God bestaat niet?

In Volkskrant Magazine van 2 juli 2005 zegt Anna Enquist in een interview:

Dát is nog het meest teleurstellend, zegt Enquist. Haar hele leven had ze erop gerekend dat we langzaam maar zeker uit ‘die beklemming van de godsdienst’ zouden kruipen. ‘Ik heb altijd gehoopt dat de Verlichting zou doorzetten. Dat is ook een tijd gebeurd. Maar sinds een paar jaar hoor ik verstandige mensen opeens buitengewoon rare dingen roepen: “Er is toch iets.” Oosterse flauwekul, geklets over spiritualiteit.’ Ze spreekt het uit alsof het smerige woorden zijn. ‘Blijkbaar vinden mensen het te moeilijk om zich neer te leggen bij “hoe het is”.’

Zelf denk ik de laatste tijd dat niet zozeer de 20e, maar juist de 21e de eeuw wordt waarin het pleit beslecht gaat worden. De revival van het godsgeloof dat ik de laatste 10 jaren zie zou weleens de opmaat kunnen zijn naar een zeer hevige discussie. Op het fundamentalistische islamgeloof wordt zo langzamerhand toch van allerlei kanten gereageerd. Dan doel ik niet op anti-terroristische maatregelen, maar op intellectuele kritiek op de Koran en hun nog steeds aanwezige gebrek aan zelfkritiek. En in de VS zijn momenteel heel veel neo-christelijke genootschappen in grote opkomst. Zij richten grote ‘kerken’ op die meer weg hebben van theaters, en ze hebben hun eigen tv-kanalen waar zij veel geld inzamelen. Net als de islamfundamentalisten doen ook zij niet langer aan scheiding van kerk en staat. Ze dreigen rustig met boycots als ze hun zin niet krijgen.
Zo langzamerhand worden gematgden en ongelovigen zich ervan bewust dat ze er niet aan ontkomen toch te reageren. Het Nederlandse programma ‘God bestaat niet’ zou achteraf weleens ons lokale opmaatje daarnaar kunnen blijken te zijn geweest. In de VS zijn de eerste tekenen van ‘ongelovigen’ die zich nu ook gaan bedienen van dezelfde manieren (theaters, tv-uitzendingen) als de neo-christelijken. De ‘strijd’ lijkt te gaan ontbranden.

Waar zal het toe leiden? Oorlogen? Toch weer verzoening, c.q. onderlinge verdraagzaamheid? Of zullen deze eeuw toch de, wellicht wetenschappelijke, argumenten gevonden worden die de jeugd ervan doordringen dat godsgeloof iets uit het verleden was?

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Over Peter van Lenth

Vroeguh was ik hartstikke links en gaf ik op rechts af. Maar ja, de tijden veranderen en ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Welke? Lees mijn artikelen.

10 reacties op God bestaat niet?

  1. Boudewijn Lutgerink zeggen:
    Koran, bijbel, Torah, baghavad Gita, de upanishads of welk ander boek dan ook dat de basis vormt van welke religie dan ook zijn in de eerste plaats spirituele leerboeken waar je dan ook op die manier naar moet kijken.
    Proberen om een-op-een de lessen van die boeken, die overigens allemaal even waardevol zijn, in het dagelijkse leven te projecteren vraagt om vreselijke misverstanden. Een intellectuele benadering van die boeken is dan ook gedoemd om scheef te gaan. Ik kan het ook hier dus niet met je eens zijn.
  2. Gijs Middelaar zeggen:
    Peter

    Dapper. Iemand die een weblog begint en daarbij zichzelf even voorstelt. Het blijft niet bij ik ben Kees, 54 jaar, 78 kilo 1,80 lang en houdt van chinees, voetbal en herdershonden (in die volgorde). Nee. De weblog Alakuka zegt meteen dat we te maken hebben met een athexefst. Dat is dapper want wereldwijd behoren athexefsten natuurlijk tot een kleine minderheid, en een weblog is worldwide. Bovendien boort het meteen een laag van het bestaan aan die uitstijgt boven het alledaagse. Het gaat er niet om wat je letterlijk voedt, maar om wat je geestelijk voedt. What makes Sammy run? De vraag is dan, maar wat is dat eigenlijk een athexefst? Iemand die stelt dat hij zonder Godsgeloof door het leven gaat. Maar het is als met atechnisch en amuzikaal, leuk om te weten, maar hoe ga je wel door het leven.

    Als je je bekent als atheist stel je je vertrouwen niet op God. Dat is goed om te weten. Mooier is om te weten waar je dan je vertrouwen op stelt. Ons ene, kleine en kwetsbare mensenleventje biedt te weinig houvast om het in zich zelf te laten ankeren. En zelfs als je een beetje groot ego hebt, kun je niet volhouden dat je alleen vertrouwt op jezelf. Je ontkent dan je jeugd waarin je moest vertrouwen op je ouders, je ontkent je ouderdom als je moet vertrouwen op de wijkzuster. Je ontkent je karakter als sociaal wezen, het individu kan niet zonder vrienden familie buren etc.. En je ontkent je fysieke wezen, je kunt niet zonder de planten en dieren (van andijvie tot bal gehakt) en alle materie die er is.

    Waar vertrouwt de athexefst op? Hij kan niet vertrouwen op De mens, of de mensheid. Dat is te beperkt, zie hiervoor. Dan maar vertrouwen op het leven. Niet mijn leventje, maar het leven van allen en alles. Dat leven dat er was, en dat bijvoorbeeld in miljoenen jaren door allerhande processen (en wat huidige technologie) er voor zorgt dat er benzine is die ik mijn autootje kan gooien. Want ik vertrouw er wel op dat ik binnen een uurtje van Rotterdam naar Haarlem kan rijden. Het leven dat ooit is ontstaan van micro-organismen tot mensen en dat mij heeft voortgebracht, zoals ik weer mijn kinderen heb voortgebracht. Ik vertrouw op het leven, waar mijn leventje deel van uitmaakt. Het leven dat was (voorouders) dat is (ik) en dat zal zijn (kinderen en kleinkinderen) tenminste zover als mijn blikveld reikt.

    Het begrijpen van al die processen, van wat er was voor dat de materie er was, laat staan de regie er over: het is voor ons mensen niet weggelegd. We studeren ons rot, ontdekken het een en ander. Maar antwoorden op de oervragen blijven vooralsnog uit. Het leven doet zich aan ons voor als een mysterie, zelfs als ik er op vertrouw dat slimme mensen in de generaties na mij wel die antwoorden zullen vinden. Nu is het leven een mysterie. En als het al niet zo is dat dat komt omdat het blikveld van de mens beperkt is, dan toch omdat mijn blikveld beperkt is.

    Ik vertrouw op het leven. Het leven is, in ieder geval naar huidig kennen, een mysterie. Dan blijft dat ik vertrouw op een mysterie. Als deze analyse van het athexefsme deugt, dan schijnt het mij, als thexefst, toe dat de beide ismen zeer dicht tegen elkaar aanliggen. Beiden vertrouwen op het leven. Het vertrouwen in het leven is bij de thexefst zo groot dat hij er een plan, een bedoeling in ontwaart. Daarom wil de thexefst zich ook laten leren door het leven. Uit hoe het leven is, kan je ontwaren hoe het bedoeld is. Het leven wil doorgegeven worden, en daarom dienen mensen elkaar niet uit te moorden en bovendien zuinig om te gaan met het milieu. Uit zo’n bedoeling van het leven heeft de geschiedenis de mensenrechten ontdekt. Mensenrechten bestaan. Ze bestonden al ten tijde van keizer Nero (al hield die zich er niet aan) en ze bestaan ook in Irak (ook al hield president S. Hoessein zich er niet aan). Mensenrechten zijn geen uitvinding, die bestaat dankzij een verdrag van de Verenigde Naties, maar een beginsel dat ook geldt als er nooit een letter over zou zijn opgeschreven. Daarom kan ex president Hoessein ook vervolgd worden, ook al ontkent hij dat die regels in zijn land toen de daden begaan werden golden. Als het leven toeval is, als er geen bedoeling uit te leren is, dan zijn mensenrechten uitvindingen. Die gelden vanaf het moment en in de landen die ze accepteren en plechtig afkondigen. A. Hilter, P.Pot, S. Hoessein hadden dan geen Moskovitz nodig, het OM zou ze niet eens durven te vervolgen. Met dit voorbeeld dicht bij huis wil ik maar aangeven wel van het leven te willen leren. Als het leven een onderwijzer is dan moet er een plan achter zitten of een systeem in verscholen zijn. Van het leven dat toeval is, valt niet te leren omdat een chaos geen lijn bevat. Het is zo, maar het had ook anders gekund.

    Het leven blijft een mysterie. Maar ik heb er zoveel vertrouwen in dat ik mij er door wil laten leren voor mijn leventje. Ik ben thexefst. Maar ik vraag het maar eens na: kan een athexefst deze stelling niet beamen?

  3. Peter zeggen:
    Dapper? Ik vind het dapperder te durven beweren dat je gelooft in iets wat je niet kunt aantonen. Of je zou moeten verwijzen naar het risico dat ongelovige honden tegenwoordig lopen.

    Ik vraag me trouwens af of ik niet eerlijker ben als ik zeg antithexefst te zijn. Maar vooralsnog doe ik dat niet, omdat ik ergens tussen athexefsme en antithexefsme in zit.

    Je schrijft: De vraag is dan, maar wat is dat eigenlijk een athexefst? Iemand die stelt dat hij zonder Godsgeloof door het leven gaat. Maar het is als met atechnisch en amuzikaal, leuk om te weten, maar hoe ga je wel door het leven. Mijn antwoord is: gewoon, zonder godsgeloof.

    Er zijn athexefsten (humanisten) die geloven in de goedheid van de mens, en dus maar daarin vertrouwen stellen. Maar waarom zou een mens vertrouwen moeten stellen in iets? En dan bedoel ik, ongelimiteerd vertrouwen. Wellicht bestaat slechtheid echt, en geldt het idem dito voor toeval en is er veel meer chaos in het leven dan velen prettig vinden. Ikzelf weet dat eigenlijk wel zeker.

    Je schrijft: Het begrijpen van al die processen, van wat er was voor dat de materie er was, laat staan de regie er over: het is voor ons mensen niet weggelegd. En daarmee ben ik het eens. Ik voel ook geen behoefte om, gezien ons huidige kennisniveau, ook voor alles een verklaring te hebben. Voor hoeveel zaken heeft een gemiddeld (ander) dier een verklaring? Hebben de (andere) dieren dat nodig om te zijn? Ik dacht het niet.

    Het leven blijft een mysterie, schrijf je. Maar dat is niet in de laatste plaats zo omdat de mensen op zeker moment een godsparadigma gingen aanhangen. Een paradigma dat hen de ogen deed sluiten voor andere paradigma’s die wellicht voor menig ‘mysterie’ toch wel een aardige verklaring in zich dragen.

    Een athexefst probeert gewoon te leven en te verklaren zonder de toevlucht te nemen tot het bestaan van een of meer hogere, nog nooit waargenomen, wezens. That’s all. En het blijkt zoiets als geluksgevoel niet in de weg te zitten.

  4. Gijs Middelaar zeggen:
    Vraag vooraf: wat is een antitheist? Iemand die tegen God is? Dan positioneer je jezelf met behulp van entiteit waarvan je het bestaan opkent. Dat is niet zindelijk. Ik zal het maar zo begrijpen dat je een beetje tegen Godsgeloof van anderen bent. Maar dat gaat ver hoor. Ik ben voor FC Utrecht, maar ik ben er toch niet tegen dat jij voor Ajax bent? Er op tegen zijn dat een ander iets doet (ik ben er op tegen dat de buurvrouw de auto op zondag wast) heeft al een begin van onverdraagzaamheid in zich. Maar er op tegen zijn dat een ander iets meent? Dan moet de mening van die ander wel verschrikkelijk zijn. Racisme of zo iets. Maar wat kun je nu er op tegen zijn dat vredelievende nette en oppassende burgers in de achtertuin Wodan aanbidden? Dat moeten die lui toch zelf weten! Nee blijf vooral gezellig athexefst. Kunnen we kennis nemen van elkaars beschouwing van het leven zonder die beschouwing (en op voorhand) zwart te maken.

    Een athexefst probeert gewoon te leven en te verklaren zonder de toevlucht te nemen tot het hogere waarvan het bestaan onbewezen blijft. Die zin kan ik begrijpen op de woorden ‘en te verklaren’ na. De thexefst gaat er van uit dat het leven een mysterie is waar je een heel klein beetje in kunt doordringen omdat er wel een systeem een consistentie in zit. Dat is eigenlijk meer een filosofisch idee dan dat het iets met een Godsgeloof van doen heeft. Het is de tegenstelling tussen Plato en Aristoteles. Die laatste vond dat je door aandachtige waarneming van de aardse werkelijkheid je tot algemene ideeën kunt komen. Plato zijn navolgers vonden dat die algemene ideeën slechts woorden in ons brein waren die niets te doen hebben met hoe het werkelijk is. De tegenstelling tussen deze z.g. nominalisten versus de realisten van de school van Aritoteles en zijn opvolgers reikt ver. De thexefst bouwt bovenop zijn aanname dat het leven een logica kent waaruit je (dus) kunt leren, een torentje dat er dan wel een Overstijgende kracht zal zijn die daar achter schuil gaat. De athexefst kan in mijn beleving eigenlijk niet zoeken naar een verklaring van het leven omdat hij een ordening in de chaos ontkent.

    Wat ik wel jammer vond is dat je niet ingaat op de idee van de mensenrechten. In de rechtswetenschap kent men twee scholen die van het natuurrecht en die van het positivisme. Bij alle kritiek die aanhangers van het positivisme hebben, erkennen ze de kracht van de idee van mensenrechten als product van het natuurrecht. Natuurrecht: in de natuur zit recht, zit ordening verscholen die je bij enige beschouwing eruit kunt halen. Dat is uiteraard beperkt. Het natuurrecht leert niet of we in het verkeer links of rechts gaan houden, dat zijn afspraken tijd en plaats gebonden van mensen. Maar wel de idee dat samenleven betekent dat je zorgvuldigheid betracht en verantwoordelijk gedrag tegenover je omgeving ten toon spreidt. Omdat de bedoeling van het leven is dat het doorgegeven wordt en niet dat afgebroken wordt.
    Of verbeeld ik mij maar dat uit alles om ons heen afgeleid kan worden dat het leven doorgegeven wil worden?

    Gijs

  5. Roos Lenzhof zeggen:
    Geen oninteressante stukjes, maar wel hier en daar verwarrend. Humanist, athexefst, antithexefst, gelovige, niet-gelovige.
    Voor de duidelijkheid zeg ik maar meteen wat ik ben: gelovige en humanist; gelijk de meest bekende humanisten uit de geschiedenis dat overigens zijn zijn.
    Ik heb (gelijk Peter) geen enkele behoefte om alles te willen verklaren. Peter heeft het daarbij over wij als dieren. Vanuit een biologische optiek geheel terecht. Maar er zijn meer optieken, zoals ook de levensbeschouwelijke.
    Gelovig-zijn zie ik als een genade. Genade wordt je geschonken.
    Geloven heeft vaak ook te maken met een voorgeschiedenis. Dan krijg je verhalen als: “mijn moeder had mot met de pastoor en heeft toen de kerk de rug toegekeerd, dus geloof ik ook niet” of “mijn vader heeft de ellende van WO II overleeft en is tot de conclusie gekomen dat er geen God is, dus geloof ik ook niet” of “als puber heb ik het geloof van mijn ouders vaarwel gezegd, en ik blijf mijn visie van toen trouw”.
    Tegen-verhalen (om ze maar zo te noemen) zijn er ook. Om er een te citeren uit de geschiedenis: op 29 oktober 1956 zie de joodse filosoof Martin Buber tegen Sjaloom Ben-Chorin: “De Hitlertijd was het verschrikkelijkste wat ik beleefd heb, maar ook daarin was gewijde geschiedenis, was God… Ik kan alleen niet zeggen hoe en waar. In alle geschiedenis is gewijde geschiedenis, is de heilsgedachte, maar wij hebben niet altijd genoeg geloof om dat in te zien.”
    Door ellende heen kan een mens tot geloof komen. Hoe dan ook, door dat wat je meemaakt, kan je zeggen dat je wel of juist niet te geloof bent gekomen. Geen enkel bewijs (zoals Peter schrijft) en dat klopt. Maar geloof vraagt ook niet om bewijs. Wel om openheid, verstand en om het stellen van vragen. Wie gelooft, is niet gedachteloos of zonder intellect.
    Verder valt het op dat mensen die zich athexefst of antithexefst noemen, altijd “theus” (God) nodig hebben om te zeggen wat ze zijn of niet zijn.
    Ten slotte wil ik nog opmerken dat ook mensen die zich athexefst of antithexefst noemen, zich behoren te verdiepen (en ook hun kinderen weer, enz.) in (minimaal) het christendom. Onze cultuur is voor een groot deel daarop gebaseerd (al was het maar het woord “kerstvakantie”). Vele kunstwerken, literatuur, muziek is niet (of niet voldoende) te begrijpen, als men van die ondergrond geen kennis heeft genomen.

    Roos Lenzhof

  6. Peter zeggen:
    Reactie op Gijs Middelaar:
    Antithexefsme is, uiteraard, anti-godsgeloof. De metafoor met de voetbalclubs gaat dan mank; die bestaan beiden immers. Mocht het zo zijn dat de ajax-fans fan zijn van iets dat niet bestaat (ergo, dat er helemaal geen voetbalclub met die naam bestaat), ja dan zou de metafoor kunnen kloppen. Maar dan zou de preek dat ajax helemaal niet bestaat toch niet te ver gaan?! Er moet toch iemand zijn die de waarheid zegt?!
    Ook de referentie als zou antithexefsme een vorm van intolerantie zijn, gaat niet op. Op basis van antithexefsme valt het wassen van een auto op welke dag dan ook niet te veroordelen. Ik zie daarom ook niet in waarom het genoemd wordt in het kader van het onderwerp. Maar waarom moet andermans mening minimaal verschrikkelijk zijn, voordat je er iets negatiefs over mag zeggen? Wel ben ik het er zeer mee eens dat de uitstraling van vredelievendheid invloed moet hebben op de beslissing om zich a- of anti- op te stellen. Daarom stelde ik me de afgelopen decennia ook voornamelijk athexefstisch op, jegens de in Nederland gevestigde geloofsgemeenschappen. Heden ten dage voel ik (alle) gelovigen iets sterker aan de tand, want ik heb gemerkt dat er bij meer geloofsgemeenschappen onder de oppervlakte toch meer militantisme heerst dan ik altijd vermoedde.

    Wanneer ik schrijf ‘Een athexefst probeert gewoon te leven en te verklaren …’ dan beperk ik me niet tot verklaren van ‘het leven’. Overigens is de evolutietheorie een aardige, en wetenschappelijk verantwoorde, aanzet to verklaring daarvan. Juist die theorie beschrijft de ordening in de chaos. Het is dan ook onjuist om van een athexefst te stellen dat deze ordening in de chaos ontkent.

    Wat mensenrechten betreft, rechtvaardigheidsgevoel is een gevoel dat er bij mij in mijn jeugd is ingebakken, door mijn ouders en de rest van mijn destijdse omgeving. Ik zou niet weten bij welke filosofische stroming mijn rechtsgevoel wel of niet aansluit. Misschien wel interessant in dit verband is de psychologische theorie waarin ik me tijdens mijn studie psychologie specialiseerde: ‘The Belief in a Just World Theory’ van Melvin Lerner. Het is een motivationele theorie die stelt dat mensen denken dat het grosso modo een rechtvaardige wereld is, waarin mensen zo’n beetje krijgen wat ze verdienen en verdienen wat ze krijgen. Achterliggende behoefte om dit te geloven is de behoefte aan … ordening in de chaos. We kunnen het idee dat alles feitelijk op toeval berust en dat chaos heerst, niet verdragen. De manier waarop het geloof in een rechtvaardige wereld wordt ingevuld, verschilt tussen groepen. Religie is duidelijk een manier. Bijvoorbeeld de uitspraak ‘Het was God’s wil’ is een mooie manier om het geloof in de rechtvaardige wereld in stand te houden. Maar ongelovigen ontkomen volgens Lerner niet aan het mechanisme, ook al denken ze van wel.

  7. Peter zeggen:
    Reactie op Roos Lenzhof
    De termen humanist, athexefst, antithexefst, gelovige en niet-gelovige wekken bij mij nog geen verwarring op. Die ontstaat bij mij wel wanneer iemand poneert gelovig en humanist te zijn. Ik ben lid van het Humanistisch Verbond, krijg zodoende geregeld het magazine en het valt me inderdaad op dat vele gexefnterviewden blijk geven te gaan voor het ietsisme, zoals Ronald Plasterk dat zo mooi verwoordt. Toch stoort me dat, of eigenlijk, verstoort me dat. Het brengt mij althans in verwarring. Ik wil graag humanist zijn, maar dan vooral ook ongelovig, c.q. niet-gelovend in een god. Bij de uitspraak ‘Gelovig-zijn zie ik als een genade. Genade wordt je geschonken.’ kan ik me dus helemaal niets voorstellen. De uitspraak “mijn vader heeft de ellende van WO II overleefd en is tot de conclusie gekomen dat er geen God is, dus geloof ik ook niet” komt al een stuk dichter bij mijn werkelijkheid, hoewel hij divergeert vanaf ‘dus’. De zin zou daar moeten vervolgen met ‘daarom werden wij humanistisch opgevoed en dat heeft er vast sterk toe bijgedragen dat ik nu nog steeds een ongelovige thomas ben.’
    Roos, je stelt dat geloof niet om bewijs vraagt. Het is een vaak gehoorde stellingname en meestal als slot op de discussie, zijnde het ultieme verdedigingsargument wanneer de grond de gelovige blijkbaar te heet onder de voeten wordt. Maar ik zeg je: Ook geloof vraagt om bewijs! Laat het dan zo zijn dat aanwezigheid niet per sé hoeft te worden aangetoond, niet-strijdig zijn met bewezen zaken moet wel worden aangetoond. Althans, zo verlangt een antithexefst. Een athexefst zal inderdaad de discussie stoppen zodra de gelovige met zijn ultieme argument op de proppen komt, uit beleefdheid of ter voorkoming van geweld en oorlog. Voor mijzelf geldt dat ik nog steeds tussen anti- en a- inzit. Wanneer ik een sportieve tegenstander tref, ga ik verder en worden de discussies ook interessanter. Voel ik nattigheid, nou ja, dan houd ik maar verder mijn mond. Er zijn immers ook andere belangen die gediend moeten worden, en ik ben zeker niet uit op geweld en oorlog. Vrede is me heel wat waard.

    Hopelijk is mijn positie nu verder verduidelijkt.

  8. Ruud Antonisse zeggen:
    Het is zondag. De zondag is een rustdag. Hierdoor was ik zoeven in de gelegenheid, na mijn zondagse bad, ajakuka te bezoeken. Zo kwam ik hier terecht, in dit wespennest, op mijn heilige zondag, mijn geest volledig in verwarring. De teksten, de heilige teksten van Peter en Roos, ik heb ze uitgeprint, ik heb er naar gestaard, ik heb er spellingcontrole overheen gegooid en nog, nog steeds, geloof ik niet wat ik lees. Het ongeloof wordt alleen maar groter, en groter. Is het echt waar? Serieus? Er is geen goD. Kan het zijn dat mijn theorie hier bij past of kan ik me niet meten met deze heren filosofen? Ik denk dat ik denk, dat ik besta, dat ik bepaal, dat ik beleef, dat ik kies en dat bepaalt dat het leven van alledag niet altijd even makkelijk is. Nu dat we moeten aannemen, vooral omdat de gelovige honden er zo’n zooitje van maken, dat een geloof zondig is. Moord en doodslag, haat, geen respect, moeten we goD wel afzweren en komt goD op de laatste plaats. Maar als GOD een metafoor is voor Natuur, het Leven, de Liefde, het ware Genieten van een Lekker Biertje, dan moet GOD vooral in ons blijven en godverdomme niet afgeschaft worden omdat een stelletje malloten van halve waarheden grote onzin hebben opgeschreven in de Middeleeuwen. Lang geleden in een donker kamertje met dikke muren en kleine spleten, een kaars. Vol van angst zit die Gelovige, bang voor de dood, de pest, de typhus.. En hij schrijft GOd is Liefde, Allah is groot.. Ik heb bewondering voor die mensen. De vlijt, de moed, de toewijding. En ik lees die boeken als halve waarheden. Gooi de narigheid eruit, probeer de liefde eruit te filteren en behoudt mijn hoop op een betere wereld die ervoor zorgt dat op Nederland 2 Studio Sport om een uurtje of 18.45 in beeld brengt de voetbalwedstrijd Ajax- Haarlem, om de beker en dat Haarlem dan toch weer net niet wint maar met 6-0 wordt afgeslacht. Houdt vol broeders, de verlosser komt.
  9. Gijs middelaar zeggen:
    Maken mensen ordening omdat het voor hen onverdragelijk is dat alles chaos is en alles op toeval berust, of ervaren mensen ordening omdat de werkelijkheid geen chaos is maar een zekere mate van ordening in zich bergt?
    Het wordt inmiddels wat duidelijker waar de verschillende gezichtspunten liggen.
    Hoe ervaar je het leven? Is het chaos en is alles toeval, of is er sprake van een ordening. En als je uitgaat van ordening, waar komt die ordening dan vandaan? Is er een plan, zit er een Overstijgende kracht achter.
    Het gaat derhalve veel meer (en eerder) over hoe je het leven beschouwd, dan of je een Godgeloof hebt. De filosofie gaat de religie vooruit. Dat wist de RK kerk altijd al, want de priesteropleiding was op de semenaries ingedeeld naar eerste twee jaar filosofie en dan 4 jaar theologie.

    Daarom begrijp ik zo slecht dat iemand anti godsgeloof is. Dat betekent dat je er tegen bent dat een ander gelovig is. Je mag het geloof ridicuul vinden, dat is jouw mening. Maar er tegen zijn betekent dat je vindt dat ik het eigenlijk niet zo moeten / mogen aanhangen. Dat is ook de teneur die je in een andere bijdrage levert en waarin je wilt toetsen of men in een bepaalde omgeving godsdienstgerelateerde uiterlijke kenmerken mag dragen. Je vindt dat godsdienst er niet zou moeten zijn, maar als het dan bestaat dan zullen anderen toetsen of en in welke mate het in het publiek mag worden geuit. Zonder toetsingscommissie mag ik een raamposter hebben van een door mij aangehangen politieke partij, mag ik een sjaaltje dragen van mijn favoriete voetbalclub, maar als het gaat om godsdienst ligt het naders. Je wantrouwen tegen mij al;s oppassende burger die een geloof aanhangt iervara ik groter dan je geesteshouding tegenover niet zo oppassende voetbalhooligan.
    Overigens is de praktische kant van de zaak niet het sterkste van je voorstel. Het betekent bijvoorbeeld dat als ik van Utrecht naar Haarlem reis ik eerst mijn trouwring (linksdragend, want RK; links want daar zit het hart ook) mag omhebben, in tussen liggende reformatorische streken alleen rechts mag dragen en dat ie ter hoogte van Amsterdam helemaal af moet omdat het huwelijk in zichzelf een godsdienst gerelateerd instituut is en uit dien hoofde burgerlijk, achterlijk of anderszins verwerpelijk is. In het kader van deze religie-politie zal ik nog vanmiddag de rozenkransen hier in huis (en dat zijn er heel wat) verzamelen en in de kruipruimte deponeren, je weet immers maar nooit!

    Ter zake. Mensenrechten als door eigen goede inborst en overgedragen door idem ouders, eigen gemaakte uitgangspunten. Prima, doe ik niets aan af. Mijn punt is dat je mensenrechten aldus tot een product maakt van de samenleving dat naar gelang kan worden in of uitgeschakeld. Democratisch als je dat graag wilt. In Duitsland vond de bevolking het 70 jaar geleden in meerderheid prima dat Joodse hoogleraren, artsen, notarissen ect uit hun beroep werden gezet. Als jij de mensenrechten bront in goede inborst kan een kwade inborst dus zeggen: daar ben ik geen lid van, daar doe ik niet aan mee. De idee dat mensenrechten altijd en universeel gelden onafhankelijk van welke politieke constellatie ook, is een betere borging. Dan is het namelijk een waarde, die idiealiter ook de geldende norm is, maar in ieder geval de geldende waarde blijft. Verankering in goede wil vindt op hetzelfde niveau plaats als waar der kwaadwillenden zich bevinden. Ik deel je mening over de mensenrechten dus wel, maar je onderbouwt die niet verder dan een welwillende mening van jezelf en door jou vertrouwde mensen. En dat staat minder sterk tegenover lieden met een andere mening over mensenrechten

  10. Peter zeggen:
    Hoe is het mogelijk dat een gelovige zo slecht de motieven van een antithexefst begrijpt? De antithexefst is als het ware de zuivere reactie op, en de echte tegenhanger van de evangelist die zich bedient van apologetiek, de ‘uitleg of verdediging van het geloof, met het doel andere mensen te winnen voor dat geloof’. Antithexefsme zou diverse vormen kunnen aannnemen, maar de militante vorm die jij naar voren brengt is zeker niet mijn vorm. Ik zie mezelf niet snel zeggen dat je niet mxe0g geloven of je geloof echt op moet geven. Dat zouden militante uitingen zijn. Maar ik mag wel zeggen het ridicuul te vinden, hoewel ik liever met inhoudelijke argumenten kom, dan met zo’n, mogelijk als vernederend ervaren, term als ridicuul.
    De teneur van die andere log (Voorstel religieuze gemeenschap lokaal te toetsen) is eerder athexefstisch van aard. In die log stel ik niet voor dat xeck degene ben die toetst, maar dat zoiets gedaan wordt door de gemeenschap zelf. Doel van de toets is de mensen in vrede en harmonie met elkaar te laten samenleven. Een volksgericht mag er zeker geen gevolg van zijn. Stel dat in een bepaald dorp het merendeel een vrij strenge protestantse leer aanhangt, dan geeft dat die meerderheid nog niet het recht de RK minderheid te verbieden, slechts op basis van het hebben van een meerderheid. De toetsing dient op duidelijk andere, welomschreven gronden te moeten geschieden. Vredig naast elkaar leven is de doelstelling. Overigens is het door jou aangevoerde praktische probleem deels geldig, deels ongeldig. Het genoemde voorbeeld van de trouwring zal ongeldig (onbestaanbaar) zijn, in huidig Nederland. Mocht in een bepaalde wijk van Amsterdam voor de joden een leren doosje op het hoofd als acceptabel worden beschouwd, dan zou het dragen van dat doosje buiten die wijk wel degelijk een praktisch probleem kunnen betekenen.

    Mensenrechten. Is het een universeel begrip? En zijn ook de dan al snel genoemde rechten, als vrijheid van meningsuiting en vrijheid van religie, als vanzelfsprekend universeel. Decennialang heb ik dat wel zo gevoeld; het werd me immers verteld. Ook de verwijzing naar de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ leek het universele ervan te suggereren. Tegenwoordig weet ik het niet meer zo zeker. Met name de laatste jaren worden we geregeld geconfronteerd met ‘nadelen’ van die rechten. Wat te denken van terroristen die moeten worden vrijgelaten, bij gebrek aan hard bewijs, laat staan dat ze ‘een beetje meer onder druk’ mogen worden gezet, teneinde een aanslag te voorkomen. Nee, dat heet bij Amnestie International al heel snel ‘martelen’. Een maand of wat geleden greep een nog steeds onder Russische invloedssfeer staand land met geweld in tegen een binnenlandse groepering. Onze minister van Buitenlandse Zaken van de EU (!) reageerde prompt met een veroordeling. Ik dacht nog ‘hé, hou je mond, flapdrol’. Daarvoor had ik twee redenen. Ten eerste wil ik niet dat wij Nederlanders door een Europese minister van Buitenlandse Zaken worden vertegenwoordigd bij zoiets. Ten tweede vond ik het vrij arrogant; je zal maar in je land geconfronteerd worden met zulke terroristen als waartegen werd opgetreden. Nou, al bijna even prompt reageerde de minister van BZ van dat land zeer boos: ‘Waar we het recht vandaan haalden zich te bemoeien met hun interne aangelegenheden. Of we wel doorhadden dat het hier om zwaar terrorisme ging.’ Ik bedoel maar, mensenrechten kan je wel proberen exact te omschrijven, maar de praktijk is beduidend ingewikkelder en dat heb ik tegenwoordig beter door dan vroeger. Bovendien heeft het cultuurrelativisme voor mij tegenwoordig volledig afgedaan.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *