een nieuwe uitdager – over gediscussieerd moet kunnen worden; mensen met een mening horen elkaars argumenten aan te horen en kritiek erop sportief tot zich te nemen. Echter, zoals ik hierboven stelde, voor radicale mensen geldt dat ze niet langer geïnteresseerd zijn in de kritiek; ze hebben naar eigen zeggen “het licht gezien” of zeggen “dat wéét je gewoon” of “da’s gewoon een feit, punt uit” en wensen niet langer energie te verspillen aan al die ‘zogenaamd kritische’ mensen.

Halve waarheden

Objectief gezien zijn ‘halve waarheden’ uitspraken over de werkelijkheid die slechts voor een gedeelte kloppen. De term wordt echter vooral gebruikt als je je tegenstander wilt ontmaskeren als een manipulator van de echte waarheid. (De term wordt soms zelfs al gebruikt als de waarheid slechts een paar procent geweld werd aangedaan of als de afwijking van de hele waarheid er voor de argumentenstrijd eigenlijk helemaal niet toe doet.) Mij gaat het om de objectieve betekenis. Ik meen dat radicale mensen meer dan tevreden zijn met hun versie van de waarheid, zelfs als objectief aantoonbaar is dat het voor een belangrijk deel onwaar is. Het gaat mij er hier niet om radicale mensen als manipulatoren van de echte waarheid te ontmaskeren. Ik denk dat ze gewoon overtuigd in hun versie geloven. Echter, hier geldt wel wat ik ook inzake de argumenten noemde: Voor radicale mensen geldt dat ze niet langer geïnteresseerd zijn in de kritiek op hun versie van de waarheid; ze hebben immers naar eigen zeggen “het licht gezien” of zeggen “dat wéét je gewoon” of “da’s gewoon een feit, punt uit” en wensen niet langer energie te verspillen aan al die ‘zogenaamd kritische’ mensen.

Over geconstrueerde verbanden

De term ‘geconstrueerde verbanden‘ gebruik ik hier niet zomaar. Bij het lezen van de schrijfsels binnen radicale groepen viel me op dat de standpunten in flinke mate worden gestut met geconstrueerde verbanden.

Wat is een geconstrueerd verband? Er is sprake van een constructie wanneer een verband tussen zaken eerder wordt bedacht dan ontdekt. Verder geldt dat het vooral goed van pas moet komen. Een geconstrueerd verband wordt gezocht. Je zou zodoende ook kunnen spreken van een gezocht verband.

Ook niet-radicale mensen komen makkelijk in de verleiding verbanden te gaan construeren. Echter, zij hechten eraan zich vooral niet af te sluiten voor kritiek erop. Dat is overigens niet hetzelfde als twijfelen aan de eigen redenering. Vooralsnog ‘eigenwijs’ blijven vasthouden aan een eigen redenering is niet gelijk aan je radicaal afsluiten voor kritiek. Zolang iemand sportief de discussie blijft voeren – en dus ook niet plotsklaps opstaat en de discussie als beëindigd verklaart – is er sprake van ontvankelijkheid voor kritiek.

Radicale mensen gaan anders om met kritiek. Teneinde de eigen zo goed van pas komende verbanden te beschermen, wordt kritiek zonder echte aandacht heel snel genegeerd, alsof deze niet gehoord is (denk aan oost-indisch doof zijn).

Er zijn grofweg twee vormen van een niet-geconstrueerd verband. Het kan gaan om een verband dat reeds eerder wetenschappelijk goed is aangetoond. Verder kan het gaan om vermoedens waarbij sterk geleund wordt op logica. Geuite vermoedens zullen nooit als voldongen mogen worden gepresenteerd, want er heeft immers nog geen wetenschappelijke toetsing plaatsgevonden. Ook kunnen zij zolang niet goed als basis voor een ideologie dienen; zij zullen dan immers de achilleshiel van die ideologie zijn. Althans, zo vindt de niet-radicaal. Voor de radicaal geldt dat deze niet akkoord zal gaan met het idee dat de aangehangen verbanden geconstrueerd zijn. Er zal worden geschermd met onderzoeksrapporten die in elk geval in eigen kring als hele waarheid worden benoemd. Critici zullen die rapporten tegenspreken als leugens, halve waarheden of zelfs niet bestaand. Het zal de radicaal echter niet deren. Ook zal er worden verwezen naar essays die bol staan van de vermoedens, maar worden gebracht als feilloze beschrijvingen van de waarheid. Die essays zijn vaak van een bijzonder intellectueel gehalte. Ze zijn een aaneenrijging van goede én slechte argumenten, hele én halve waarheden en aangetoonde, logische én geconstrueerde verbanden. Of anders geformuleerd: Ze zijn een aaneenrijging van slechte én goede argumenten, halve én hele waarheden en geconstrueerde én aangetoonde, logische verbanden. Dat alles in een hoeveelheid die een criticus de lucht beneemt en doet besluiten er maar niet inhoudelijk op in te gaan, want “onbegonnen werk” en “een beerput waar je nooit meer uitkomt”. Zo gebeurt het vaker wèl dan niet dat een radicaal artikel onbekritiseerd blijft en zodoende kan voortwoekeren.

Ik wil hier wel benadrukken dat de kritiek dat sprake is van een geconstrueerd, gezocht, bedacht verband soms onterecht is. Met name wanneer nog nooit wetenschappelijk onderzoek verricht is, kan een overtuigd criticus makkelijk beweren dat het verband gezocht is, terwijl een later, echt onderzoek het toch zou kunnen bevestigen. Echter, ook van de criticus mag worden verwacht dat deze zich aan de regels van goed lezen houdt. Is er duidelijk sprake van geuite vermoedens? Is er een logische opbouw waarneembaar? Is de schrijver bereid te reageren op kritiek? Dat zijn uitingen van een niet-radicaal. In zulke gevallen moet de kritiek wel genuanceerd daarop worden afgesteld.

Wat te doen met voorbeelden

Niet alle verbanden wijzen op oorzakelijkheid. Een verband is oorzakelijk als de ene toestand (mede) het gevolg is van de andere toestand. Laten we simpele, open-deur voorbeelden even overslaan en meteen wat controversiëlere voorbeelden pakken. Zo is er een, althans in statistieken, oorzakelijk verband tussen opleidingsniveau en inkomen. Ook kan vast wel met statistiek bewezen worden dat mensen negatiever over moslims gingen denken naarmate zij langduriger (meer jaren) geconfronteerd werden met ernstige aanslagen door moslims. Verder zijn er verbanden die niet in directe zin oorzakelijk zijn, maar wijzen op twee toestanden die beide door een derde (al of niet samengestelde) toestand worden beïnvloed. Dan denk ik aan gemiddeld IQ van een bevolking en de mate waarin die bevolking zich kan wentelen in welvaart. Al kan ook worden beredeneerd dat hier wel degelijk sprake is van een direct verband (namelijk dat welvaart het IQ laat toenemen; nee hoor, grapje; of toch niet…).

Voor dat soort voorbeelden maakt het wellicht uit of ze worden beweerd dóór wetenschappers vóór wetenschappers of dat het een ideologie moet ondersteunen. Toch zou ook kunnen worden beweerd dat het niets moet uitmaken; in beide gevallen zou de criticus even argwanend moeten zijn. Toch denk ik dat binnen een wetenschappelijk kader ook alles gezegd moet kunnen worden dat binnen de ideologische arena als gevaarlijk wordt gevoeld. Anderzijds, wat is binnen de ideologische arena gevaarlijk? Radicaal is niet hetzelfde als extreem, waarbij ik ‘extreem’ reserveer voor gevaarlijke, vrijheidberovende en/of gewelddadige ideologie, laat dat duidelijk zijn. Iemand kan radicaal van mening zijn dat alle wapens de wereld uit moeten. Is dat ook al een gevaarlijke ideologie? (Misschien wel trouwens.)

In de ideologische arena

Mensen verschillen sterk van mening over de grenzen van wat nog bespreekbaar moet kunnen zijn in de ideologische arena. Eén standpunt is dat werkelijk alles er gezegd moet kunnen worden. Zeker Amerikanen menen dat, daarbij verwijzend naar het eerste amendement van hun grondwet. Daar plaats ik wel de kanttekening bij dat de oorspronkelijke bedenkers van dat amendement echt niet een totale vrijheid van meningsuiting voorstonden.

Wellicht zou inderdaad alles gezegd moeten kunnen worden, ware het niet dat veel mensen wel degelijk gevoelig zijn voor radicalisering én, in een latere fase, extremisme. In alle eeuwen vonden mensen, door schade en schande wijzer geworden, dat het beter was om sommige standpunten te onderdrukken door hun verspreiders te onderdrukken, om te voorkomen dat zulke standpunten een dusdanig brede steun zouden verwerven dat de orde niet langer makkelijk te handhaven bleef. Dat type onderdrukken kan worden gezien als het indammen van een gevaarlijke infectie in een vroeg stadium om veel ergere ingrepen in een laat stadium te voorkomen. Men kan natuurlijk menen dat zulk onderdrukken altijd de machtigen verdomd goed uitkwam, maar men kan niet volhouden dat onder omstandigheden ook het gewone volk tot zulk onderdrukken zou kunnen of willen besluiten.

Frappant is dat, althans bij ons in het Westen, zulk vroegtijdig ingrijpen juist voor niet-radicalen een stap te ver is, terwijl radicalen er geen enkel probleem mee zouden hebben, mochten zij aan de macht komen. Ziehier een voorsprong die radicalen, in theorie, hebben op niet-radicalen in het strategisch spel om de maatschappelijke macht, althans bij ons in het Westen. Het verklaart ook waarom bij ons in het Westen, in de praktijk, sommige niet-radicalen zich geroepen voelen te waarschuwen voor radicalen als latente onderdrukkers. Zij vrezen dat het radicalisme weleens een opmaat naar extremisme zou kunnen zijn, zelfs als die er objectief beschouwd niet zit aan te komen. Verder dan waarschuwen gaan die niet-radicalen naar eigen zeggen niet, want zoals gezegd stuit het hen tegen de borst om echt te onderdrukken. Nee, zij belijden de vrijheid van meningsuiting niet alleen met de mond, zo zullen zij bij hoog en laag beweren. Maar het is eigenlijk een paradox: Ze zèggen niet te willen onderdrukken, maar pògen het vaak wel. Dat waarschuwen gebeurt dan in een vorm die je namelijk rustig een poging tot onderdrukken mag noemen: radicale kopstukken en hun aanhangers worden dan gekleineerd èn gedemoniseerd in de hoop dat ze daarmee ‘geneutraliseerd’ en ‘monddood gemaakt’ worden in de ideologische arena.

Intuïtie

Binnen de wetenschap, binnen de wereld van de uitvinders en bij het inschatten van mensen mag intuïtie een nuttige sensor zijn, maar binnen de arena waar ideologen elkaar bevechten, heeft intuïtie eigenlijk geen recht van bestaan. Althans, het kan niet met goed fatsoen worden aangehaald als zelfverdediging, ook niet bij het uiten van vermoedens. Immers, het zou uitwerken als een soort dooddoener; critici zouden nooit door je verdediging kunnen breken als je je altijd maar bleef beroepen op je intuïtie. Critici in de ideologische arena zullen je terecht erop mogen aanspreken dat je verbanden hebt geconstrueerd zo het je goed uitkwam.

Herken de radicaal

Waartoe dient dit artikel eigenlijk? Ik ben tevreden met dit artikel als je je op zeker moment, bijvoorbeeld iemands tweet lezend, opeens bedenkt: “Hé, hier hebben we een mooi voorbeeld van een geconstrueerd verband”. Of dat je bedenkt: “Ah, ziehier een halve waarheid”. En je zou op zo’n moment kunnen uittesten of het om een radicaal persoon gaat.

Het is overigens niet vanzelfsprekend om een radicaal daarop te veroordelen. Wel weet je dan dat je die persoon anders moet benaderen dan de niet-radicaal. Een inhoudelijke discussie hoef je niet te verwachten en je zal dus andere tactieken moeten aanboren, mocht je die persoon toch willen beïnvloeden. Deradicaliseren is natuurlijk één optie, maar je zou ook kunnen proberen die persoon een andere kant op te sturen. Hoe? Wellicht heb jij in je voorraadkist vol wijze standpunten wel het ultieme antidotum, het ultieme argument, om het radicale bouwwerk van die ander een ‘zetje’ te geven, mocht je vinden dat er een gevaarlijke kant aan zit.

Of misschien ben je na lezing tot de conclusie gekomen zelf een radicaal te zijn of op weg er eentje te worden. Hopelijk ben je dan nog wel in staat na te gaan of er een gevaarlijke weg zit aan te komen, een weg naar extremisme. Zo ja, keer dan om, want het is een doodlopende weg met aan het eind alleen ellende. De heilstaat zal daar aan het einde absoluut niet opdoemen. Er zullen altijd tegenkrachten opstaan, gevormd door mensen die volstrekt niets zien in je utopie. En anderen zullen in jouw utopie juist de slachtoffers worden. Die mensen zullen zich verenigen en jouw utopie, die geen utopie is, omver willen werpen. En terecht.

Pleitte ik in de vorige alinea nou voor het onderdrukken van utopistisch denken? Ja als die utopie verder reikt dan het eigen kleine groepje en anderen iets opdringt. Zeker utopisten die het liefst alle mensen van de hele wereld zouden willen verenigen zijn wereldvreemd. Over dat idee denk ik radicaal.

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

Één reactie op Hoe herken je de radicaal?

  1. Peter Louter zeggen:
    Verhelderend

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *