Heeft Israël de PR-oorlog al verloren?

Op 8 mei 2024 hadden pro-palestijnse studenten de heilige grond van de UvA bezet. De ME moest eraan te pas komen om de wanorde te beëindigen. Overduidelijk waren deze jongeren zelf volledig overtuigd van hun gelijk.

Zeer recent raakte ik met een van mijn kinderen en de partner in discussie over de oorlog waarin Israël momenteel verwikkeld is; een oorlog waarvoor nog steeds geen naam is bedacht die alom geaccepteerd wordt. Wikipedia weet momenteel niet goed te kiezen tussen ‘de oorlog Hamas-Israël’, ‘de Israël-Gaza-oorlog’ en ‘de Gaza-oorlog’. Veel media lijken een of zelfs meer van die benamingen te volgen, net zo het in een willekeurig artikel het beste uitkomt, vermoed ik. Is het een oorlog tegen Hamas of gaat het meer om de Gazastrook?

Hoe het ook zij, die discussie met kind en partner verliep niet helemaal naar mijn wens, overigens zonder dat het tot verstoring van de relatie leidt; daarvoor zijn de banden gewoon veel te goed. Toch, het schuurde flink, want ikzelf ben uitermate pro-Israël en mij bleek dat zij voornamelijk het anti-Israëlisch narratief uitdroegen. Mijn wortels zijn deels puur Nederlands en deels Joods Amsterdam. Van die joodse tak zijn er zo’n tachtig in de oorlog vergast; je zou denken dat die geschiedenis ook bij mijn kind(eren) tot een zekere binding met de joden van Israël heeft geleid, ook al was hun eigen opvoeding, net als de mijne, humanistisch en verre van joods. Ik merkte van die binding niet veel, of eigenlijk niks. Ik trek me dat wel persoonlijk aan. Blijkbaar heb ik er onvoldoende bovenop gezeten en ging ik er te gemakkelijk vanuit dat de verhalen van opa voldoende impact hadden gehad.

Vrij denkende, kritische jongeren

Wij behoren tot de generatie die hun kinderen wilde opvoeden tot vrij denkende, kritische volwassenen die niet al te gemakkelijk anderen volgen. Een consequentie daarvan is dat ik dus ook niet van iemand met een (deels) joodse achtergrond mag verwachten, en al helemaal niet mag eisen, dat deze dùs pro-Israël is. Toch schuurde het toen ik merkte dat het niet pro-Israël was en zelfs anti. Waarom toch? Waarom was ik niet gewoon blij met een kind dat had besloten niet zomaar het narratief van de vader te volgen? Ik denk dat het is omdat ik mijn kind onvoldoende kritisch – of nee, beter: onvoldoende juist geïnformeerd – erin vond staan. Allerlei argumenten die ik aanvoerde om vòòr Israël te zijn werden afgewezen en allerlei argumenten die we kennen van het anti-Israël kamp werden tegen mij opgevoerd. Het waren de argumenten die alom worden gebruikt om Israël de maat te nemen (genocide, bezetting, joodse kolonisten, water onthouden, voedselhulp blokkeren, tienduizenden onschuldige doden, ziekenhuizen bombarderen, noem maar op) en het drong tot me door dat ook zij niet opgewassen waren geweest tegen de kwalijke beïnvloeding door de meeste reguliere media. Misschien zijn alle oorlogen ook PR-oorlogen, maar zeker deze oorlog is er eentje. En terwijl Israël weliswaar op het slagveld wint, verliest het die PR-oorlog, althans tot nu toe.

De kwalijke rol van de, vooral, linkse pers

Ik noemde het hierboven ‘de kwalijke beïnvloeding door de meeste reguliere media’. Laat ik duidelijk zijn: Het is geen complot van journalisten. Althans, niet een complot van westerse journalisten. Ik zie hoe westerse journalisten ermee worstelen. Zij willen sympathiek staan tegenover de op ons lijkende Israëliërs, maar er bereiken hen berichten die wat hen betreft op gespannen voet staan met zekere westerse basisprincipes. Of beter: met zekere westerse principes van met name linkse mensen. Het is mijn eigen indruk dat beduidend meer dan de helft van de westerse media wordt bemand door linkse redacties en dat het bovendien een jonge generatie is die menige oorlog van Israël daarom alleen uit de boeken en verhalen kent. En dan is het maar de vraag uit wèlke boeken en verhalen. Verder, kan het zijn dat bij vooral linkse redacties – vanwege diversiteitsdenken – niet alleen veel journalisten, maar ook veel opiniërende columnisten werken die van origine niet-westers zijn en dat dit toch een rol speelt? Of is dat slechts een van diverse kenmerken die linkse media systematisch typeren? Ik zie geen complot, maar zoek het wel in systeemkenmerken. In sommige landen proberen rechtse regeringen aan linkse systeemkenmerken – die door rechts worden ervaren als problematisch – wat te doen, wat hen vervolgens door – uiteraard – diezelfde linkse media wordt verweten, want het zou een aantasting zijn van de onafhankelijke journalistiek en de persvrijheid. Het is een reflex die logisch is. Je kan niet echt verwachten dat deze linkse media hun eigen systeemkenmerken – welke tezamen leiden tot die ‘kwalijke beïnvloeding’ en waardoor momenteel Israël de PR-oorlog dreigt te verliezen van Hamas – als probleem erkennen.

Hamas

Hamas… Hoe is het toch mogelijk dat westerse linkse jongeren zo massaal (massaal?) lijken te vallen voor het narratief dat Hamas heeft gecreëerd? Een flink deel van die jongeren zal overigens zeggen ook Hamas erg te vinden; hun kritiek op Israël zou los staan van hun veroordeling van wat Hamas op 7 oktober 2023 deed. Wat deze jongeren echter niet beseffen is dat Hamas op die dag niet slechts een barbaarse aanval uitvoerde. Die aanval was maar een onderdeeltje van een complot (ja, complot, in de betekenis van een geheim strategisch plan) dat veel meer omvat. In dat lang voorbereide complot gaat het er Hamas niet om Israël in een militair gevecht te verslaan; Hamas weet dat het zo niet kàn winnen. Nee, veel belangrijker onderdeel is het wereldwijd verspreiden van een narratief dat Israël wegzet als de eigenlijke slechterik, met de ultieme bedoeling Israël via de wereldopinie te dwingen het land terug te geven aan de Islam. Enkele van de ingrediënten: valse ‘feiten’, valse geruchten, politiek vals spel, omkering van dader en slachtoffer. Het aantal slachtoffers aan de eigen zijde maakt Hamas wel degelijk uit; het moeten er namelijk heel veel zijn. Hamas wil dat de wereld het Israël hoogst kwalijk neemt ‘buitenproportioneel veel’ slachtoffers te maken en gebouwen plat te gooien. Er is Hamas alles aan gelegen juist het aantal doden flink te laten oplopen en zelfs nog verder te overdrijven, overigens zonder het er te dik bovenop te leggen dat het dat wil. Het ‘er te dik bovenop leggen’ is trouwens wel een discussietje waard. Immers, een beetje nadenkend iemand zag al snel waar het Hamas in werkelijkheid om te doen is. Toch, zoveel anderen blijken dat maar niet door te hebben. Je kan twijfelen aan het IQ van die mensen, of aan het intellect, of aan hun naïviteit. Laat ik het houden op naïviteit; het zich vooralsnog niet kunnen voorstellen dat mensen zò slecht kunnen zijn dat ze zonder enige gewetenswroeging bereid zijn hun eigen bevolking te offeren. Met name de linkse media doen veel te weinig moeite om deze naïeve mensen op dit punt meer wereldwijs te maken. Wat op zich ook weer logisch is, want die media zijn zelf ruim bevolkt met zulke naïeve mensen.

Boek: Zoon van Hamas

Ik vroeg me af hoe om te gaan met mijn kind en partner. Mijn feitenkennis over het middenoostenconflict, waarmee ik hen tegensprak, kwam niet als geloofwaardig binnen; het zou het eenzijdige narratief van Israël zijn en dùs niet objectief, zoiets. Ik las op X over Mosab Hassan Yousef, ook wel De Groene Prins genoemd, of nog sprekender: Zoon van Hamas. Het gaat hier om de zoon van een van de oprichters van Hamas. Deze zoon keerde zich af van Hamas, maar liet dat zijn hele jeugd niet blijken. Via zijn vader verkeerde hij in the inner circle van Hamas en spioneerde zo meer dan 10 jaren voor Israël, daarbij vele terroristische aanslagen voorkomend. Misschien is zijn verhaal – verwoord in het boek ‘Zoon van Hamas’ – voor anti-Israëlische jongeren wèl geloofwaardig? Ik kocht het boek en las het in een paar dagen geheel uit. Van de achterklep:

De Groene Prins werd hij genoemd. Palestijn en toegewijd moslim. Zoon en beoogd opvolger van één van de meest vooraanstaande Hamasleiders. Insider in de Palestijnse politiek. Hij onderging Israëlische gevangenschap en martelingen. Uit liefde voor zijn volk sloot hij een pakt met Sjin Bet, de Israëlische geheime dienst, en spioneerde voor Israël. Hij trotseerde de toorn van familie en vrienden door christen te worden.

Allang geloofde ik berichten dat Hamas niks geeft om burgerslachtoffers, dat Gazaanse kinderen door Hamas tot diepe jodenhaat worden gedreven, dat Hamas elk vredesinitiatief in de kiem kapotmaakte door terroristische aanslagen. Maar dat geloven sloeg na het lezen van dit boek om in zeker weten. Nu weet ik hoe diep dat alles verankerd zit én welk denken erachter zit. Mijn ogen waren al open, maar na het lezen van dit boek waren ze nog méér open. Ik kan me nu helemaal niet meer voorstellen dat mensen terecht anti-Israël zijn, want je zal maar het soort buren hebben dat Israël blijkt te hebben. Niet buren sinds kort, maar buren sinds tientallen jaren. (Terwijl Hamas zelf natuurlijk ook weer niet zomaar uit het niets kwam.)

Baruch Goldstein

De eerlijkheid gebiedt me toe te geven dat het boek me wel ook de ongemerkt wat dichtgeknepen ogen heropende voor kwalijke incidenten van Israëlische zijde. Het boek beschrijft ontwikkelingen en aanslagen vanaf 1987, toen Mosab 9 jaar was, tot 2007, het jaar waarin hij mocht emigreren naar de VS. Het is een onafzienbare rij Palestijnse aanslagen op Israëlische burgers. Maar er was ook een heftige aanslag op Palestijnen: door Baruch Goldstein begin 1994. Deze ultra-orthodoxe Israëliër doodde met zijn mitrailleur 29 Palestijnen die in gebed waren voordat hij zelf werd doodgeslagen bij die aanslag, luttele maanden nadat de Oslo-akkoorden waren beklonken. Ik herinnerde me het weer en voelde terstond weer diepe woede over deze Goldstein, die immers met deze barbaarse actie het door partijen als Hamas zorgvuldig gevoede ongeloof van veel Palestijnen in de net gesloten akkoorden alleen maar versterkte. Het was sabotage van het vredesproces vanuit de Israëlische samenleving zelf! Onverkwikkelijk, niettegenstaande de schadevergoedingen en andere rigoureuze maatregelen die de overheid daarna nam.

Baruch Goldstein was ultra-orthodox joods van het type dat qua religieus fanatisme de handen kan schudden met fundamentalistische moslims. Het is een groepering binnen de Israëlische maatschappij die niet representatief is, maar wel groeiende – want er worden heel bewust veel kinderen verwekt – en naar mijn mening nog eens een ernstig, puur binnenlands probleem gaat worden voor de historisch gezien seculiere staat Israël. Binnen deze groep is ook wraakzucht een thema. Mogelijk zien veel anti-Israël jongeren uitgerekend zulke ultra-orthodoxen op hun netvlies wanneer ze aan Israëliërs denken. Maar lees dit boek integraal en je kan niet anders concluderen dan dat Israëliërs bij grote meerderheid misschien wel om de haverklap de vuisten ballen uit moordneiging en wraakzucht, maar dat in het uiteindelijke antwoord vrijwel steeds de wraakzucht heeft plaatsgemaakt voor beheerstheid. Waarbij beheerstheid overigens niet moet worden verward met lijdzaam ondergaan; Israëliërs hebben afstand gedaan van het lijdzame ondergaan dat de joden tweeduizend jaar lang kenmerkte. Met harde maatregelen reageren op terreur, met de bedoeling die terreur te beëindigen, staat iedere natie vrij, ook Israël.

Kritiek op Israël

Dat laatste neemt niet weg dat op het feitelijke handelen van Israël de kritiek gegeven kan worden dat deze niet altijd de slimst mogelijke was. Het boek getuigt van een aantal voorbeelden uit het verleden waar ook de Israëlische Sjin Bet dat achteraf, weliswaar intern, toegaf. Ook deze maanden kan de vraag worden opgeworpen of de Israëlische regering de verstandigste keuzes heeft gemaakt. Ikzelf meen dat het veel meer energie zou moeten stoppen in het winnen van de PR-oorlog. Zo ben ik niet weg van Netanyahu’s charisma. Hij dreunt teveel op van een formalistisch papiertje, kijkt de tv-kijker – vooral de internationale! – niet van mens tot mens recht in de ogen, wijdt helaas niet uit over de morele dilemma’s waar het kabinet – met hoofd en hart – mee worstelt. Ook toont hij niet het lef om de ultra-orthodoxe joden – die in hun eigen bubbel zitten en niet lijken te geven om de meningen van andersdenkenden – onomwonden hun plek te wijzen. Daarmee schaadt hij de seculiere joden van Israël zeer, en uiteindelijk dus heel Israël, want extreme, racistische uitspraken over Palestijnen zijn zonder uitzondering afkomstig uit die ultra-orthodoxe hoek. Mijn kritiek geldt echter ook de linkerzijde van het politieke spectrum. Als die zich inschikkelijker zou opstellen, zou Netanyahu het niet nodig hebben om ultra-orthodox bij de formatie te betrekken.

Ter afsluiting van dit artikel:

Heb je vooral veel kritiek op Israël? Mijn echt welgemeende advies is om Zoon van Hamas te lezen! Voel je uitgedaagd. Daarna hebben we het er weer over, beloofd.

Hier een inkijkexemplaar.

Voor degenen die al wat meer weten over Mosab Hassan Yousef heb ik nog een interview dat hij op 25 april had met Jordan Peterson. Het is een lang interview, maar je kan selecteren.

Peter van Lenth
Laatste berichten van Peter van Lenth (alles zien)