Farid Azarkan tegen Johan Derksen: “Maar de samenleving verandert, Johan!”

Johan Derksen (Bekende Nederlander) en Farid Azarkan ( voorzitter van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders) kregen dinsdagavond van Jeroen Pauw ruim baan om in debat te gaan. Hier is het hele debat te bekijken, maar ik wil nu even de focus leggen bij wat er rond 11:00 minuten gezegd werd:

Johan: “… en het bestuur van Quick weet absoluut niet hoe ze dit op moeten lossen. Die hebben het te ver laten komen. Er zijn meerdere clubs hoor. Die zeggen van, inderdaad een quotum, we willen een elftal met maximaal vijf Marokkaanse jongens en we willen zes Nederlandse jongens want we willen proberen onze eigen identiteit te behouden want …”

Farid op vragende toon inbrekend: “Wat is die dan? Wat is die Nederlandse identiteit, hoe zou jij die omschrijven?”

Johan: “Nou, een identiteit die bouw je op. Er zijn clubs, zeker die deftige clubs, die zijn meer dan honderd jaar oud en die bouw je op en …”

Farid op cynische toon inbrekend: “En die is niet veranderd in die honderd jaar.”

Johan: “Nou die zijn d’r niet …”

Farid wederom op cynische toon inbrekend: “Die doen het nog zoals honderd jaar geleden.”

Johan: “… nou, die zijn er niet tegen bestand dat ze na honderdtien jaar plotseling een vloedgolf Marokkaanse jongens die totaal andere gewoontes hebben en die niet zo goed bij hun vaste ledenbestand passen.”

Farid: “Maar de samenleving verandert, Johan!”

<door elkaar heen en dus onverstaanbaar>

Farid: “Ehm, ik neem niet meer de paardentram, dingen veranderen in Nederland en dat betekent dat je dus soms ook moet accepteren dat je dingen die je in het verleden deed, dat je die niet meer doet.”

Het hele debat zat vol met scherpe woorden, maar wat mij betreft was het bovenstaande daarvan de kern. Hoezeer ook Azarkan in die laatste uitspraak de redelijkheid zelve lijkt, hij is het niet vanuit het perspectief van de gemiddelde autochtoon. Die heeft namelijk geen moeite met veranderingen op zich, maar wel met de aard van de veranderingen die zich voltrokken. Die bevielen hem niet. Traditionele normen en waarden die behouden hadden moeten blijven verdwenen, tot kleine of grote ergernis. Wat Azarkan niet doorheeft is dat hij van de autochtonen verwacht – nee, eist – dat die de door de Marokkaanse gemeenschap uit Marokko meegenomen ‘gewoonten’ accepteren.

Dit lijkt Azarkan’s definitie van multiculturaliteit: Dat alle (sub)culturele gemeenschappen weliswaar aan dezelfde wet moeten voldoen, maar dat ze elkaar verder in hun waarde laten, dat ze als gelijkwaardig aan elkaar worden beschouwd en dat niet alleen allochtonen moeten inschikken, maar ook autochtonen.

Waarschijnlijk vindt Azarkan het wel redelijk dat allochtonen iets meer inschikken dan autochtonen. Toch is dat de gemiddelde autochtoon niet genoeg. Het oordeel van autochtonen loopt uiteen van het min of meer eens zijn met Azarkan tot het volledig afwijzen van multiculturaliteit. De meesten zitten ertussenin, al neemt het percentage dat de multiculturele samenleving volledig afwijst toe. Welke elementen uit bovenstaande definitie kunnen rekenen op hun kritiek?

Eerst het begin. Ja, iedere autochtoon lijkt het ermee eens dat allen aan dezelfde wet moeten voldoen. Dat lijkt dus een no-brainer, maar we zien wel dat er uitgerekend allochtonen zijn die juist daarover anders denken. Die vinden namelijk de sharia belangrijker dan de wet. Dat gegeven ontgaat steeds minder autochtonen en heeft zeker invloed op hun afwijzing van de multiculturele samenleving.

Dan over het elkaar in de waarde laten. Het gros van de autochtonen, ook die aan de extreme kant, zal daarmee geen moeite hebben zolang het gaat om zaken die hen niet raken.

Gelijkwaardigheid is al een moeilijker thema. Het veronderstelt dat geen enkele cultuur beter is dan welke andere cultuur ook. Gek genoeg vindt niemand dat echt, autochtoon of allochtoon. Wanneer mensen dat toch beweren, belijden ze iets met de mond dat ze in de praktijk helemaal niet kunnen of willen waarmaken. Mensen die tevreden zijn over hun eigen cultuur zullen die eigen cultuur niet omlaag willen halen of volledig stukrelativeren. Het zou de eigen identiteit compleet ondermijnen. Anderen kijken misschien op tegen een andere cultuur en ook dat is een aanwijzing dat zo iemand niet alle culturen gelijkschakelt. Verder speelt de historie en de plek een grote rol. Diverse culturen kunnen wellicht op punten met elkaar wedijveren, maar zullen alleen binnen hun eigen regio legitimiteit hebben. De Balinese cultuur is op Bali volledig op zijn plek en de Hollandse aldaar juist niet. Idem andersom, uiteraard.

Dan de laatste, namelijk dat ook autochtonen moeten inschikken. Dat vinden de meeste autochtonen niet echt een probleem zolang het gaat om kleine inschikkelijkheden. Maar het gros van de autochtonen vindt dat aanpassen toch voornamelijk door allochtonen moet worden gedaan. Bovendien vinden autochtonen dat uitgerekend zij mogen bepalen wat die aanpassingen concreet moeten inhouden. Let wel, de allochtoon koos in essentie vrijwillig voor Nederland, waar de autochtoon die keuze niet had. Bij zo’n keuze hoort de bereidheid tot aanpassen.

Al met al hebben autochtonen toch een andere definitie. Het is niet echt een definitie van multiculturaliteit, maar mocht het hieronder volgende de algemeen geaccepteerde omschrijving ervan worden, dan zou het begrip ‘multiculturaliteit’ vast wel weer breed worden geaccepteerd:

Dat alle (sub)culturele gemeenschappen echt aan dezelfde wet moeten voldoen, dat al deze gemeenschappen waar ruimte daartoe wordt gezien in hun waarde worden gelaten, dat de autochtone (sub)culturen in dit land de voornaamste zijn én blijven en dat vooral allochtonen zullen moeten inschikken.

 

 

Peter van Lenth